De leerdoelen worden behandeld die de LOI voorschrijft. De leerdoelen staan niet vermeld omdat deze copyright bevatten. Wel staan de nummers van de leerdoelen van de "Pedagogiek" module vermeld.
Super blij met deze samenvatting. Heel overzichtelijk en alle leerdoelen die je moet weten voor het examen, staan goed en duidelijk uitgeschreven.
Samenvatting per leerdoel
LOI-Examen Pedagogiek 2021
1.1 doel
Pedagogiek =
bestudeert de rol van opvoeding door ouders/opvoeders op de ontwikkeling van kinderen in
de leeftijd van 0 – 23 jaar.
Orthopedagogiek =
Kinderen begeleiden met een ontwikkelingsachterstand of een ontwikkelingsvoorsprong.
Biologische, sociale en Psychische aspecten kunnen een rol spelen bij de
ontwikkelingsvoorsprong of achterstand. Omgevingsfactoren en opvoedingsfactoren spelen
hier eveneens een rol.
Ontwikkelingspsychologie =
De wetenschap die de psychologische veranderingen van de mens bestudeert per levensfase
(0 tot 23 jaar).
Ontwikkelen = houdt in dat een kind door het verwerven van nieuwe vaardigheden op een ander
niveau gaat presteren.
Competentie = het samenhangende geheel van motivatie, houding, kennis, inzicht en vaardigheden.
Basale competentie Competentie
Kijk, ik mag er zijn Emotionele competentie
Kijk, we doen het samen Sociale competentie
Kijk, ik kan het zelf het lukt me Motorische competentie
Kijk, ik voel, denk en ontdek Cognitieve competentie
Luister, ik zeg het zelf Communicatieve competentie
Kijk, ik ben een goed en lief kind Morele competentie
Kijk, ik kan dansen zingen en iets maken Expressieve en beeldende competentie
De diverse ontwikkelingsfasen van kinderen van – 9 maanden tot 23 jaar
Leeftijdsfase Benaming fase
- 9 maanden – 0 jaar Prenataal
0 maanden – 18 maanden (0 jaar - 1,5 jaar) Baby
18 maanden – 30 maanden (1,5 jaar– 2,5 jaar) Dreumes
30 maanden – 48 maanden (2,5 jaar – 4 jaar) Peuter
4 jaar – 6 jaar Kleuter
6 jaar – 12 jaar Schoolkind
12 jaar – 15 jaar Puber
15 jaar – 18 jaar Adolescent
18 jaar – 23 jaar Jong Volwassene
Kinderen ontwikkelen zich op verschillende gebieden bijvoorbeeld:
Lichamelijk: fysieke ontwikkeling en groei van het lichaam
Motorisch: ontwikkeling van handelen en bewegen
Cognitief: ontwikkelen van het denken
Seksueel:
Sociaal-emotioneel: ontwikkeling van de persoonlijkheid, omgang, relaties, kennis en inzicht.
Pagina 1 van 35
,1.2 Doel.
Bowlby (hechtingstheorie) =
een langdurige afwezigheid tussen ouder en kind in de eerste 3 levensjaren heeft een
negatief effect op de ontwikkeling van een kind met name op sociaal- emotioneel, taal en
cognitief vlak.
Hainsworth (vervolg op Bowlby) =
Deed naast de afwezigheid van de ouders ook onderzoek naar de wisselwerking tussen
opvoeders (volwassenen) en kinderen. Zij heeft vier hechtingsstijlen uitgedacht:
Veilige hechting = evenwicht tussen nabijheid zoeken met de ouder en exploratie.
Vermijdende = minimaal contact tussen ouder en kind.
Ambivalente = maximaal contact tussen ouder en kind, het kind blijft dicht bij zijn
ouders; gaat niet op exploratie uit.
Gedesoriënteerde hechtingsstijl = kind voelt zich machteloos in het contact met zijn
ouders. Ouder is onvoorspelbaar en contact is onvoorspelbaar/beangstigend.
Vreemde situatietest = observatiemethode om de hechtingsstijl vast te stellen bij een kind.
Sigmund Freud (psychoseksuele ontwikkeling) =
De psychoanalytische benadering zijn innerlijke conflicten (wel of niet ingaan op aangeboren
driften) nodig om de ontwikkeling te stimuleren. Een onderverdeling:
ID= onderbewustzijn (de driften)
SuperEgo = het geweten
Ego = het op de juiste manier omgaan met het Ego en het ID.
Oedipuscomplex = ouder van het andere geslacht als liefdesobject zien.
Erik Erikson (psychoseksuele en sociale ontwikkeling) =
De omgeving speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van een kind. Per fase doen zich
conflicten voor, wanneer het kind goed uit een conflict komt kan het door naar de volgende
fase. De fasering is als volgt:
1. Basis vertrouwen / basis wantrouwen
2. Zelfstandigheid / schaamte en twijfel
3. Initiatief / schuldgevoel
4. Vlijt / minderwaardigheid
5. Identiteit / rolverwarring
Margaret Mahler (separatie – individualisatie) (5 mnd – 3 jaar) =
Beschrijft het proces van het losmaken van het kind van de ouders. Een baby is nog volledig
afhankelijk van zijn ouders en naarmate de separatie – individualisatie vordert laat het kind
de ouders steeds meer los.
