Dit is een samenvatting van de hoorcolleges van Nieuwe Tijd. Hierin staan de belangrijkste thema's van de docenten behandeld. Het is compleet en heeft niet alleen mij erg geholpen, maar ook andere studenten van de opleiding.
Nieuwe Tijd
Hoe heeft Europa de sprong kunnen maken van een in de Middeleeuwen naar
binnen gerichte en mondiaal nog onderontwikkelde cultuur naar een in de
negentiende eeuw wereldwijd toonaangevende en zelfs dominante cultuur?
Waarom toch een apart tijdvak?
- Op Politiek gebied ontstonden staatsvormings-processen onder leiding van ‘nationale’
koningen. Van standenmaatschappij naar klassenmaatschappij.
- Op religieus en cultureel gebied zijn er de Renaissance, het humanisme en de Reformatie,
de Verlichting en de Romantiek.
- Op Economisch gebied luidde de ontdekking van in het bijzonder Amerika het ontstaan
van een kapitalistische wereldeconomie in. Een serie van uitvindingen en bijzondere
personen.
Renaissance in Italië
Vanaf 1300 wordt de handel in Italië steeds belangrijker. Naast deze handel spelen ook andere
zaken van belang die ervoor hebben gezorgd dat de Renaissance in Italië plaatsvond namelijk:
● Ook de kruistochten spelen voor de Italiaanse steden een belangrijke rol (voor de
bevoorrading). Deze kruistochten veroorzaakte economische opleving.
● Ook vindt hier de emancipatie van de stedelijke burgerij plaats. Dit worden langzaam
stadstaten.
● Italië speelt ook een belangrijke rol in de Middellandse zeehandel. → er komt geld
binnen en bovendien komen de ambachten tot gang.
● Ook speelden de oprichting van banken en de wisselbrief van belang. Door de
wisselbrief hoefde je niet met veel geld rond te reizen. Je kon de wisselbrief ergens
anders inleveren→ er kwamen banken.
Door het verbeteren van de Italiaanse schepen kon er meer vracht en op grotere afstand
handel gedreven worden. In Florence wordt hoogwaardig textiel gemaakt voor de handel
waardoor deze stad erg rijk wordt.
De steden
De steden in Italië waren het grootst in Europa. Bovendien waren de Italianen erg trots op hun
stad.
Voor de adel was er op het platteland niet veel geld te verdienen. Zij verhuizen daarom naar de
stad. Hierdoor ontstaat er bloeiende steden met een vermenging van verschillende functies
(handelaren, bankiers etc.).
,De stadstaten
De belangrijkste stadstaten in Italië waren: Venetië, Milaan, Florence, De Pauselijke staat en
het Koninkrijk Napels. Deze stadstaten beheersten het omringende land.
Er vind geen vorming plaats van een nationale staat in Italië. Dit komt doordat de steden erg
trots zijn op hun eigen stadstaat. Er vindt wel een balance of power plaats. Als er een stadstaat
te machtig wordt dan gaan de andere stadstaten samenwerken om de dominante stadstaat
tegen te werken.
Ook ontstaat er een soort diplomatie tussen de verschillende stadstaten. Zij steuren
ambassadeurs uit naar elkaar om te proberen te voorkomen dat er te veel oorlog wordt
gevoerd.
Ook kende deze stadstaten een mercantilistische politiek. Dit was een economische politiek. Zij
probeerde hiermee hun handelsbalans zo positief mogelijk te maken.
Het bestuur
Er ontstonden vrije burgers zij waren politiek en economisch onafhankelijk van de lokale adel.
Deze vrije mannen hebben een commune. Dit zijn burgers van een stad die samen gaan
werken. Ook komt de lokale adel naar de stad→ er ontstaat een vermenging van de
commerciële elite en dit vormt het bestuur→ oligarchie (bestuur van weinigen).
Er ontstonden oorlogen tussen de verschillende stadstaten. Zij huurde vaak legeraanvoerders
in. Zij kregen veel macht door het voeren van oorlog→ ze vervingen de oligarchie door
despoten (bestuur van een iemand die de macht naar zich toetrekt).
De basis van de macht van de despoten waren: politiek vernuft, militaire kracht, verstandige
huwelijkspolitiek en een goed functionerend ambtelijk apparaat.
De winsten van de kooplieden werden in de stedelijke industrie geïnvesteerd. Zij gingen mooie
kunst aanschaffen en probeerde hiermee hun macht te laten zien.
Civilta
De paleizen in de stad waren in het begin heel schaars, maar dit veranderde. Ze werden meer
aangekleed. Er kwamen kunstwerken, meubels en beelden.
De trotsheid van de stad was ook te zien in andere gebouwen in de stad.
Het leger
Condottieri: waren aanvoerders van legers van huurlingen en werden ingehuurd door de
Italiaanse stadstaten.
