Arresten
Arresten Contractenrecht verdiept JUR-4BRVCONT 2021/2021
- Instelling
- Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Alle arresten die zijn behandeld en voorgeschreven voor het mastervak Contractenrecht verdiept 2021/2022.
[Meer zien]Voorbeeld 3 van de 18 pagina's
Voorbeeld 3 van de 18 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Voorbeeld van de inhoud
Jurisprudentie Contractenrecht verdieptWeek 1 Geen relevante jurisprudentie.
Week 2
Art 3:60 BW Stolte/Schiphoff (‘Kribbebijter’)
Schiphoff koopt in opdracht van Lörsch een paard van Stolte. Stolte
garandeert de afwezigheid van verborgen gebreken aan het paard,
waarvan hij weet dat Lörsch het zal gaan trainen. Het paard is een
kribbebijter. Schiphoff vordert op grond van wanprestatie een
schadevergoeding. Is Schiphoff jegens Stolte in eigen naam opgetreden en
zo ja, kan Schiphoff dan als middellijke vertegenwoordiger vergoeding
vorderen voor door zijn opdrachtgever geleden wanprestatie?
Relevante rechtsregel: of iemand bij het sluiten van een overeenkomst in
eigen naam is opgetreden hangt af van hetgeen hij en die ander
daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars
verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden. En dat
iemand die in eigen naam maar ten behoeve van een opdrachtgever met
een ander een overeenkomst sluit, in beginsel ook in eigen naam ten
behoeve van die opdrachtgever de uit die overeenkomst voortvloeiende
rechten geldend kan maken.
Art 3:35 BW DSM/Fox
In deze zaak strijden partijen, een pensioenfonds en een werknemer die
deelnemer is in het pensioenfonds, over de uitleg van een
anticumulatiebepaling in het pensioenreglement.
Relevante rechtsregel: tussen de Haviltexnorm en de CAO-norm bestaat
geen tegenstelling, maar een vloeiende overgang.
Meyer Europe/PontMeyer
Pontmeyer werd verkocht. Voor zover de winstbelasting uitkomt boven
het bedrag waarvoor je voorzieningen hebt, mocht Pontmeyer dat
verhalen op Meyer Europe. Er was een periode afgesproken waarover
Pontmeyer dit mocht doen. Er was onenigheid over de periode.
Relevante rechtsregel: bij commerciële contracten mag als uitgangspunt
beslissend of groot gewicht worden toegekend aan de meest voor de hand
liggende taalkundige betekenis van de woorden. Dit is echter geen
objectieve uitleg, de toepasselijke norm is en blijft Haviltex. Bewijs mag
dus ook zien op stellingen inzake subjectieve omstandigheden.
Art 3:35 BW Lundiform/Mexx
Lundiform en Mexx hebben een overeenkomst gesloten op basis waarvan
Lundiform “hardware” zal leveren voor een aantal door Mexx te openen
nieuwe kledingwinkels. Lundiform stelt zich op het standpunt dat Mexx in
de overeenkomst heeft gegarandeerd de door Lundiform
ingekochte/geproduceerde hardware te zullen afnemen. Lundiform
onderbouwt haar standpunt met een beroep op een schriftelijke
1
, verklaring van een betrokkene bij de totstandkoming van de
overeenkomst en op de handelswijze van partijen voorafgaand aan het
sluiten van de overeenkomst. Mexx beroept zich mede onder verwijzing
naar de “entire agreement clause” op een taalkundige uitleg van de
overeenkomst. Onder omstandigheden komt aan de taalkundige
betekenis van de door partijen gekozen bewoordingen in een
commercieel contract groot gewicht toe. Maar dan moeten partijen over
het contract hebben onderhandeld, de partijen moeten dan worden
bijgestaan door een jurist en het contract moet geen modelcontract zijn.
Relevante rechtsregel: ook indien bij de uitleg van een overeenkomst
groot gewicht toekomt aan de taalkundige betekenis van de gekozen
bewoordingen — zoals tot uitgangspunt kan worden genomen als het om
een commerciële overeenkomst gaat, gesloten tussen professioneel
opererende partijen die over de inhoud van de overeenkomst hebben
onderhandeld, terwijl de overeenkomst ertoe strekt de wederzijdse
rechten en verplichtingen nauwkeurig vast te leggen — kunnen de overige
omstandigheden van het geval meebrengen dat een andere (dan de
taalkundige) betekenis aan de bepalingen van de overeenkomst moet
worden gehecht.
Art 3:35 BW FNV/Condor
Ging om het sociaal plan. Werknemers gingen zich beroepen over iets wat
gezegd was tegen de ondernemersraad. Dat stond niet in het sociaal plan.
Alleen in notulen. Heeft de moedermaatschappij betalingen
gegarandeerd? HR: derden moeten beschermd worden. Werkgever mag
het niet in het nadeel van de werknemers uitleggen. Alle partijen die het
betreft zijn hier ook partij bij, dus geen sprake van ongelijke behandeling.
