ZELFSTUDIEVAGEN EN LEERDOELEN INLEIDING STRAFRECHT
Week 1
Leerdoelen:
Na bestudering van de literatuur en de jurisprudentie en het volgen van de colleges heeft u:
kennis van de plaats van het strafrecht binnen het recht;
kennis van de bronnen van het strafrecht;
inzicht in de indeling commuun en bijzonder strafrecht;
kennis van de uitgangspunten en beginselen van het Nederlands strafprocesrecht;
inzicht in de betekenis van het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel;
kennis van het begrippenpaar instrumentaliteit en rechtsbescherming;
kennis van de verschillende procesfasen, en het onderscheid tussen het voorbereidend
onderzoek en het eindonderzoek;
kennis van de diverse procesdeelnemers.
Zelfstudievragen:
1. Geef aan hoe het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering zijn
opgebouwd.
WvSr: eerste boek = algemene leerstukken van materieel strafrecht, boek 2 en 3 =
strafbepalingen
WvSv: 6 boeken op chronologische volgorde van het strafproces
2. Uit welke fasen bestaat het strafproces?
Opsporingsonderzoek
onderzoek ter terechtzitting
beraadslaging en uitspraak
tenuitvoerlegging
vervolging
p. 166
3. Waarom wordt het Nederlandse voorbereidend onderzoek ‘overwegend inquisitoir’ en het
eindonderzoek ‘meer accusatoir’ genoemd?
Het voorbereidend onderzoek is gericht op het achterhalen van de feiten. De verdachte is
object van onderzoek. Partijen zijn dus niet gelijkwaardig. Bij het eindonderzoek wordt de
verdachte beschuldigd een bepaald strafbaar feit gepleegd te hebben. De overheid staat
tegenover de verdachte. Twee gelijkwaardige partijen strijden tegen elkaar en de rechter staat
meer op de achtergrond. Hij stelt zich op als een scheidsrechter die er op toeziet dat men zich
aan de ‘spelregels’ houdt.
4. Wat houden de beginselen van interne en externe openbaarheid in?
Interne openbaarheid: de procesdeelnemers dienen de volledige beschikking te hebben over
alle informatie mbt de rechtszaak.
Externe openbaarheid: publieke toegang tot het strafproces
5. Verbiedt artikel 1 Sv dat strafvorderlijke regels worden gebaseerd op ongeschreven recht?
Ja, alle strafvorderlijke regels dienen hun basis te hebben op een WIFZ.
6. Wat wordt verstaan onder de beginselen van een behoorlijke procesorde?
Beginsel van redelijke en billijke belangenafweging: belangenafweging en dus verbod op
willekeur > subsidiariteit; minder vergaan alternatief voorhanden waarmee zelfde doel bereik
kan worden? (Braak bij binnentreden) en proportionaliteit; staat gekozen middel in
verhouding tot het te bereiken doel?
- Algemene regel: beslissingen moeten weloverwogen worden genomen
,beginsel van zuiverheid van oogmerk: détournement de pouvoir
- Algemene regel: bevoegdheden zijn met een bepaald doel gegeven en moeten niet
voor een ander doel gebruikt worden
vertrouwensbeginsel: toezegging aan een burger niet schenden; het OM en van derden
- Algemene regel: verdachten kunnen de overheid in redelijkheid houden aan
verwachtingen die zij hebben gewekt
gelijkheidsbeginsel: gelijke gevallen op gelijke manier behandelen
Gelijkheid en vertrouwen met name bij vervolgingsbeslissing van het OM
Jurisprudentie:
HR Bloedproef: legaliteitsbeginsel, strafvordering moet een wettelijke grondslag hebben
Mag de overheid een ingrijpend dwangmiddel toepassen (op de verdachte) dat niet in de wet
staat?
Het gaat om een inbreuk op een grondrecht(onschendbaarheid vh lichaam) > moet in de wet
staan. Alleen bloed afnemen met toestemming verdachte
Artt 56 Sv 339 Sv
Stille SMS: algemene taakstelling politie
Recht op privacy in het geding artikel 10 van de Grondwet en art 8 EVRM (r.o. 23 van AG)
Art 3 Polw: beperkte inbreuk op privacy: duur, frequentie, intensiteit van het
opsporingsmiddel. En beperken van integriteit en beheersbaarheid opsporing
De verzending van ‘stille’ (voor de ontvanger niet-waarneembare) sms’jes naar telefoon
verdachte om een indicatie te krijgen waar de verdachte zich bevond, kan o.g.v. art. 2 (oud)
Politiewet 1993 en art. 141 en 142 Sv plaatsvinden indien deze verzending slechts een
beperkte inbreuk maakt op grondrechten van burgers en niet zeer risicovol is voor de
integriteit en beheersbaarheid van de opsporing. De toepassing van deze opsporingsmethode
kan jegens de gebruiker van de telefoon onrechtmatig zijn indien zij i.v.m. de duur, intensiteit
en frequentie ervan geschikt is een min of meer compleet beeld te verkrijgen van bepaalde
aspecten van het persoonlijk leven van de betrokkene.
