Alle groene woorden/stukken tekst zijn aspecten die terugkwamen in de oefententamens
Gebouwtechniek college 1 Huisvesting en Technologie
- Becommentarieert relevante facilitaire begrippen en trends
- Benoemd relaties tussen de beleving van gebruikers en feitelijke prestaties van
facilitaire technische voorzieningen
- NEN-EN-ISO 41011 is tentamenstof
Definitie FM: Facility management is het management van alle diensten die gerelateerd zijn
aan de werkomgeving en die nodig zijn om mensen te ondersteunen bij hun streven naar
toegevoegde waarde. (Niet onthouden, geen tentamenstof)
Definitie FM volgens de NEN-EN-ISO 41011
- NEN: organisatorische functies die mensen locaties en processen integreert binnen de
bebouwde omgeving met als doel de levenskwaliteit van mensen en productiviteit te
verbeteren. (Tentamenstof)
FM en Technologie in relatie met elkaar:
- Het verzamelen van big data en het duiden hiervan die je kan gebruiken om je
diensten te monitoren en te verbeteren. Bij verbeteren gaat het over kwaliteit.
Smart buildings:
- Gebouwen waarbij big data (technologie) en FM worden gecombineerd en
samenkomt.
- Maken inzichtelijk hoe gebruikers een gebouw precies gebruiken. Denk aan een
werkplek die communiceert met het bureau, de stoel en het licht. Of een technologie
die kijkt hoeveel mensen er in een klaslokaal komen en hoe vaak om het
schoonmaakrooster daarop aan te passen.
- Is een investering die je op de lange termijn gaat terugverdienen.
- Je kan hier je dienstverlening op aanpassen, bijvoorbeeld schoonmaak.
Asset
Iets dat waarde voor een organisatie heeft. Wat deze waarde is en welke vorm deze waarde
heeft is afhankelijk van de organisatie en de stakeholders. Voorbeelden van asset zijn
technische installaties, machines, voertuigen, infrastructuur, kunstwerken, gebouwen en niet
tastbare dingen als bijvoorbeeld big data.
Definitie asset management
Gecoördineerde activiteit van een organisatie om toegevoegde waarde van assets te realiseren.
Definities volgens de NEN 41011
Activiteit
- Taak of taken die een bijdrage levert/leveren aan de totstandkoming van een levering
(3.7.9)
Organisatie
- Persoon of groep personen die zijn eigen functies heeft met verantwoordelijkheden,
bevoegdheden en relaties om haar doelstellingen (3.7.8) te realiseren
o Opmerking 1 bij de term: Het begrip organisatie omvat maar is niet beperkt tot
eenmanszaak, bedrijf, vennootschap, firma, onderneming, autoriteit,
, partnerschap, liefdadigheidsinstelling of genootschap, of een deel of
combinatie daarvan, wel of niet erkend als rechtspersoon, publiek of privaat.
Assets
- Item, object of entiteit (3.7.11) die/dat potentieel heeft of actuele waarde toevoegt aan
een organisatie (3.3.1)
Assets valt onder te verdelen in:
- Land
- Buildings
- Factories
- Furniture
- Equipment
Het meten van dienstverlening:
Een bedrijf heeft een missie die vertaald wordt in een visie. De visie wordt vertaald in een
strategie en deze wordt vertaald in een beleid.
- Met een strategie geef je richting aan het beleid van een organisatie.
- Met beleid geef je uitvoering aan de strategie.
- Het beleid wordt vertaald in doelstellingen. Een doelstelling geeft het resultaat aan dat
je beoogd te bereiken. Soms moet een doel bijgesteld/bijgestuurd worden als je ziet
dat een doel niet wordt behaald, dit wordt sturing genoemd.
Bedrijven meten continue of hun doelstellingen behaald worden. Meten is weten!!
De waardeketen van Porter (opfrisser)
- Met boven in het primaire proces
- Met onder in het secundaire proces (Slim inkopen)
- Gezamenlijk dragen ze bij aan het doel (de punt) te behalen. (Meer omzet)
PDCA cyclisch
Om te kunnen meten voeren bedrijven de PDCA cyclisch uit. Meten is het proces om waarde
vast te stellen. Een te meten resultaat wordt gemonitord door middel van controleren, toezicht
houden of kritisch te observeren
- Doel PDCA cyclisch is dat de dienstverlening, taken en werkzaamheden zoals het
overeengekomen Plan na Uitvoering (Do) voortdurend wordt Gemonitord (Check) en
daar waar nodig is proces worden bijgesteld of verbeterd (Act) en dat het plan moet
worden aangepast.
