100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Public Finance €6,39   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Public Finance

9 beoordelingen
 1684 keer bekeken  71 keer verkocht

Goede samenvatting van bijna het hele boek (H 8, 10, 13 en 16 missen). Deze samenvatting bestaat uit 45 pagina's en is in het Nederlands geschreven met de begrippen in het Engels. Er worden soms voorbeelden gegeven en grafieken worden uitgelegd.

Laatste update van het document: 12 jaar geleden

Voorbeeld 8 van de 46  pagina's

  • Ja
  • 17 oktober 2012
  • 18 oktober 2012
  • 46
  • 2011/2012
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)

9  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: ashwinlachan • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: odiliatedingvanberkhout • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: leroyjoey • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: noortje_958 • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: daphnepunt • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: jaouadkasmi • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: jellevandamme • 7 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
FleurLeijs
Public Finance
Harvey S. Rosen en Ted Gayer
Door Fleur Leijs
18-10-2012




Negende druk
ISBN 978-007-126788-5




1

, 1 – Introduction

Public finance = Het analyseren van overheidsbelastingheffing en uitgaven en de effecten
daarvan.

Er zijn twee benaderingen:
 Organic view = De overheid is het hart van de samenleving waar het individu deel
van uit maakt. De samenleving past zich aan, aan wat de overheid afspreekt.
 Mechanistic view = Het individu staat centraal, de overheid help alleen om te zorgen
dat individuen hun doelen kunnen bereiken.

Hoe meet je de omvang van de overheid?
 Aantal werknemers, maar dit kan misleidend zijn omdat de publieke sector moeilijk te
definiëren is.
 Uitgaven overheid, er zijn drie soorten:
o Aankopen goederen en diensten
o Overdracht van inkomen; de overheid neemt geld weg van hoge inkomens en
geeft het aan lage inkomens
o Rente




2

,2 – Tools of positive analysis
Economische modellen = Het zoveel mogelijk vereenvoudigen van een probleem zodat de
essentie zichtbaar wordt. Probleem is dat je de meeste effecten niet kan voorspellen op basis
van theoretische gronden.

Causaal verband = Een verband tussen beleid X enerzijds en de uitkomst Y anderzijds.
Er zijn drie voorwaarden:
o De oorzaak moet in tijd aan het effect vooraf gaan.
o De oorzaak en het effect zijn correlated (er is een wisselwerking), er is dus sprake van
een positief of een negatief verband.
o Andere factoren zijn niet aanwezig
Om dit te testen wordt een experiment opgezet met een treatment group (= de mensen die de
behandeling krijgen) en een control group.

Het probleem is dat de karakteristieken van de controle groep kunnen verschillen met de
karakteristieken van de treatment groep, we hebben dan te maken met een biased estimate
(een valse voorspelling). Om andere factoren uit te schakelen willen we het counterfactual
weten, dat is wat er zou gebeuren als de treatment groep de behandeling niet gekregen zou
hebben.

Er zijn verschillende manieren beleid te testen, die komen nu aan bod.
1 - Experimentele studie = Individuen worden random verdeeld over de treatment groep en
de controle groep. Hoe groter de groepen zijn, hoe betrouwbaarder het resultaat.
Valkuilen:
- Ethische overwegingen
- Technische problemen (men blijft niet in de juiste groep)
- Response bias
- Gedragsverandering

2 - Observatie studie = Een studie gebaseerd op data niet afkomstig uit een experiment, maar
door bijvoorbeeld surveys of historische data. Een economische techniek binnen deze studie is
de econometrie.
Econometrie = Een statistische taal om economische data te analyseren, we gebruiken de
regressie analyse.



Er is een positief
verband tussen het
loon en het
arbeidsaanbod




3

,Onafhankelijke variabele = oorzaak
Afhankelijke variabele = effect
De standard error duidt de betrouwbaarheid aan.

Er zijn verschillende manieren om data te verkrijgen:
 Cross-sectional = Data over een groep of individu ergens in de tijd
 Time-series = Bekijkt een enkele situatie op verschillende momenten in de tijd
 Panel data = Je volgt individuen door de tijd

Valkuilen:
- Sommige variabelen zijn moeilijk te meten of te specificeren.
- De data is verzameld in een niet-experimentele setting.

3 – Quasi-experimentele studie = Het naspelen van een experiment waarbij variabelen
worden geselecteerd waarvan wordt verwacht dat ze tot een causaal verband leiden.

Benaderingen om het quasi-experiment succesvol te maken:
 Difference-in-difference = Je kijkt naar de verandering (toename of afname) in plaats
van naar de basis.
 Instrumental variables
 Regression discontinuity

Valkuilen:
- Verdeling over treatment groep en controle groep is niet altijd random.
- Je kunt maar een bepaald aantal researchvragen gebruiken.
- Generalisatie van de resultaten naar andere situaties is moeilijk.




4

,3 – Tools of normative analysis
Welfare economy = De economische theorie die zich bezig houdt met het optimaal alloceren
van producten en diensten, zodat de welvaart maximaal is.

We beginnen met de simpelste economie, namelijk die met twee personen en twee producten.
Een edgeworth box laat de verdeling van goederen zien in een tweepersoons wereld:

Eva is blijer op E3 dan op E1. Adam is
blijer op A3 dan op A2.




Indifferentiecurve = Laat de behoefte naar appels en bladeren zien. Het maakt niet uit waar
op de curve je zit. Hoe hoger je curve is, hoe meer plezier en hoe hoger de welvaart.