Objectconstantie (objectpermanentie) =
Wil zeggen dat het kind in staat is om het innerlijke beeld van de relatie met de ouder
vast te houden en hun liefdevolle veilige aanwezigheid te voelen als de ouders niet
aanwezig zijn.
Symbiose =
Betekent dat het kind geheel verweven is met zijn moeder; als het ware één persoon.
Pagina 2 van 35
, Fasering:
1e fase: differentiatie = begint moeder van anderen te onderscheiden
2e fase oefening = langzaam los komen van moeder gaat meer sociale contacten aan.
3e fase toenadering = kind wordt bewust dat ouder geen verlengstuk van hem is.
4e fase consolidatie (bestendiging) = kind richt zich meer op buitenwereld.
Jean Piaget (cognitieve ontwikkeling) =
Stelt dat kinderen worden geboren met verschillende aangeboren reflexen en een
aangeboren neiging om actief om te gaan met hun omgeving. Door middel van interactie met
die omgeving, gecombineerd met lichamelijke rijping (genetisch bepaald) ontstaan uit die
aangeboren reflexen voortdurend complexere cognitieve vaardigheden.
Fasering:
1e fase; sensomotorische fase (0-2 jaar)= kind leert via zintuigen en door te bewegen.
Het leert dat gedrag een positief gevolg kan hebben.
2e fase de pre-operationele fase (2-7 jaar)= het kind zit in de egocentrische fase. Geen
duidelijk onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid (Animistisch denken). Peuter kan
de handelingen in gedachten uitvoeren, hij hoeft deze niet meer in de praktijk uit te
voeren.
3e fase concreet-operationeel fase (7-11 jaar) = systematisch en logisch denken.
Denkhandelingen, kind kan de handelingen tijdens het proces uit het hoofd benoemen.
Kind kan zich nu ook in een ander verplaatsen. Beter onderscheid fantasie en
werkelijkheid.
4e fase formeel operationele fase (vanaf 11 jaar) = abstract en logisch denken.
Nadenken over maatschappelijke problemen en eigen mening vormen (niet die van de
ouders).
Lawrence Kohlberg (morele ontwikkeling/stadiumtheorie) =
Morele ontwikkeling heeft alles te maken met normen en waarden, het gaat over het besef
van goed en kwaad en daar ook naar handelen.
Fasering
1e fase = pre-conventioneel moreel besef (0 – 10/12 jaar)
Stadium 1: oriëntatie op gehoorzaamheid en straf
Stadium 2: oriëntatie gericht op eigen belang of genot
2e fase = conventioneel moreel besef (10-18 jaar)
Stadium 3: oriëntatie op een goed kind zijn
Stadium 4: het behouden van sociale orde en autoriteit.
3e fase post conventioneel niveau (vanaf 18 jaar)
Stadium 5: oriëntatie op democratisch geaccepteerde wetten
Stadium 6: universele principes.
Lev Vygotski (zone van naaste ontwikkeling) =
Cognitieve ontwikkeling van het kind vindt plaats in de sociale context met volwassenen. De
volwassene kan het kind helpen met het overbruggen van de kloof tussen waartoe het kind
op een gegeven moment zelf in staat is en waar hij nog hulp nodig heeft.
Door een kind bewust en doelgericht te observeren kunt u erachter koen wat zijn begin
situatie is (de zone van actuele ontwikkeling). Vanuit deze beginsituatie wordt de zone van
naaste ontwikkeling bepaald.
Zone van actuele ontwikkeling = een kind zit in de zone als hij de kennis of
vaardigheid al beheerst. Hij kan de activiteit zonder hulp uitvoeren. verveling bij te
lang in deze zone.
Pagina 3 van 35
, Zone van naaste ontwikkeling = hier kan de kind iets doen met de hulp van een
ander (een ander kind of opvoeder). Het kind ontwikkelt zich met hulp, biedt deze
hulp dan ook.
Paniekzone = als een kind iets niet kan met de hulp van een opvoeder of een ander
kind. Hij raakt hierdoor in de stress of in paniek. Kind ontwikkelt zich niet; doe een
stapje terug.
Samenvatting in kernwoorden:
Filosoof Kern
John Bowlby Hechting
Mary Hainsworth Hechtingsstijlen
Sigmund Freud Geweten en onderbewuste driften
Erik Erikson Conflicten; interactie kind met sociale omgeving
Margaret Mahler Separatie (loskomen van ouder)
Jean Piaget Lichamelijke rijping icm intrinsieke motivatie
Lawrence Kohlberg Morele ontwikkeling
Lev Vigotsky Met hulp van volwassenen ontwikkelen
Pagina 4 van 35
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MichelleStudeert. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.