,Redenen voor sturing/meting
1. Aanpassen aan gewijzigde omstandigheden (Corona heeft grote impact op bedrijven,
horeca en events)
2. Verminderen van fouten en het voorkomen hiervan.
3. Kunnen omgaan met complexe organisaties.
4. Minimaliseren van de kosten.
In een organisatie wil men alle activiteiten in de richting van doelstellingen sturen. Een
werkproces bestaat uit meerdere activiteiten om het einddoel te behalen. Belangrijk om een
Plan uitwerken tot een actieplan zodat de activiteiten gemeten kunnen worden en eventueel
bijgestuurd.
- Veel bedrijven werken met regelkringen om bij te sturen en te meten. Dragen de
activiteiten bij aan het behalen van mijn doelstellingen. Meten > vergelijken met het
doel > Nee, dan bijsturen! Of het doel aanpassen omdat deze onrealistisch is!
- Een doel moet vertaald worden naar Kritische succes factoren (KSF), naar een
Prestatie indicator (PI) en een Norm.
o KSF > maak je duidelijk waar je goed in moet zijn om je doel te kunnen
bereiken. Deze moet je vertalen naar een PI
o PI > maak je een KSF meetbaar mee. Het is een waar te nemen onderwerp, een
meetbare eenheid. (Het aantal klachten, de wachttijd bij een balie, het aantal
klanten, percentage uitval tijdens productie) Gaat niet alleen over wat je moet
meten, maar gaat ook over de norm.
o Norm > Bijvoorbeeld max 10 klachten per dag of max 5 minuten wachttijd bij
de balie.
- Om te kijken of een bedrijf op koers ligt met hun doelstellingen doen veel bedrijven
benchmarken.
o Benchmarken: Proces (3.5.1) waarbij processen, prestaties (3.8.3) en/of
kwaliteit (3.7.1) worden vergeleken met dezelfde praktijkomstandigheden,
onder dezelfde condities en met vergelijkbare metingen.
, Trends
- Technische ontwikkelingen
o Directe technologische ontwikkelingen: Door toepassing van technologische
ontwikkelingen/vernieuwingen zoals een intelligent gebouw.
beheersingssysteem.
▪ Klimaat- en verlichtingsinstallaties
▪ (IoT) Internet of Things: Steeds meer apparaten via internet aan elkaar
gelinkt zijn. Bijvoorbeeld met sensoren als het gaat om binnenklimaat
o Indirecte technologische ontwikkelingen: Vernieuwingen die door gebruikers
worden toegepast wat leidt tot aanpassingen. (Thuiswerken)
- Maatschappelijke ontwikkelingen
o Aanscherping van wet- en regelgeving en de noodzaak om naleving daarvan.
Voornamelijk als het gaat om duurzaamheid.
o Aandacht voor duurzaamheid en energieverbruik. Opwarming van de aarde en
de grondstoffen raken op.
o Aandacht voor binnenmilieu kwaliteit. Licht, geluid en tempratuur.
o Duurzaamheid voor bestaande assets. Bijvoorbeeld voor oude gebouwen.
- Markteconomische ontwikkelingen
o Life cycle cost (LCC): Hiermee kunnen investeringen en onderhoudskosten
over de gehele levensduur van een vastgoedobject optimaliseren. Geld
wegzetten in tijd. Geen kort termijnplanningen als het gaat over investeringen
en onderhoudskosten. (KOSTEN)
o Life cycle economie (LCE): Naast de kosten ook naar de baten kijken. Wat
levert het op.
o Integraal beheer en uitvoeringsplan: Meer jaren onderhoudsplan of prognose
was voornamelijk gebaseerd op een theoretisch onderhoudsfrequentie en
levensduur gericht op veroudering gebreken. (Niet passief, maar actief. Kost
geen geld, maar levert het op)
o Beheersing van het proces asset- en onderhoudsmanagement
Invloed van ruimtelijke omgeving op gebruikers
Healthy buildings, healthy people. De fysieke omgeving (Binnenmilieu, ruimte en
functionaliteit, kleuren, etc) is van invloed op de ervaring van de omgeving. Elk persoon
ervaart de omgeving op een eigen manier. Verschilt dus per persoon hoe je reageert (fysiek,
emotioneel of cognitief. Dit zorgt vervolgens voor bepaald gedrag. Healthy buildings hebben
een positief effect op je ervaring waaruit uiteindelijk positief gedrag naar voren komt.
