Week 1 (H13, H26.1 en H26.4)
Interne communicatieprofessionals: In vaste dienst van een organisatie, focus ligt meer op
de regie dan de realisatie van communicatiemanagement.
Externe communicatieprofessionals: Tijdelijk in te huren, werken vaak vanuit een netwerk of
een bureau. 7500 interne communicatieprofessionals ½% van de publiekssector.
Intern:
- werkzaam in loondienst
- focus ligt op de regie van communicatiemanagement in de vorm van advies en
beleid, de breedte van dit werkveld word ook wel corporate communicatie genoemd.
- hoe groter de organisatie, hoe groter het percentage professionals
- teksten schrijven, sites beheren
- kiezen de communicatiemiddelen
- communicatieprojecten
- kwaliteitsbewaking van de communicatie
Extern:
- werkzaam als inhuurkracht
- focus op realisatie van communicatiemanagement. Het advies geven is hier af en toe
ook onderdeel van
- kleine bureaus en ZZP’ers
- minder dan 10 werkzaam bij een bureau
Publiekscommunicatie richt zich op kennis, houding en gedrag van burgers ten aanzien van
een bepaalde issue.
Actor: overheidsorgaan, een particulieren organisatie die een belangrijke rol speelt op een
bepaald beleidsterrein.
,Overheid
Het hoogst bevoegd gezag op een bepaald territorium of grondgebied.
Overheidscommunicatie is communicatie van, door, via en met de overheid en haar
bestuurslagen.
Doel – Voldoen aan het recht van burgers op informatie van de overheid. Burgers hebben
recht op communicatie met de overheid door informatie te vragen, meedenken, meningen
geven en klachten uiten.
Communicatie van de overheid:
- Verkondigen: verkondigen van neutrale informatie (overheidsvoorlichting).
- Beinvloeden: met nudging, voorbeeld mono
- Betrekken: meeweten, meedenken, meedoen, meebeslissen.
- Profileren: overheidsdiensten begrijpelijker en aantrekkelijker maken.
Campagnes van de overheid richten zich op kennis houden en gedrag.
Onder de overheid vallen:
- Organisatie en werknemers van de overheid
- 12 ministeries
- 160 rijkdiensten
- adviescolleges
- hoge colleges van staat (1e kamer, 2e kamer, raad van state, nationale
ombudsman)
Grootste werkgever van Nederland (ongeveer 1 millie werkenemers) ongeveer 7500
communicatieprofessionals.
“De overheid doet wat over is”
- de overheid doet alleen wat er nog niet is en waar wij van vinden dat er iemand is die
daarvoor zorgt.
De functies van de overheid (macht):
- het zorgen voor het welzijn en gezondheid van de mensen;
- zorgen voor de staatsveiligheid;
- zorgen voor de openbare orde;
- het tegengaan van marktimperfectie.
*Wie macht heeft moet tegenmacht hebben. Daar ligt een belangrijke taak van de
communicatieprofessionals.
De overheid moet op een rechtvaardige manier schaarste verdelen.
- doel: publieke taken uitvoeren om samenleving te laten functioneren
- heeft wettelijke monopolies
- oefent gelegitimeerde machts- en zelfs geweldstaken uit
- zorgvuldigheid staat centraal bij uitvoering
- plicht tot openbaarheid, vastgelegd in o.a de grondwet en wet openbaarheid van
bestuur.
, Politiek
Een organisatie die erop is gericht om invloed te krijgen op overheidsbeleid in een bepaald
gebied (NL).
Doel – Directe politieke invloed om maatschappij te beïnvloeden.
- wil invloed op overheidsbeleid ( geografisch gebied )
- willen hun ideale samenleving realiseren
- Doel vergelijkbaar met NGO maar dan met directe politieke invloed
- inkomsten deels van overheid, deels van partijleden of donateurs
- Politieke partijen hebben andere beelden over omvang en taken van de overheid
- Beïnvloeden dus de overheidscommunicatie, vaak over de vraag hoeveel
gedragsbeïnvloeding gewenst is.
NGO’S (Non Gouvermentele Organisaties)
Organisaties die zich naast de overheid op een publieke taak richten omdat ze vinden dat de
overheid onvoldoende oplossingen biedt. Gericht op politiek of maatschappelijk doel,
meestal onafhankelijk van de overheid.
Richten zich vaak op milieubescherming, gezondheid, ontwikkelingswerk, bevorderen van
mensenrechten.
Het belang van een NGO hoeft niet per se idealistisch te zijn. Ze hebben wel vaak een
eenduidig thema waar ze zich mee bezig houden. gericht op politiek of maatschappelijk doel
voor een betere samenleving.
- meestal onafhankelijk van de overheid;
- Inkomsten: donateurs, goededoelenloterijen en heel soms subsidie;
- Zowel idealistisch, soms ook praktisch belang;
- Gaat meestal om een afgebakend thema.
- Doel door: lobby, voorlichting, educatie, actie en praktisch werk.
- Voorbeelden: milieu, gezondheid, mensenrechten.
Ondernemingen
De tegenhanger van de publieke sector is de private sector – Niet collectief/ maatschappelijk
gefinancierd. Ze communiceren steeds meer met stakeholders en niet alleen met
aandeelhouders. Ze communiceren ook vaak over issues . Maatschappelijke weerstand kan
een bedreiging zijn voor het succes en het bestaansrecht van een organisatie.
- private sector is tegenhanger van publieke sector
- gericht op winst, dat is nodig voor het voortbestaan van het bedrijf
- toenemend belang van communicatie met stakeholders naast de shareholders
( aandeelhouders)
- Vaak communicatie over ‘issues’: kwesties waarbij veel op het spel staat
- maatschappelijke weerstand kan succes (of bestaansrecht) bedreigen.
- Communicatie door paid, owned en earned media.
Er bestaan ook mengvormen van kenmerken van actoren.