Samenvatting van These Truths. A History of the United States
Jill Lepore, W.W. Nortan & Company, Inc. 2018
Inhoud
Introductie ......................................................................................................................................2
Deel I - Het Idee, 1492-1799................................................................................................................3
Hoofdstuk 1 – De aard van het verleden..........................................................................................3
Hoofdstuk 2 – De regeerders en de geregeerden ............................................................................4
Hoofdstuk 3 – Over oorlogen en revoluties .....................................................................................7
Hoofdstuk 4 – De grondwet van een natie..................................................................................... 10
Deel II – Het volk, 1800-1865 ............................................................................................................ 13
Hoofdstuk 5 – Een democratie van aantallen ................................................................................ 13
Hoofdstuk 6 – De ziel en de machine ............................................................................................. 16
Hoofdstuk 7 – Over schepen en scheepswrakken .......................................................................... 20
Hoofdstuk 8 – In het zicht van de strijd ......................................................................................... 22
Deel III – De staat, 1866-1945 ........................................................................................................... 25
Hoofdstuk 9 – Over burgers, personen en mensen ........................................................................ 25
Hoofdstuk 10 – Efficiëntie en de massa’s....................................................................................... 29
Hoofdstuk 11 – Een grondwet van lucht ........................................................................................ 33
Hoofdstuk 12 – De wreedheid van de moderniteit ........................................................................ 35
Deel IV – De machine, 1946-2016 ..................................................................................................... 38
Hoofdstuk 13 – Een wereld van kennis .......................................................................................... 38
Hoofdstuk 14 – Recht en onrecht .................................................................................................. 42
Hoofdstuk 15 – Frontlinies ............................................................................................................ 45
Hoofdstuk 16 – Amerika ontregeld ................................................................................................ 50
Epiloog .......................................................................................................................................... 54
1
,Introductie
Het verloop van de geschiedenis is onvoorspelbaar. Een van de bedoelingen van de grondwet van de
Verenigde Staten, opgesteld in 1787, was om de politieke vormgeving van staten voorspelbaar te
maken en te reguleren. De staat moest geregeerd worden op basis van rede en vrije keus. Dit idee en
de uitvoering ervan vormt de kern van de Amerikaanse geschiedenis.
Over de voorgestelde grondwet was veel maatschappelijke discussie. De Federalist Papers waarin de
nieuwe grondwet bediscussieerd werden, zijn hier een voorbeeld van. In No. 1 stelde Hamilton dat
de Verenigde Staten een experiment in de politieke geschiedenis waren, dat nog nooit eerder
vertoond was. Dit experiment was of de mensheid in staat is goede regeringen voor zichzelf te
vormen, op basis van vrij beraadslaging en keuze, of dat de mensheid altijd gedoemd is om geleid te
worden door toeval en geweld. Dit experiment is ook de kern van het verdere verloop van de
Amerikaanse geschiedenis. Is het ideaal bereikbaar? Dit boek zal dit experiment in de Amerikaanse
geschiedenis beschrijven en proberen te antwoorden op de vraag of het experiment geslaagd is.
Het Amerikaanse experiment
Het Amerikaanse experiment berust op drie politieke ideeën (de ‘truths’ uit de
Onafhankelijkheidsverklaring):
• Politieke gelijkheid
• Natuurlijke rechten
• Volkssoevereiniteit
Volgens Benjamin Franklin waren deze ‘waarheden’ ‘self-evident’. Ze bestonden volgens de logica
van een natuurwet; een empirische observatie. De vraag is of de Amerikaanse geschiedenis het
vanzelfsprekende van deze waarheden bewijst, of ze juist logenstraft.
De opstellers van de grondwet geloofden dat de geschiedenis bestudeerd moest worden om er iets
van te kunnen leren over politiek en de inrichting van een staat. Het verleden moest onderzocht
worden net zoals in andere wetenschappen de natuur of het menselijk lichaam onderzocht worden.
In deze visie probeerde men geschiedenis als apart van religie en geloof te zien. De studie van het
verleden ging niet om geloof of ideologie, maar om feiten. Deze wending was belangrijk voor het
ontstaan van de Verenigde Staten. Men ging niet blindelings uit van dat wat altijd al zo was
(bijvoorbeeld de heerschappij van een koning) maar zocht naar de oorsprong van de eigentijdse
gebruiken en onderwierp die aan het eigen kritische oordeel.
De Onafhankelijkheidsverklaring zelf was al een voorbeeld van het feit dat men historisch gegroeide
traditie niet als maatgevend accepteerde, maar op zoek ging naar historische bewijzen om de
onafhankelijkheid op te baseren.
Dit boek beschrijft de geschiedenis vooral vanuit politiek perspectief. Het wil een eerlijke beschrijving
van de geschiedenis van de Verenigde Staten geven. Dit betekent dat de lelijke aspecten niet
weggelaten worden, maar ook dat er aandacht is voor de mooie elementen.
2
,Deel I - Het Idee, 1492-1799
Hoofdstuk 1 – De aard van het verleden
I
Ongeveer 20.000 jaar geleden migreerden de eerste mensen naar de Amerika’s, omdat Noord-
Amerika en Azië toen over land aan elkaar verbonden waren. In 1492 leefden er zo’n 75 miljoen
mensen in de Amerika’s. Zij vormden bloeiende samenlevingen, bijvoorbeeld die van de Inca’s en
Maya’s. Buiten de grote steden leefden de meeste mensen van jagen en verzamelen of landbouw. Er
waren veel verschillende religies. De meesten hadden geen schrift.
In 1492 leefden er zo’n 60 miljoen mensen in Europa. