Dit is een volledige samenvatting van alle 12 de hoorcolleges die bij CW gegeven worden, met plaatjes ter ondersteuning van de geschreven tekst. Ook is het stukje histologie meegenomen.
Van cel tot weefsel – Bachelor
jaar 1
HC01 – Zichtbaar maken van cellen en cel onderdelen
-> Cellen zijn de kleinste functionele eenheden van het leven
-> Alle ziekten komen eerst in cellen voor of beschadigingen van cellen
-> Cellen bewegen en zijn niet statisch
Microscopie
Vergroting: grotere weergave
Contrast: andere grijswaarden of kleurverschillen
Resolutie: de afstand waarop je twee individuele objecten nog kunt onderscheiden
Lichtmicroscopie
- Phase contrast: afgekaatst en niet afgekaatst licht
- Differential interference contrast: twee lichtbundels
H&E kleuring:
o Hematoxine (blauw/paars): positief geladen en hecht aan basische, negatief geladen
structuren (DNA, RNA en glycoproteïnen)
o Eosine (roze/rood): negatief geladen en hecht aan zure, positief geladen structuren
(Eiwitten in secretie)
Coupe maken
o Fixeren (aldehyde) bindt de eiwitten samen -> stilliggen en gedood worden
o Inbedden in een matrix (gelatine of paraffine)
o Coupe maken
o Kleuren/contrasteren
Plasmamembraan 10 nm dik maar toch te zien? Door schuine aansnede
Fluorescentie microscopie
= Lokalisatie van specifieke cellulaire mol. door fluorochromen (in)direct aan de mol. te koppelen
-> Toepasbaar op gefixeerde & levende cellen
Levend: GFP (uit kwal): fluorescent eiwit dat nodig is om te koppelen aan gen dat codeert
voor eiwit wat van interesse is
Dood: Fixeren -> (inbedden + coupes maken) -> permeabiliseren van membranen ->
preparaat labelen met antigen specifieke fluorescente antilichamen -> bekijken onder FM
Elektronenmicroscoop
-> Kan alleen bij dode cellen, worden ‘gebombardeerd’ door elektronen
Transmissie EM: Fixeren -> inbedden + coupes maken -> (object lebelen met goud bolletjes)
-> contrasteren met zout opl. van zwaar metaal
1
, Scanning EM: Fixeren -> geen coupes maken -> opdampen met zwaar
metaal
HC02 – Algemene opbouw van de cel – Sub cellulaire opbouw
Prokaryoten
o Eencellige organismen
o Relatief simpele structuur
o Erfelijk materiaal opgeslagen in circulair DNA-molecuul
o Geen intracellulaire membranen -> dus geen kern etc.
Eukaryoten
o Eencellig (bv. Gist) of meercellig (bv. Dieren)
o Complexe structuur: kern, organellen en cytoskelet
o Erfelijk materiaal opgeslagen in lineaire DNA-moleculen
o Nucleair-enveloppe: kern-enveloppe; bestaat uit 2 membranen, buitenste membraan
continue met ER
Vacuolaire systeem
Celkern (=Nucleus)
o Omgeven door dubbel membraan met nucleaire poriën -> contact kern en
cytosol
o Kernporiën gereguleerd; mRNA -> cytosol en transcriptiefactoren -> kern
o Reguleert cel differentiatie met behulp van transcriptiefactoren
Nucleolus
o Donkere vlekken in kern
o Productie ribosomaal RNA (rRNA) en verzameling ribosomen
Ruw ER (RER)
o Platte ballonnen (Hoeveel van die platte ballonnen kan verschillen)
o Synthese van (transmembraan)eiwitten doordat deze ribosomen bevatten
Glad ER (SER)
o Meer buisvormig
o Continue met RER, bevat geen ribosomen
o Synthese van vetzuren en fosfolipiden
o Ook synthese van lipoproteïnen, steroïde hormonen (uit cholesterol) en Ca 2+
opslag
Golgi-apparaat
o Transport van stoffen die uit ER komen, bestaat uit cis, mediaal en trans
o Posttranslationele modificatie en synthese (glyco)lipiden
Lysosomen
o Ronde vesicle vol met rotzooi (rommelig uitziend en donker)
o Verteerd stoffen
Endosomen
o Membraangebonden vesicle die extracellualaire stoffen opneemt
o Kan met lysosoom versmelten en breekt zo deze stoffen af
Secretory granules
o Eventuele opslag van gemaakte eiwitten die bestemd zijn voor extracellulair milieu
Andere organellen
Mitochondriën
o Ontstaan door symbiose, dus niet door membraan instulping
2
, o Eigen membraan + membraan van de cel, ook eigen DNA
o Klein deel van de benodigde eiwitten maken en delen
o Vormen ATP
Peroxisomen
o Ontstaan uit ER -> niet verbonden met vacuolaire systeem
o Omgeven door enkele membraan
o Oxidatie (afbraak) van langketenige vetzuren & toxische stoffen
Plasmamembraan
Creëert juiste chemische milieu in cel (ionen, pH)
Reguleert transport nutriënten de cel in, afvalstoffen
de cel uit
Interacties met andere cellen, extracellulaire matrix
of oplosbare signalerende mol.
Detecteert signalen uit en geeft signalen af aan
extracellulaire milieu
HC03 – Membraan transport routes I
Eiwitsynthese: in het cytosol door ribosomen, maar niet allemaal hun functie in het
cytosol.
-> Hoe weet de cel waar het eiwit heen moet? Door signaal (bepaalde volgorde
aminozuren): targeting sequence.
Eiwitsynthese aan het RER
Alle eiwitten die buiten de cel of in membranen terecht
moeten komen worden aan het RER gemaakt
Ribosoom mRNA van 5’ naar 3’ aflezen
o Eerste stukje: ER signal sequense
(hydrofoob dus goed in membraan zitten)
ER signal sequence + ribosoom herkent door
Signal Recognition Particle (SRP)
SRP-receptor in ER membraan bindt SRP, knipt deze af (recyclen) en synthese verder
Eiwit door kanaal naar lumen van ER gesynthetiseerd
Signal peptidase: knipt ER signal sequence
o Altijd eerst N-terminus gesynthetiseerd
Typen (trans)membraaneiwitten
Als er 2e hydrofobe sequentie in eiwit zit: stop-transfer sequence
o Dit stukje blijft ook hangen in membraan -> de rest van het eiwit dus aan de cytosol
kant gesynthetiseerd: transmembraaneiwit
Type I membraaneiwitten: N-terminus in lumen ER, C-terminus in cytosol
Type II membraaneiwitten: ER signal sequence verder van N-terminus af en wordt ook niet
afgeknipt, na synthetiseren N-terminus in cytosol, C-terminus in lumen ER
Multi-spanning: elke hydrofobe sequentie in eiwit is transmembraandomein
GPI-anker: ligt in het membraan dmv 2 vetzuurstaarten en een kopgroep die kan binden met
lysines van eiwitten die op deze manier vast komen te liggen aan membraan.
Post-translationele modificaties in ER
Nieuwe (membraan)eiwitten van ER ondergaan 4 belangrijke typen modificaties:
1. Vorming disulfidebruggen
o Covalente bindingen tussen 2 cysteïne groepen
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maevannoordennen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.