Dit document bevat een overzichtelijke begrippenlijst van ALLE begrippen die je moet kennen voor het tentamen Sociale Psychologie. De begrippen komen uit het boek Sociale Psychologie Aronson et al. 9e editie. Naast deze begrippenlijst heb ik ook een bijbehorende samenvatting gemaakt. Deze is op mij...
Begrippen sociale psychologie
Hoofdstuk 1 – Inleiding tot de sociale psychologie
§1 – Wat is sociale psychologie
Psychologie = De wetenschap van het gedrag en de psychische processen van het
individu
Sociale psychologie = De wetenschappelijke studie naar de manier waarop
gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen worden beïnvloed door de
werkelijke of imaginaire aanwezigheid van andere mensen
Sociale invloed = Het effect dat de woorden, daden of alleen al de aanwezigheid van
andere mensen hebben op onze gedachten, gevoelens, attitudes of gedrag
Empirische methode = Op waarneming en/ of onderzoek gebaseerde methode voor
het toetsen van hypothesen
Hypothese = Een als voorlopige waarheid aangenomen maar nog te bewijzen
veronderstelling
Construct = De manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen, begrijpen en
interpreteren. De wereld zoals die wordt geïnterpreteerd door het individu.
Determinant = Bepalende factor in een ontwikkeling of toestand
Individuele verschillen = Die aspecten van de persoonlijkheid die mensen
onderscheiden van anderen
§2 – De macht van de situatie
Fundamentele attributiefout = neiging om de mate waarin iemands gedrag wordt
veroorzaakt door de rol van persoonlijke eigenschappen en andere interne factoren
te overschatten en de rol van externe, situationele factoren te onderschatten.
“Iemand doet iets vanwege zijn persoonlijkheid, niet vanwege de
omgevingsfactoren”.
Attributie = het toeschrijven van oorzaken aan het eigen of aan andermans gedrag en
het daarmee voorzien van verklaringen.
§3 – De macht van sociale interpretatie
Behaviorisme = Stroming in de psychologie die de stelling verdedigt dat men, om
menselijk gedrag te kunnen begrijpen, slechts hoeft te kijken naar de bekrachtigende
eigenschappen van de omgeving
Gestaltpsychologie = stroming in de psychologie die het belang benadrukt van het
bestuderen van de persoonlijke manier waarop een object wordt waargenomen (het
gestalt of geheel), in plaats van het bestuderen van de manier waarop de objectieve,
fysieke eigenschappen van het object zijn samengevoegd
Fenomenologie = Filosofische methode (van Husserl) die probeert door de geestelijk
intuïtieve beschouwing van de dingen, niet door rationele kennis, de constitutie van
de wereld in de geest en het wezen der dingen te beschrijven.
§4 – De oorsprong van constructen: fundamentele menselijke motieven
Positief zelfbeeld = Evaluatie van mensen van hun eigenwaarde, dat wil zeggen: de
mate waarin ze zichtzelf beschouwen als goed, competent en beschaafd.
Sociale cognitie = Hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld; specifieker:
hoe mensen sociale informatie selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken
om oordelen te vormen en beslissingen te nemen.
1
,Hoofdstuk 2 – Methodologie: hoe doen sociaal psychologen onderzoek?
§1 – sociale psychologie: een empirische wetenschap
Hindsight bias = De neiging van mensen om hun vermogen om een uitkomst te
voorspellen te overdrjiven nadat ze te weten zijn gekomen hoe die uitkomst eruitziet
§2 – De observationele methode: sociaal gedrag beschrijven
Observationele methode = techniek waarbij een onderzoeker mensen observeert en
zijn of haar metingen of indrukken over hun gedrag systematisch vastlegt.
Etnografie = Methode waarbij een onderzoeker probeert een groep of cultuur te
begrijpen door die van binnenuit te observeren, zonder de groep zijn eigen normen
en waarden op te leggen.
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid = de mate van overeenkomst tussen de
resultaten van twee of meer mensen die onafhankelijk van elkaar een dataset
observeren en coderen.
Analyse van archieven = vorm van observationele methode waarbij de onderzoeker
de verzamelde documentatie, ofwel de archieven, van een cultuur onderzoekt (bv
dagboeken, romans, tijdschriften of kranten).
§3 – De correlationele methode: sociaal gedrag voorspellen
Correlationele methode = techniek waarbij twee of meer variabelen systematisch
worden gemeten en waarbij wordt vastgesteld wat de relatie is tussen die variabelen
Correlatiecoëfficiënt = een maat voor correlatie waarmee je de samenhang kunt
vaststellen tussen twee variabelen (bijvoorbeeld in welke mate gewicht samenhangt
met lengte).