Ook bij een in beginsel objectief uit te leggen overeenkomst (zoals een
sociaal plan) kan betekenis toekomen aan de niet voor derden kenbare
subjectieve partijbedoelingen.
Week 3
Art 6:52 BW Ammerlaan/Enthoven
Aan Ammerlaan werd een installatie geleverd door Enthoven. Ammerlaan
lijdt veel schade door een defect aan de installatie. Ammerlaan vordert
schadevergoeding (nader op te maken bij staat). Enthoven vordert
betaling van de koopprijs. Ammerlaan heeft dit niet betaald, zodat ze
kunnen verrekenen
Relevante rechtsregel: ook indien de omvang van een vordering tot
schadevergoeding pas in een later stadium komt vast te staan, is die
vordering opeisbaar vanaf het moment dat de schade is geleden en aan de
voorwaarden voor aansprakelijkheid is voldaan. De rechter moet wel
onderzoeken of de tegenvordering bestaat en of de omvang daarvan
opschorting rechtvaardigt, de schuldenaar moet zich ook gemotiveerd op
opschorting beroepen.
Art 25 Rv, CBC/Licores
2
, 6:150 sub d De aandelen van een vennootschap worden verkocht. Een
BW zustervennootschap van de koper doet betalingen ten behoeve van de
vennootschap en vordert die van de vennootschap terug, stellende dat de
betaalde bedragen zijn voorgeschoten. Het gaat hier om subrogatie.
Relevante rechtsregel: een verbintenis kan niet worden nagekomen door
een derde als de aard of inhoud van de verbintenis zich daartegen verzet.
Indien een derde vorderingen betaalt aan de schuldeiser en de derde dit
wil verhalen op de schuldenaar, moeten de schuldenaar en derde
uitdrukkelijk zijn overeengekomen dat de derde de schulden betaalt en
dat wegens subrogatie de schuldenaar de derde zal moeten terugbetalen
Art 6:83 sub Tyco/Delata
a, 6:263 BW ADT (Tyco) maakt gebruik van een softwarepakket. De producent van de
software is Autec. Delata verhandelt de software van Autec. Iedere keer
dat er een update verschijnt zal Delata de installatie doen bij ADT. Delata
stuurt elk jaar een factuur. Ook in 2007, dit moet op 12 maart betaald
worden. ADT is opgegaan in Tyco. ADT (Tyco) laat de factuur onbetaald en
stuurt een brief op 16 maart. ADT heeft namelijk gehoord dat de
overeenkomst tussen Autec en Delata is beëindigd. Delata zegt erop dat
ze in januari de factuur gestuurd en dat er betaald moet worden omdat ze
een contract voor onbepaalde tijd hebben. De zaak gaat naar de rechter.
Tyco beroept zich op opschorting (omdat ze die brief hebben gestuurd). In
beginsel is er een ingebrekestelling nodig om verzuim in te laten treden.
Relevante rechtsregel: er is niet meteen verzuim als er een eenzijdige
betalingstermijn is, dit moet afgesproken worden in het contract. Er moet
dan uit het contract volgen dat wanneer er niet op de fatale termijn
betaald wordt, de debiteur van rechtswege in verzuim is.
Relevante rechtsregel: een beroep op artikel 6:263 BW is ook mogelijk ter
zake van een verplichting tot betaling van een factuur waarvan de
betalingstermijn is verstreken, als de debiteur gegronde vrees heeft voor
niet-nakoming door de crediteur van zijn verplichtingen.
Art 6:228 lid Inbev / v.d. Valk
1 sub c, 248 Inbev had een bedrijfspand gehuurd aan de Waalkade. Onderverhuurd
lid 2 BW aan V.d. Valk. Huurcontract ging in per 1 maart 2006. In dat huurcontract
was in vermeld dat V.d. Valk een Italiaans restaurant zou exploiteren. Om
daar een restaurant te vestigen moest er worden verbouwd. Huurprijs was
al afgesproken. V.d. Valk gaat aan het werk. Verbouwingen begint. Een
paar weken later staat er een ambtenaar. Bestemmingsplan zegt dat het
gaat om een bijzonder bestemmingsplan, bijzondere doeleinden, namelijk
een speelcasino. Gemeente zegt: bouw moet stoppen, geen restaurant op
die plek exploiteren. Eventueel zou een bestemmingswijziging kunnen,
maar daar gaan wel maanden overheen. Huurder zegt: wil van
huurcontract af. Inbev draagt risico voor het feit dat hij daar geen
restaurant kan exploiteren. Inbev zegt: dat wist ik niet en dan had huurder
bestemmingsplan maar moeten raadplegen. Rechtsvraag: levert de
onjuiste bestemming een tekortkoming van de verhuurder op? Welke
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Exx28. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen