Marketing Samenvatting (PEA)
Week 1: Wat is marketing
H1
Marketing = omvat alle activiteiten die de koper en de verkoper bij elkaar brengen. Inspelen
op de wensen en behoeften van een klant
Verkopen = zien kwijt te raken wat je op de plank hebt liggen.
Marketingmix: product, plaats, prijs, promotie
- Als een van de vier elementen niet klopt, wordt een product niet goed verkocht.
Algemene economie: mens in zijn streven naar welzijn. Moeder van de commerciële
economie en bedrijfseconomie. Bestaat uit micro, meso, macro.
Commerciële economie: aandachtspunten over inkoop- en verkoopbeleid. Bestuderen
houding en gedrag van de consument. Producten kunnen optimaal worden afgestemd
Bedrijfseconomie: economische aspecten van activiteiten binnen de bedrijfshuishouding,
financiering, interne organisatie
- micromarketing: kijken marketing vanuit het management van een bedrijf
- macromarketing: kijken naar systeem van een maatschappij, marketingproces
- mesomarketing: gezamenlijk uitgevoerde marketingactiviteiten van bedrijven die
actief zijn op dezelfde markt.
Marketingconcept: ondernemingsfilosofie. Mindset van de manager die bij zo veel mogelijk
beslissingen wensen en behoeften van de klant centraal stelt
, 1. Tevreden klanten klant is koning. Je kan niet iedereen zin geven. Keuzes maken.
2. Geïntegreerde aanpak marketinggericht bedrijf of product- verkoopgericht
3. Breed omschreven werkterrein om snel aanpassen in veranderende behoeften op
de markt, kiezen bedrijven voor ruime formulering van werkterrein.
4. Concurrentieanalyse in kaart brengen van kansen en bedreigingen en sterke en
zwakke punten.
5. Marktonderzoek en doelgroep keuze systematische analyse is essentieel voor
besluitvorming
6. Winstbijdrage winst is belangrijker dan de geboekte omzet.
Marketing is niet per se om de vraag te verhogen, maar tevreden kopers te hebben, werken
aan de reputatie van het bedrijf, relatie met de koper, in de hoop dat zij vaste klanten
worden.
Taak 1: wensen en behoeften opsporen
- Consumentengedrag = als de consument op basis van zijn wensen en behoeften in
actie komt.
Taak 2: inspelen op de vraag met de marketingmix en 3 R’s
De drie R’s:
1. Reputatie: het beeld dat de klant van het bedrijf en zijn merken heeft. Verkoop een
kwaliteitsproduct, goede service op lange termijn, persoonlijk contact
2. Relatie: interactie met de klant. Ontstaan van binding en loyaliteit
3. Respons: de consument zoekt afwisseling en wil steeds meer en beter. Bied
verschillende dingen aan.
Inzet van de 3 R’s je kan het aanbod voor klanten individualiseren. Dat zorgt voor een
tevreden consument waardoor er ook een relatie ontstaat, creëren en uitwisselen van iets
van waarde. Biedt wat aan
Week 2: Inspelen op de wensen en behoeften van de klant
,H1
Producteigenschappen:
Fysieke product Gewicht, smaak, geur. Herkenbare eigenschappen van het
product, vaak weinig verschillen bij concurrentie
Uitgebreide product Omvat ook de rest van de marketingmix, toegevoegde
eigenschappen, ( thuisbezorging, kredietverlening, extra’s
voor de klant )
Totale product Product bekijken vanuit de toegevoegde waarde zoals de
consument die ervaart. Benefits waarnaar de kopers
opzoek zijn
Consumentenproducten/consumptiegoederen = games, cosmetica, worden verkocht aan
individuele klanten voor eigen gebruik. Kopers heten finale afnemers
Zakelijke/industriële producten = geleverd aan organisaties die ze op hun beurt
doorverkopen of gebruiken in hun eigen productieproces
Convenience products: producten die de consument vaak koopt zonder zich te willen
inspannen (zeep, benzine, melk) de koper besteedt weinig tijd aan het vergelijken van de
prijs en kwaliteit.
- Frequent gekochte producten (brood)
- Spontaan gekochte impulsproducten (zonder beslissing pakje kauwgom)
- Noodproducten (paraplu) alleen als het urgent is
Shopping products: producten die de consument al winkelend vergelijkt op kwaliteit, prijs,
stijl voordat er wordt gekozen. (Fietsen, camera’s, kleding). Kunnen homogeen en
heterogeen zijn. Service en garantie is cruciaal. Denk ook aan reclame maken en acties
aanbieden
, Specialty products: producten of diensten waarvoor consumenten bereid zijn nodige moeite
voor te doen (auto’s, kinderopvang) vervangend merk is niet acceptabel. Als een grote groep
kopers een duidelijke voorkeur heeft. Te koop in een beperkt aantal winkels.
Unsought products: niet gewilde producten, consument koopt ze niet of koopt ze pas totdat
hij die echt nodig heeft om een probleem op te lossen.
- Regular unsought (uitvaartpolis, maken van een testament)
- New unsought, producten die maar net op de markt zijn (online software, apps)
marketeers moeten hiervoor belangstelling wekken
Productlevenscyclus
Introductie - Investeren in marketingcommunicatie
- Omdat ze omzet nog laag is moet het bedrijf de financiële
positie bewaren
- Geen directe concurrentie, tijdelijke monopolie
- Beperkte distributie
Snelle groei - Verkoop gaat sneller, product slaat aan, mond-op-
mondreclame ontstaat
- Voorlopig niet de prijzen verlagen
- Distributie wordt intensiever
Afnemende groei - Rijpheidsfase, de omzet groeit wel maar minder snel
- Eind deze fase hebben alle potentiele consumenten wel 1x het
product gekocht
- Strijd om het marktaandeel met concurrenten
- Bedrijven verlaten de markt
Volwassenheid - Zijn hoogste punt, licht dalen, winst blijft afnemen
- Marktaandeel verdedigen, zoeken naar kleine veranderingen
- Verbruik proberen te stimuleren en interesse houden
Neergang - Verkopen beginnen te dalen door verzadigde markt
- Kosten per eenheid neemt toe
- Oogstrategie: aanbieder laat minst lucratieve dingen vallen
Bruikbaarheid plc kijken naar productklasse is een veel te algemene categorie voor een
analyse op basis van de plc je moet gaan kijken naar producttypes. Ook op het niveau van
merk kan er geen goede analyse worden gemaakt.
2 doelstellingen bij strategie voor nieuwe producten: marktaandeel verhogen en winst op
lange termijn maken.
-productinnovaties: producten die voor de consument en het bedrijf nieuw zijn
-productmodificaties: verbetering van bestaande producten