Een condotta was en voorwaardelijk contract tussen een stadstaat en de condottieri. Als een
condottieri veel macht krijgen door het voeren van oorlog kunnen zij de macht grijpen in de
stadstaat. De condottieri waren het einde van het ridderideaal.
Humanisme
,Francesco Petrarca (1304-1374) wordt gezien als de vader van het humanisme. Humanisten
bestuderen de Latijnse en de Griekse letterkunde. Zij leggen de nadruk op wat de mens heeft
bereikt, hun interesses en de mogelijkheden. Zij willen zich ontplooien. Zij deden dit vanuit een
christelijk standpunt.
Het hof
In de verschillende stadstaten ontstaan verschillende hoven. Dit was het centrum van de
macht en cultuurvernieuwing.
Castiglione heeft hiervoor een handboek geschreven; de hoveling.
Politiek en wetenschap
In de verschillende stadstaten ontstaan er allerlei verschillende ideeën over de politiek.
Nicolo Machiavelli (1469-1527) komt met zijn publicatie van; de Vorst. Volgens hem is een
goede regering effectief en moet de heerser zijn macht vergroten. Volgens hem is de moraal
ondergeschikt aan een effectieve machtspolitiek. Hij wordt gezien als de grondlegger van de
moderne politieke wetenschapper. Hij zet het politiek los van het geloof.
Florence: Bakermat van de Italiaanse renaissance cultuur
Cosimo de Medici (1389-1464) Hij was de oudste zoon van een bankier. Hij was een groot
zakenman en bankier. Hij kreeg veel steun van de gewone bevolking en heeft daardoor veel
macht. Na 1434 nam hij de macht over in de stad en het bestuur. Hij was groot
kunstverzamelaar en doneerde veel aan de stad.
Het Uffizi
Het Uffizi is een van de oudste bekendste kunstcollecties ter wereld. De Medici familie heeft
dit opengesteld om hun macht te legitimeren. Het is in de 16e eeuw gebouwd in opdracht van
de Medici familie.
Platonische Academie
De Academie is een informele club van geleerden die onderzoek deden en met elkaar
discussieerden over onderwerpen als filosofie en literatuur. Er werd hier een verbinding gelegd
tussen het christendom en de filosofie van Plato.
Architectuur
Filippo Brunelleschi (1377-1446) is een architect en ontdekker van het centraal perspectief.
Hij was de eerste bouwmeester die de leiding had over het totale bouwproces.
Baptisterium San Giovanni
De paradijsdeuren gemaakt. Deze deuren zijn door Lorenzo Ghiberti. In dit werk is veel
dieptewerking te zien.
Gilden
, De popolo grasso waren de bovenlaag van de bevolking en de welvaart in Florence kwam
vooral ten goede bij hen.
De leden van de vette gilden: wolhandelaren, lakenhandelaren, bankiers zijdewevers,
bontwerkers, artsen en apothekers vormden de belangrijkste machtsfactor in de stad.
Deze gilden hadden een stadspaleis met kantoren, archieven, kanseliers en penningmeesters
en zelf een rechtbank. Ieder lid van deze gilden betaalde contributie zodat met dat geld andere
leden van het gilde geholpen konden worden. Ook werd er met dit geld van de contributie
betaald voor de bouw en de versiering van de stad.
Politieke ontwikkelingen
Italiaanse oorlogen 1494-1559
Er ontstaat politieke verdeeldheid tussen de stadstaten. Milaan kan zich niet handhaven tegen
Florence en vraagt de Franse koning om hulp→ de Italiaanse renaissance dooft uit. Na de
pulndering van Rome in 1527 worden veel kunstschatten geroofd, waardoor er definitief een
einde komt aan de renaissance in Italië.
Gevolg: de economische ontwikkelingen veranderen. In het noordwesten krijgen de steden in
het noord-westen van Europa meer macht.
Kunst in de Renaissance
Het economische zwaartepunt verschuift. Vooral de kunst in de renaissance was belangrijk.
Giogrio Vasari (1511-1574) in zijn boek Vite vat hij de werken van Italiaanse kunstenaars
samen. Hij kwam met een nieuw fysiek beeld van de mens gebaseerd op archeologische
vondsten.
Nieuwe elementen waren; juiste anatomie, perspectief, diepte, individualisme, originaliteit en
harmonie.
Giotto di Bondone (1266-1337) hij was de eerste kunstenaar, die de ontwikkeling van de
renaissance op gang bracht. Zijn figuren krijgen een zekere lichamelijkheid, los van de
geestelijke kracht van de middeleeuwen.
Periodisering renaissance
Vroege renaissance (1420-1500).
Hoge renaissance (1500-1530).
Manierisme (1530-1600).
Beeldhouwkunst
Donatello (1415-1417) was de beeldhouwer die los komt van de middeleeuwse traditie die het
beeld losmaakt van de achtergrond.
Het individu was in de kunst erg belangrijk.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nathangossink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.