Samenvatting: met het oog op het zwaarwegende opsporingsbelang van het lokaliseren van
een amfetamine-laboratorium, met toestemming van de OvJ in een periode van vijf dagen
gedurende 6 tot 12 uur, elk half uur een stil sms-bericht (tot een totaal van ongeveer 90 sms-
berichten) gezonden naar een telefoon waarvan werd aangenomen dat het door de verdachte
werd gebruikt, welke berichten voor de gebruiker van de telefoon niet waarneembaar waren,
teneinde een globale indicatie te krijgen van de plaats waar die telefoon en de gebruiker
daarvan zich bevonden.
Voor een dergelijke niet specifiek in de wet geregelde wijze van opsporing moet worden
aangenomen dat opsporingsambtenaren op grond van art. 2 (oud) Politiewet 1993 (thans art. 3
Politiewet 2012) en art. 141 en 142 Sv alleen bevoegd zijn haar in te zetten op een wijze die
een beperkte inbreuk maakt op grondrechten van burgers en die niet zeer risicovol is voor de
integriteit en beheersbaarheid van de opsporing. In het bijzonder kan de toepassing van deze
opsporingsmethode jegens de gebruiker van de telefoon onrechtmatig zijn indien zij i.v.m. de
duur, intensiteit en frequentie ervan geschikt is om een min of meer compleet beeld te
verkrijgen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van de betrokkene.
’s Hofs oordeel dat i.c. het toezenden van de sms-berichten een beperkte inbreuk heeft
gemaakt op grondrechten van de verdachte en niet zeer risicovol is geweest voor de integriteit
en beheersbaarheid van de opsporing, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het is
ook niet onbegrijpelijk nu, gelet op de duur en frequentie van toezending, slechts een beperkt
beeld van de bewegingen van de gebruiker van de telefoon werd verkregen, het
opsporingsmiddel met toestemming van de OvJ is ingezet, ondanks gebreken in de
, verslaglegging uiteindelijk voldoende duidelijkheid over de inzet van de methode is
verkregen, en reeds uitvoering werd gegeven aan cfm de art. 126g, 126m en 126n Sv door de
OvJ gegeven bevelen en een machtiging van de R-C cfm art. 126m lid 5 Sv was verstrekt.
Braak bij binnentreden: betreden vd woning tegen wil van bewoner dmv braak. Is een
opsporingsambtenaar die wettelijk bevoegd is tegen de wil van de bewoner binnen te treden
daarmee gerechtigd de woning binnen te gaan door vernieling van een ruit? Handelt een
opsporingsambtenaar rechtmatig indien hij de uitoefening van een strafvorderlijke
bevoegdheid houdt aan door de wet gestelde eisen?
Een opsporingsambtenaar betreedt een woning door een raam kapot te maken. Vragen die
hierbij gesteld kunnen worden zien op de beginselen van de goede procesorde, meer specifiek
de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit.
Mag een opsporingsambtenaar die bevoegd is een woning te betreden in alle gevallen de
woning door middel van braak betreden?
Gelet moet worden op het proportionaliteitsbeginsel: de inbreuk (braak) mag niet groter zijn
dan door de omstandigheden gevorderd. Tevens valt uit het subsidiariteitsbeginsel af te leiden
dat de opsporingsambtenaar in dit geval eerst de bewoners de mogelijkheid had moeten
verschaffen om vrijwillig toegang te verlenen. Dus een opsporingsambtenaar is niet in alle
gevallen gerechtigd zich toegang te verschaffen tot de woning door middel van braak.
Verhouding Bloedproef en Braak (Bloedproef: beoordeling wetmatigheid van inbreuk op
rechten en vrijheden; Braak: beoordeling rechtmatigheid van inbreuk op rechten en vrijheden,
beginselen van goede procesorde)
Week 2
Leerdoelen:
Na bestudering van de literatuur en de jurisprudentie en het volgen van de colleges heeft u:
kennis van het begrip opsporing;
kennis van de deelnemers aan het voorbereidend onderzoek;
kennis van de voorwaarden waaronder iemand als verdachte kan worden aangemerkt en
kunt u aan de hand van een casus beargumenteren of iemand als verdachte kan worden
aangemerkt;
kennis van de klassieke dwangmiddelen en kunt u toepassing geven aan deze
dwangmiddelen aan de hand van een casus;
kennis van rechten die aan de verdachte in het vooronderzoek zijn toegekend.
Zelfstudievragen:
1. Wat wordt verstaan onder opsporing?
Voorbereidend onderzoek (art. 132 Sv): 2 delen
- bewijs verzamelen en zaak aan de rechter voorleggen of seponeren + materiaal
verzamelen op basis waarvan de rechter uitspraak kan doen
-> = verkennend onderzoek (art. 126gg-126ii Sv)
- opsporingsonderzoek: naar aanleiding van een verdenking (art. 27 Sv) een
strafrechtelijk onderzoek starten (zonder verdenking = proactief
opsporingsonderzoek)
Verdachte: redelijk vermoeden dat persoon in kwestie een strafbaar feit heeft
gepleegd
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annasofiaverreussel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.