Aanvullend specifiek onderzoek = in de meeste gevallen niet nodig, maar bij klachten waarbij een
potentieel ernstige aandoening in de differentiaaldiagnose staat, is er behoefte aan meer zekerheid.
Aanvullende diagnostische tests helpen om deze differentiaaldiagnoses aan te tonen of uit te sluiten.
> De informatie uit anamnese en lichamelijk onderzoek is de basis. De uitkomst van het aanvullend
onderzoek brengt de arts een stap verder in het beslisproces. Aanvullende tests moeten vervolgens
altijd geïnterpreteerd en geanalyseerd worden in het licht van de eerder verkregen informatie uit
anamnese en lichamelijk onderzoek.
Acute ziekte = ziekte met plotseling begin
ADME = afkorting voor absorptie, distributie, metabolisme en uitscheiding en beschrijft de dispositie
van een farmaceutische verbinding binnen een organisme. > farmacokinetisch proces
Adrenaline = hormoon en neurotransmitter. Zorgt voor fright-flight reactie bij korte termijn stress.
Wordt geproduceerd in bijniermerg en sommige zenuwcellen.
Affiniteit = aantrekkingskracht; De mate waarin een geneesmiddel of ligand bindt aan zijn
doelreceptor.
Agonist = een signaalstof die een receptor in een celmembraan activeert of de activiteit van een
enzym verhoogt.
Anatomie = bouw van het menselijk lichaam
Anamnese = een gesprek tussen arts en patiënt over de klachten waarmee de patiënt bij de arts is
gekomen. Doel is een indruk te krijgen van wat zich in het lichaam van de patiënt afspeelt om
uiteindelijk een medische diagnose te stellen.
Anemie = bloedarmoede. Te weinig hemoglobine (Hb) in het bloed. Hemoglobine brengt zuurstof van
de longen naar alle cellen van het lichaam.
Angiogenese = de vorming van nieuwe bloedvaten uit bestaande bloedvaten. Komt veel voor bij
kankercellen, want om zich te kunnen vermeerderen hebben kankercellen voedingsstoffen en
zuurstof nodig.
Antagonist = een stof die zich bindt aan een receptor zonder een biologische respons op te roepen,
en daarmee de werking van een agonist dempt of verhindert. Zoals een agonist een respons
veroorzaakt, blokkeert een antagonist die respons.
Antigenen = een molecuul dat zich bevindt aan het oppervlak van een pathogeen. Antigenen zijn
specifiek voor iedere soort bacterie en virus. Bij een infectie door een pathogeen herkent het
afweersysteem van de geïnfecteerde gastheer de pathogeen aan de hand van de soortspecifieke
antigeen.
, Antilichaam = ofwel immunoglobulinen, worden geproduceerd door B-lymfocyten van de specifieke
afweer als reactie op een prikkeling door antigenen. De gevormde antilichamen reageren met het
antigeen en neutraliseren ze of markeren ze en sturen zo het afweersysteem aan.
Assay = een onderzoeksprocedure voor het kwalitatief beoordelen of kwantitatief meten van de
aanwezigheid, hoeveelheid of functionele activiteit van de doelwiteenheid. Een immuno-assay is
bijvoorbeeld een testmethode die gebruikt wordt om de aanwezigheid van antigenen aan te tonen.
Attrition rate = vertaald: uitputtingsgraad. De mate van krimp in grootte of aantal. Hoeveel
medicijnen er in het proces afvallen.
Auto-immuunziekte = het eigen immuunsysteem keert tegen het eigen lichaam, bijv. dat goede
lichaamseigen cellen worden aangevallen/opgeruimd want het lichaam ziet deze als
lichaamsvreemd. Er worden antistoffen tegen het eigen lichaam geproduceerd.
Bacteriofaag = een klein virus dat alleen een specifieke bacterie infecteert
Bijwerking = ongewenste of onbedoelde effecten die optreden bij een medische behandeling.
Een bijwerking ontstaat doordat medicijnen niet alleen iets doen op de plaats waar de kwaal zit,
maar ook op andere plekken in het lichaam. Staan in de bijsluiter.
Bioavailability = een subcategorie van absorptie en is de fractie (%) van een toegediend
geneesmiddel dat de systemische circulatie bereikt. Wanneer een medicijn intraveneus wordt
toegediend, is de biologische beschikbaarheid per definitie 100%. Wanneer een medicijn echter via
andere routes wordt toegediend, is de biologische beschikbaarheid ervan over het algemeen lager
dan die van intraveneus.
Bio-equivalentie = wanneer twee geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof worden vergeleken.
Twee middelen die bio-equivalent zijn, hebben een sterk vergelijkbare werking, werkingsduur en
geven vergelijkbare risico's op bijwerkingen. Om een handelsvergunning voor deze goedkopere
generieke geneesmiddelen te verkrijgen, moet bio-equivalentie worden aangetoond.
Biomarker = biologische markers die aan kunnen geven dat iemand ziek is, die kunnen voorspellen
hoe ernstig een ziektebeloop zal zijn, of die laten zien of een behandeling werkt of niet. Het is een
traceerbare stof die wordt ingebracht als middel om de gezondheid te onderzoeken, zoals
orgaanfunctie checken, ziektetoestand aangeven en behandeling beoordelen.
Biosimilar = vergelijkbare, biologische medicijnen. Het zijn gelijksoortige kopieën van eerder
geregistreerde biologische merkgeneesmiddelen. Ze zijn niet identiek, maar hebben dezelfde
werking. Onder categorie van generieke medicijnen, niet chemie gebaseerde stoffen.
Cardiologie = het medische specialisme dat zich bezighoudt met het opsporen, diagnosticeren en
behandelen van ziekten van het hart.
Cellijn = Bij een celcultuur/celkweek laat men cellen groeien onder gecontroleerde omstandigheden.
Deze cellen worden doorgaans verkregen van voornamelijk dieren. Het uiteindelijke product van een
celcultuur is een cellijn: een verzameling gelijke cellen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ehouwy. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.