Vragenlijstonderzoek (surveys) = onderzoek waarin aan een representatieve
steekproef van mensen (vaak anonieme) vragen gesteld worden over hun attitudes
of gedrag.
Aselecte steekproef = manier om ervoor te zorgen dat een steekproef representatief
is voor de populatie doordat iedereen in die populatie evenveel kans heeft om
geselecteerd te worden voor de steekproef.
At random steekproef (randomisatie) = het willekeurig ordenen of in groepen
indelen van een populatie.
§4 – De experimentele methode: causale vragen beantwoorden
Experimentele methode = methode waarbij de onderzoeker proefpersonen
willekeurig aan verschillende condities toewijst en ervoor zorgt dat deze condities
identiek zijn met uitzondering van de onafhankelijke variabele (de variabele waarvan
men denkt dat hij een causaal effect heeft op de antwoorden of reacties van
mensen).
Onafhankelijke variabele = de variabele die een onderzoeker verandert of varieert
om te zien of dat effect heeft op een andere variabele.
Afhankelijke variabele = de variabele die de onderzoeker meet om te zien of die
wordt beïnvloed door de onafhankelijke variabele; de onderzoeker heeft de
hypothese dat de afhankelijke variabele afhangt van de onafhankelijke variabele.
Interne validiteit = de mate die aangeeft dat de onafhankelijke variabele, en alleen
de onafhankelijke variabele, van invloed is op de afhankelijke variabele; dat bereiken
2
, we door alle irrelevante variabelen te beheersen en door mensen willekeurig toe te
wijzen aan verschillende experimentele condities.
Externe validiteit = de mate waarin de resultaten van een onderzoek gegeneraliseerd
kunnen worden naar andere situaties en andere mensen.
Willekeurige (random) toewijzing aan een conditie = een proces dat ervoor zorgt dat
alle deelnemers een gelijke kans hebben om in een bepaalde conditie van een
experiment terecht te komen. Door willekeurige toewijzing kunnen onderzoekers er
relatief zeker van zijn dat verschillen in de persoonlijkheid of achtergrond van de
deelnemers gelijk verdeeld zijn over de condities.
Overschrijdingskans (p-waarde) =een met statistische technieken berekend getal dat
vertelt hoe waarschijnlijk het is dat de resultaten van een experiment bij toeval zijn
ontstaan, en niet als gevolg van de onafhankelijke variabele. Resultaten mogen
significant genoemd worden als de waarschijnlijkheidswaarde, de kans dat de
resultaten het gevolg zijn van toevalsfactoren in plaats van de onderzochte
onafhankelijke variabele, minder dan 5% is.
Waarschijnlijkheidswaarde = de kans dat de resultaten het gevolg zijn van
toevalsfactoren in plaats van de onderzochte onafhankelijke variabele.
Psychologisch realisme = de mate waarin de psychologische processen die worden
getriggerd in een experiment lijken op psychologische processen in het dagelijks
leven.
Alledaags realisme = de mate waarin een experiment lijkt op situaties in het dagelijks
leven.
Coverstory = beschrijving van het doel van het onderzoek die proefpersonen te
horen krijgen, maar de anders is dan het werkelijke doel. Wordt verteld om het
psychologisch realisme van het onderzoek te waarborgen.
Veldexperiment = experimenten die in een natuurlijke setting plaatsvinden in plaats
van in het laboratorium. Een van de beste manieren om de externe validiteit te
verhogen is het uitvoeren van een veldexperiment.
Basisdilemma van de sociaal psycholoog = het compromis tussen interne en externe
validiteit bij het doen van onderzoek; het is zeer moeilijk om een experiment uit te
voeren waarvan zowel de interne (alle irrelevante variabelen onder controle) als de
externe validiteit (generaliseerbaarheid naar andere situaties en mensen) groot zijn.
Replicatie = herhaling van het onderzoek met proefpersonen uit een andere
populatie of in een andere setting.
Meta-analyse = statistische techniek waarmee je het gemiddelde van de resultaten
van twee of meer onderzoeken kunt berekenen om te zien of het effect van een
onafhankelijke variabele betrouwbaar is.
Fundamenteel onderzoek = onderzoek dat is gericht op het vinden van het beste
antwoord op de vraag waarom mensen zich gedragen zoals ze zich gedragen, puur uit
intellectuele nieuwsgierigheid en zonder stil te staan bij mogelijke toepassingen van
deze kennis.
Toegepast onderzoek = onderzoek dat is gericht op het oplossen van een specifiek
maatschappelijk probleem.
§5 – Nieuwe ontwikkelingen in het sociaalpsychologisch onderzoek.
Cross cultureel onderzoek = onderzoek waarbij proefpersonen afkomstig zijn uit
verschillende culturen, om te zien of de psychologische processen waarin men
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SuzeN. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.