Samenvatting week 8
Van literatuuronderzoek naar conceptueel model
In deze taak gaan we praktisch aan de slag met het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Wat
zijn de dingen die u wel moet doen bij literatuuronderzoek en wat zijn de dingen die u juist niet moet
doen? Nadat publicaties zijn verzameld, is het zaak deze op een goede manier te verwerken en te
gebruiken. Meer specifiek, het gaat om: doorlezen, samenvatten, analyseren en uiteindelijk
synthetiseren van wetenschappelijke literatuur.
De volgende stap is nu om op basis van de probleemstelling en deelvragen te komen tot een
conceptueel raamwerk (“conceptual framework”). In het conceptueel raamwerk komen de relaties
terug tussen de elementen die u wilt onderzoeken aan de hand van de onderliggende theorie. Het is
echter geen losse verzameling van elementen, zoals uit dit citaat blijkt: “There is little agreement
about what constitutes strong versus weak theory in the social sciences, but there is more consensus
that references, data, variables, diagrams, and hypotheses are not theory.” (Sutton, R.I. & Staw, B.M.,
1995, What Theory is Not, Administrative Science Quarterly, Vol. 40, No. 3, 371-384) Met andere
woorden, het conceptueel raamwerk (“theory” in dit citaat) is geen verzameling van losse elementen
(referenties, data, enz) maar een geïntegreerd geheel. Een conceptueel raamwerk geeft daarbij: (1)
de afbakening van het onderzoekselement, (2) de selectie van de eigenschappen (variabelen), en (3)
de relaties tussen deze variabelen. Een conceptueel raamwerk is een afbeelding van de werkelijkheid
waarbij de relaties tussen variabelen schematisch worden weergegeven. Is er sprake van een
oorzaak-gevolg relatie, dan wordt er een directe pijl geplaatst tussen twee variabelen: het
vertrekpunt geldt als oorzaak (verklarende variabele, ook wel onafhankelijke variabele), het eindpunt
geldt als gevolg (te verklaren variabele, ook wel afhankelijke variabele).
In kwantitatief onderzoek wordt het literatuuronderzoek standaard afgesloten met de presentatie
van het conceptuele raamwerk. Daarbij zijn alle variabelen besproken (conceptuele definities) en de
veronderstelde relaties tussen de variabelen (hypothesen). Vaak is het conceptuele raamwerk
gebaseerd op een bestaand onderzoek, alleen is getracht om het model op een of andere manier te
verrijken of te verbeteren. De impliciete boodschap van een conceptueel raamwerk is dan ook dat
het relaties bevat die nog niet eerder (in voldoende mate) zijn onderzocht. Het wijst met andere
woorden ook op de ‘gap in the body of knowledgde’ waar het onderzoek een bijdrage aan wil
leveren. De wetenschappelijke relevantie van (afstudeer)onderzoek kan gevonden worden door een
beter, aangevuld conceptueel model op te stellen. Een bestaand conceptueel raamwerk kan op
verschillende manieren bijgesteld worden. Bijvoorbeeld door de te verklaren variabele(n) aan te
passen, maar dan is eigenlijk sprake van een geheel nieuw onderwerp (dit is niet de meest gangbare
of aan te raden methode). Beter is het dan ook om te kijken naar de veronderstelde relaties tussen
variabelen. Zijn additionele variabelen toe te voegen, zodat we het effect van de onafhankelijke
variabele op de afhankelijke variabele beter kunnen verklaren? Zijn er additionele of andere relaties
tussen variabelen te leggen?
Na het maken van het conceptueel raamwerk is de volgende stap op basis van wetenschappelijk
literatuuronderzoek het maken van het empirisch model. Bij het empirisch model wordt het
conceptueel raamwerk als het ware geoperationaliseerd. Van zowel de elementen als de relaties uit
het conceptueel raamwerk wordt aangegeven hoe deze gemeten worden in het empirisch
onderzoek. Daarnaast wordt ook aangegeven hoe het onderzoek uitgevoerd gaat worden. Aspecten
die daarbij minimaal genoemd moeten worden zijn:
- waar wordt het onderzoek uitgevoerd?
- wie voert het onderzoek uit?
- wat wordt precies onderzocht?
- in welke periode wordt het onderzoek uitgevoerd?
- hoe worden de onderzoeksdata geanalyseerd?