Samenvatting Jeugdrecht
H1: Introductie in het jeugdbeschermingsrecht
1.1. Definitie jeugdbeschermingsrecht)
= Het jeugdbeschermingsrecht regelt de overheidsinterventies tan kinderen en jongeren in POS of die delicten
hebben gepleegd. Interventies betreffen vrijwillige en gerechtelijke maatregelen, uitgevoerd in specifieke
voorzieningen. Bevoegdheid om die interventies te regelen komt grotendeels toe ad gemeenschappen, maar
ook fed staat heeft een aantal bevoegdheden behouden
Belangrijke elementen uit de definitie:
● Je ziet meteen verschil tss VOS en MOF
● 2 soorten interventies: vrijwillige en gedwongen HV
○ Vrijwillige HV → voor MOF en VOS
○ Gedwongen HV → voor MOF en VOS
● Gemeenschap en federale overheidsbevoegdheden
In essentie betreft jeugdbescherming dus overheidsinstanties tav:
1) Mija die zich in een problematische situatie bevinden (= categorie van het jeugdhulprecht)
2) Mija die worden vervolgd wegens het plegen v feiten die ih volwassenenstrafrecht een misdrijf zijn (=
categorie van het jeugddelinquentierecht)
⇒ Het is perfect mogelijk dat jongeren toch beide doelgroepen behoren (MOF en VOS).
Kwalificatieswitch = jongeren in een ernstige VOS, maar waarvoor het OM toch een MOF-vordering opstart op
basis van een in het dossier gezocht (vaak opgeblazen) strafbaar feit. De jongeren kan dan naar een GI terwijl
dit voor een VOS niet of veel moeilijker kan.
x Geen tussenkomst gerecht (buitengerechtelijk) x Door JRB, OM en SDJ
x Tussenkomst jeugdhulpaanbieders, ITP en GV’s x Zowel mogelijk in probleemsituaties (gerechtelijke
x Jongere & gezin werken mee + zijn akkoord jeugdhulp) als wanneer mija strafbaar feit hebben
x Meestal VOS, maar Moffers kunnen hier ook zitten gepleegd (jeugddelinquentierecht)
(bv: drugs, diefstallen… kleinere delicten)
2 bevoegdheidsniveaus
Vlaams niveau Federaal niveau
x Vlaamse gemeenschap x Federale overheid
x Belangrijkste decreet = integrale jeugdhulp →
basis v Vlaamse interventies & regelt jeugdhulprecht
1
,1.2. Algemene beginselen
De beginselen die hieronder worden besproken, gelden voor de 2 grote luiken vh jeugdbeschermingsrecht
(jeugdhulprecht en jeugddelinquentierecht)
1.2.1. Recht sui generis
“Sui generis” karakter vh jeugdrecht:
● Niet als aparte rechtstak maar onderdeel van publiek recht.
● JR sterk beïnvloedt door klassieke strafrecht en sociaalrecht (bijstand en HV aan pers)
● Sociaal recht: bijzondere procedures voor bijzondere doelgroep
● Er is geen andere rechtstak die opgebouwd is zoals het jeugdrecht (burgerlijk recht, strafrecht, sociaal
recht, mija…)
○ Zorgt ervoor dat men binnen het jeugdrecht afwijkende principes heeft vh strafrecht
● Andere aspecten uit bepaalde rechtstakken die van belang zijn:
○ Procesrecht → de procedure van de JRB
○ Mensenrechten → rechten vh kind
○ Sociale zekerheid → sociale rechten van en voor kinderen, gezinsbijslag)
⇒ FUNCTIONEEL RECHTSGEBIED.
● Procedures kunnen afwijken vd klassieke
○ 1 jeugdrechter volgt je vanaf 1ste feit tot dossier wordt afgesloten (meerderjarigheid)
○ Finaliteit vd beschermende maatregelen: jeugd beschermen, niet straffen → ook voor
jongeren die delicten plegen zijn er hulpverlenende maatregelen
○ Bijzondere rechten: specifieke kinderrechten
○ Gezinsgerichtheid: men gaat kijken nr heel het gezin → heel het gezin moet beter gaan →
delict wordt aanzien als symptoom v onderliggend (opvoedings)probleem
■ Met gezin, context (bv school)
■ Kind enkel plaatsen wanneer het nt anders kan → gezin krijgt voorrang
○ Subsidiariteitsbeginsel
■ Enkel in uiterste nood mag kind geplaatst worden
■ Als overheid tussenkomt, moeten ze in de manier waarop subsidiair werken
H2: Bevoegdheidsverdeling
2.1. Historische tijdlijn
Vanaf jaren ‘80: gemeenschappen, gewesten, federale overheid, verdeling v bevoegdheden
2.1.1 Voor de wet van 1912
- Geen autonoom afwijkend kinderrecht
- Mija → strafwaardig
- Indien ze met het oordeel des onderscheids gehandeld hadden → gestraft → leeftijd was een
strafverminderende verschoningsgrond
- Niet volgens het ODO → vrijspraak → mogelijkheid vd rechter om hen TBS te stellen vd regering als
het kind onvoldoende opvoedkundige waarborgen toont.