De vraag is, kan de welvaart van de één toenemen (Adam), zonder dat die van de ander (Eva) afneemt?
Ja: Bij verplaatsen van punt G naar punt H neemt de welvaart van Adam toe en blijft die van Eva
gelijk. Als niemand beter kan worden zonder dat de ander slechter wordt noem je dat pareto efficiënt.

Pareto efficiënt is in dit geval punt P.




In één edgeworth box kunnen meerdere pareto efficiënte punten zijn. Als we al deze punten
met elkaar verbinden ontstaat de contract curve.

Marginal rate of substitution (MRS) = Geeft aan in hoeverre Adam een blad wil opgeven
voor een appel. In het punt P (pareto efficiënt) is de MRS van Adam en Eva gelijk.
> MRS Adam = MRS Eva
Tot nu toe gingen we ervan uit dat de productie van appels en bladeren vast lag.


5

,De production possibilities curve laat het maximaal aantal te produceren van goed één zien,
waarbij het aantal van goed twee vast ligt.




Marginal rate of transformation (MRT) = In hoeverre de economie een goed in een ander
goed kan omzetten.
MRT = MCA/MCF, de marginale extra kosten voor bladeren en appels.

De voorwaarde voor punt P (pareto efficiëntie) wordt dan: MRT = MRS Adam = MRS Eva



Marktfalen, een economie kan inefficiënt zijn door twee redenen:
 Marktmacht = Als sommige bedrijven of individuen prijszetters in plaats van
prijsnemers zijn, kan de prijs hoger zijn dan de marginale kosten. Er zijn verschillende
vormen: monopolie, oligopolie en gedifferentieerde producten.
 Non-existence of markets = Als markten niet ontstaan, omdat er geen prijs gevraagd
kan worden, dit kan drie redenen hebben:
o Asymmetrische informatie = De ene partij heeft meer informatie dan de
ander en het individu kan geen efficiënte keuze maken.
o Externe effecten = Iemands gedrag beïnvloed de welvaart van iemand anders
buiten de markten om. Dit is niet te initialiseren in de marktprijs, zoals roken.
o Publiek goed = Nonrival en nonexcludable. Je kunt er moeilijk een prijs aan
koppelen.




6

,4 – Public goods
Rival Nonrival
Excludable Pure private good Impure

Nonexcludable Impure Pure public good


Rival = Gebruik door de één, sluit het gebruik door de ander uit en de extra kosten zijn positief.
Nonrival = De extra kosten zijn nul als het goed eens is voorzien, zoals straatverlichting.

Excludable = Je kunt mensen uitsluiten van gebruik.
Nonexcludable = Mensen uitsluiten is erg duur of onmogelijk, zoals defensie.

Dus een publiek goed is nonrival en nonexcludable, een paar opmerkingen over deze definitie:
 Ook al consumeert iedereen dezelfde hoeveelheid van een goed, het mag niet gelijk
gewaardeerd worden.
 Ook de markt bepaalt of iets een publiek goed is, vaak spreekt men van een impure
public good.
 Publiek – privaat vertelt niet in welke sector het goed voorziet, denk aan huisvesting,
dat is een publicly provided private good.
Voorbeelden van publieke goederen zijn wetenschappelijk onderzoek, dijkbewaking,
openbaar bestuur, defensie en straatverlichting.

Hoe vindt je het meest efficiënte aantal te leveren goederen?
Private sector; We kijken naar de marktvraag bij een gegeven prijs, dit is de horizontale
afstand tussen alle individuele vraagcurven bij elkaar opgeteld. Dit noem je horizontal
summation. Het evenwicht ligt op het punt waar vraag en aanbod elkaar kruisen, dit punt is
pareto efficiënt, MRS = MRT.

Publieke sector; We kijken naar hoeveel men bereidt is om te betalen voor een extra product
of dienst en tellen dit op. Als dit bedrag hoger is dan de marginale kosten is het nuttig om te
verschaffen. Vertical summation = De hoeveelheid staat vast en we tellen de prijzen die men
wil betalen bij elkaar op.
Probleem: Free-riders = Er is geen prikkel om eerlijk te zijn over hoeveel iets je waard is,
omdat publieke goederen nonexcludable zijn, kan je toch wel meegenieten zonder te betalen.
Oplossing: Perfect price discrimination = Als iedereen het maximale wat hij/zij wil betalen,
betaalt. Maar je kunt nooit iedereen zijn individuele vraagcurve weten.




7

, Discussie of goederen via de publieke of de private sector geleverd moeten worden,
overwegingen:
 Loonkosten en materiaalkosten: lonen in de private sector liggen vaak hoger, maar
de productiviteit is ook vaak hoger.
 Administratiekosten: Als deze over een grote groep verspreid zijn door de publieke
voorziening is dat efficiënter.
 Smaakverschillen: Als dit aanwezig is, is privaat vaak efficiënter, niet iedereen hecht
bijvoorbeeld evenveel waarde aan scholing.
 Distributie kwesties: Het idee dat sommige goederen voor iedereen beschikbaar
moeten zijn, zoals scholing.
 Incomplete contracten: Het is niet altijd mogelijk om een contract op te stellen met
eisen aan de private sector, soms is dat publiek makkelijker.
 Marktomgeving: Een privaat monopolie is bijvoorbeeld ook vaak inefficiënt.

Kortom: Publieke goederen kunnen privaat geproduceerd worden en andersom. Wat het meest
efficiënt is hangt van veel factoren af.




8

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper FleurLeijs. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 70055 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,39  71x  verkocht
  • (9)
  Kopen