Psychologie tentamen
Artikel 1: gedrag Wijsman
Gedrag van mensen
Psychologie
= de wetenschap die zich bezighoudt met het gedrag van de mens als individu.
Sociale psychologie
= bestudeert de wisselwerking tussen het individu en zijn sociale omgeving.
Sociologie
= bestudeert de manier waarop mensen samenleven binnen bepaalde gemeenschappen of
samenlevingsverbanden.
Gedrag
= bestaat uit waarneembare handelingen en uit vormen van innerlijke activiteit die kunnen leiden tot
waarneembare handelingen.
Sociale factoren
= gedrag afstemmen op verwachtingen van anderen. Imitatiemodel, nemen bewust en onbewust
gedrag van anderen over. Identificatiemodel, identificeren en vereenzelvigen ons met hen.
Werksituatie.
Culturele en spirituele factoren
= opvattingen, waarden en normen. Spirituele factoren, geloofsovertuiging.
Fysische en geografische factoren
= klimaat.
, Artikel 2: perceptie, Robbins en Judge
Wat is perceptie?
Perceptie
= het mentale en grotendeels onbewuste proces waarin
mensen hun zintuiglijke indrukken ordenen en interpreteren
om zin te geven aan hun omgeving.
Factoren die perceptie beïnvloeden
De waarnemer zelf: iemand waarnemen, er vormt
automatisch een interpretatie.
Het waargenomen object: eigenschappen van het
waargenomen object (luidruchtig, lelijk).
De waarnemingscontext: omgeving, locatie,
belichting, tijdstip, gebeurtenis.
Perceptie van personen: gedrag beoordelen
Attributietheorie
= theorie die stelt dat wanneer we iemands gedrag observeren, we proberen te bepalen of aan dat
gedrag interne of externe oorzaken ten grondslag lagen.
Interne oorzaak
= gedrag wordt geacht onder de controle van het individu te
vallen.
Externe oorzaak
= gedrag wordt geacht buiten de invloedssfeer van het individu
te vallen, het gedrag is door de situatie afgedwongen.
Bepalen of gedrag interne of externe oorzaak heeft
Kenmerkendheid: vertoont iemand in andere situaties
soortgelijk gedrag.
Consensus: wanneer iedereen in dezelfde situatie, dezelfde reactie vertoont.
Consistentie: laat de persoon steeds hetzelfde gedrag zien.
Fundamentele attributiefout
= het onderschatten van externe factoren en het overschatten van interne factoren bij de
beoordeling van anderen.
Vertekening uit eigenbelang
= het feit dat mensen vaak graag hun eigen successen toeschrijven aan zichzelf, terwijl ze voor hun
mislukkingen externe factoren verantwoordelijk stellen.
Beslisregels bij het interpreteren van mensen
Selectieve perceptie: bij het horen en lezen van informatie nemen we niet alles waar.
Onbewust selecteren dingen op basis van interesses, attitude en achtergrond.
Halo-effect: op basis van één kenmerk, algemene positieve indruk vormen over iemand.
Horn-effect: op basis van één kenmerk, algemene negatieve indruk vormen over iemand.
Contrasteffecten: beoordeling van personen door onwillekeurige vergelijking met
voorafgaande waarnemingen van andere personen.
, Stereotypering: iemand beoordelen op basis van onze perceptie van de groep waartoe hij
behoort.
Besluitvorming in organisaties: veelvoorkomende fouten
Beslissing
= een keuze uit twee of meer alternatieven.
Probleem
= een discrepantie tussen een bepaalde toestand en een gewenste toestand.
Zelfoverschatting
= het veel te optimistisch inschatten van de juistheid van onze eigen oordelen.
Verankeren (fixatie op eerste indruk)
= de neiging om de als eerst verkregen informatie als uitgangspunt te nemen en vervolgens nieuwe
informatie niet op te nemen.
Bevestiging achteraf
= selectieve waarneming waarin we zoeken naar informatie die onze keuzes uit het verleden
bevestigt en waarbij we informatie naast ons neerleggen die ons eerdere oordeel tegenspreken.
Informatiebeschikbaarheid
Verwijst naar de neiging om kansen en risico’s onjuist in te schatten, door alleen de direct
beschikbare informatie mee te nemen, zonder nader onderzoek van andere gegevens.
Escalerende inzet
= verwijst naar het feit dat iemand vasthoudt aan een beslissing, ook al zijn er duidelijk bewijzen dat
die beslissing fout is.
Ontkenning van toeval
= de neiging om te geloven dat we de uitkomst van willekeurige gebeurtenissen hadden kunnen
voorspellen.
Risicomijding
= de neiging om een zekere uitkomst te verkiezen boven een riskante uitkomst.
Wijsheid achteraf
= de neiging om, als de uitkomst van een gebeurtenis bekend is, ten onrecht te geloven dat we deze
uitkomst correct hebben voorspeld.
Besluitvorming in organisaties
Besluitvormingsprocessen
Rationele besluitvorming: binnen afgebakende grenzen keuzes maken die de nagestreefde
waarden maximaliseren (beste beslisser).
Beperkte rationaliteit: het zoeken van oplossingen die bevredigend zijn in plaats van
optimaal.
Intuïtieve besluitvorming: het maken van keuzes op basis van een onbewust mentaal proces
waaraan een rijke ervaring ten grondslag ligt.
Beslissingscriteria
Nuttigheidscriterium: de ethische waarde van een besluit bepalen op basis van uitkomsten
en gevolgen voor anderen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mariellepleiter. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.