- Rechter kon hem ook in een speciaal verbeteringshuis of liefdadigheidsinstelling plaatsen
2
,2.1.2. Kinderbescherming (1912)
● Kinderbescherming ontstaan in 1912
● MOF 16 jaar
● Doel: kinderen beneden 16 jaar buiten het strafrecht te stellen.
● Vertonen v pre-delinquent gedrag (landloperij, bedelarij, ontucht…)
● Ouderlijke klacht ad rechtbank bij wangedrag
○ Ouders konden hun kinderen laten opsluiten door kinderrechter
● Ontzetting ‘onwaardige’ ouders → RB 1ste aanleg
○ ‘Slechte ouders’
○ Kinderen van ‘slechte ouders’ gingen niet naar kinderrechter
● Gerechtelijke kinderbescherming
● Maatregelen oplegt door kinderrechter
● OM → magistraten aangewezen die specialiseerde in kinderzaken.
Maatregelen wet 1912:
● Berisping
● Plaatsing: toevertrouwen v mija aan een persoon, private of openbare liefdadigheids- of
onderwijsinstelling.
● TBS ad regering tot aan de meerderjarigheid (bep gevallen tot 25 of 41 jaar) → op verschillende
manieren ingevuld:
○ Voorwaardelijk behoud vd mija bij de persoon die het bewakingsrecht over hem had.
○ Inobservatiestelling in bijzondere instelling
○ Plaatsing in rijks weldadigheidsschool of andere instelling
○ plaatsing bij persoon, private of openbare instelling
○ plaatsing in gesticht of aangepaste bijzondere instelling (v mija met fysieke of geestelijke
beperking)
○ plaatsing in tucht inrichting (v mija die ernstige feiten pleegde) → verlengbaar tot 20 jaar na
de meerderjarigheid (dus tot 41)
2.1.3. Jeugdbescherming (1965)
● MOF 18 jaar (uithandengeving als uitzondering)
● Pre-delinquentie → alle mija in gevaar.
● Kind in gevaar
● Kinderrechter → jeugdrechtbank
● Jeugdbeschermingscomités proberen vrijwillig het probleem op te lossen (sociale / vrijwillige
jeugdbescherming)
● Gerechtelijke en sociale jeugdbescherming
Bevoegdheden jeugdrechtbank:
● ontzetting ouderlijk gezag → nauwe samenhang tss familiale conflicten en problematische situaties
○ Men hoopte dat de oplossingen vh ouderlijk conflict de tussenkomst van de JRB kon
voorkomen.
● Adoptie als beschermingstechniek voor mija.
● Gezinsbijslag → JRB bewaart het kindergeld in belang vh kind
● Uitbreiding maatregelen tav de mija → alle mija in gevaar (dus niet enkel pre-delinquentie)
● Enkele maatregelen zijn identiek voor ‘mija in gevaar’ en ‘delinquente jongeren’
3
, Het ging dus om preventie:
- sociale acties, op vrijwillige basis, voor de mija van wie de gezondheid, veiligheid of zedelijkheid in
gevaar was.
- Duidelijk sprake van complementariteit → er kon doorverwezen worden in geval van mislukking vd
vrijwillige hulpverlening.
- De JBC werkten mee aan de uitvoering vd gerechtelijke bevolen maatregelen → ook
algemeen-preventieve taak. Id praktijk werd deze weinig ontwikkeld.
⇒ Meersporen evolutie sinds jaren 1980 (diverse systemen ontwikkelde zich naast elkaar)
2.1.4. Jaren ‘80: Een keerpunt
● Kinderrechtenbeweging geeft aanzet tot toekennen ve aantal verdragen
● Staatshervorming als kans van jeugdbescherming
○ Verdeling bevoegdheid: Belgische overheid, gemeenschappen & gewesten
● Centraal vraagstuk vd staatshervorming: “Is jeugdbescherming straffen of helpen?”
○ Afhv het antwoord is een andere overheid bevoegd
○ Federale is voor alles wat te maken heeft met straffen en justitie
○ Gemeenschap Alles wat te maken heeft met bijstand aan pers en HV
2.1.4.1. (Vlaamse) gemeenschappen
● Decreten op bijzondere jeugdrechten
● Bevoegdheden vr jongeren die geen delict hebben gepleegd, zoals bv spijbelen (=ongewenst gedrag)
& POS kinderen
● 2013: Decreet Integrale Jeugdhulp spreekt vanaf nu over VOS
2.1.4.2. Federale wetten
● MOF, delictplegers
● Jeugdbeschermingswet v 65 blijf hier geldig
● Pas in 1994 voor het eerst gewijzigd
● Ontzetting ouders + gezinsbijslag
● 2014: 6de staatshervorming
● MOF wordt ‘jeugddelict’
● Deel vd MOF-jongeren zijn overgegaan naar gemeenschappen
○ Voor 2014 was de federale bevoegdheid om reacties te bepalen
○ Daarna zijn Vlaamse gemeenschappen bevoegd om te beslissen welke reactie er wordt
gegeven op het delict
■ 4 gemeenschappen (Vlaamse, Waalse, Duitstalige en Brusselse)
● 2019: Vlaams Jeugddelinquentiedecreet
2.1.5. Wetboek
Art. 5 paragraaf 1, II, 6° (anno 2014) van de bijzondere wet tot de hervorming der instellingen
→ niet vanbuiten leren, zie wetboek
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Cvdhahaha. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.