Aardrijkskunde, hoofdstuk 2
Basis
Het weer gaat over een korte periode in een klein gebied.
Het klimaat gaat over gemiddeld 30/40 jaar in een groter gebied.
Vijf factoren die klimaat bepalen:
De breedte ligging
o De afstand tot de evenaar. Hoe verder van de evenaar, hoe kouder.
De hoogteligging:
o Hoe hoger, hoe kouder. Zes graden kouder per kilometer.
Het soort aardoppervlak:
o Water warmt langzaam op en koelt langzaam af.
o Land warmt snel op en koelt snel af.
De ligging van gebergten:
o Kunnen bewolking of warmte tegenhouden.
De aanvoer van ergens anders
o Kou of warmte kan via de wind/zee stroom komen.
2.1 De stralingsbalans van de aarde
Klimaat op aarde draait op zonne-energie. De atmosfeer zorgt voor een leefbaar klimaat.
De stralingsbalans (ook wel energiebalans).
De zon is de energiebron voor de aarde. Straling wordt ontvangen, door de atmosfeer verwerkt en dan
weer terug gestraald het heelal in.
De inkomende zonnestraling bestaat uit kortgolvige straling (de energie wordt compact vervoerd).
De uitgaande straling van het aardoppervlak bestaat uit langgolvige straling (de energie wordt
minder compact vervoerd).
Broeikaseffect zorgt ervoor dat langgolvige straling even wordt vastgehouden (geabsorbeerd) en
door de atmosfeer wordt rondgepompt overgebleven energie zorgt voor:
1. Latende energie (=verdamping van water)
2. Voelbare warmte (=direct voelbaar)
Atmosfeer bestaat uit:
1. Stikstof = 78%
2. Zuurstof = 21%
3. Sporengassen (water, kooldioxide en methaan) = 1%
Versterkt broeikaseffect extra sporen(broeikas)gassen in de atmosfeer door de mens.
Ruimtelijke verschillen instraling door:
Breedteverschillen aarde en de hoek van de zonne-instraling (loodrechte invallende straling
verwarmen kleiner oppervlak, dus is het warmer = bij de evenaar).
2.2 Wereldwijde luchtstromen
Opgewarmde lucht zet uit per volume-eenheid minder luchtdeeltjes en dus LICHTER hierdoor
stijgt de lucht op minder luchtdeeltjes op het aardoppervlak je krijg een tekort. Men spreekt dan
van een lagedrukgebied.
Rond de evenaar is een zone van lage luchtdruk = intertropische convergentiezone (ITCZ).
De opstijgende lucht koelt af en zet uit de koudere lucht kan het vocht niet meer vasthouden het
gaat regenen.
De opgestegen lucht rond de evenaar gaat op grote hoogte naar het noorden en zuiden en daalt weer
rond 30 graden NB en 30 graden ZB.
Waar de lucht daalt krijg je aan het aardoppervlak een hoog luchtdrukgebied per volume-eenheid
veel luchtdeeltjes en dus ZWAARDER hierdoor daalt te lucht je hebt een overschot. We
spreken nu van een hogedrukgebied.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LauraTroost05. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.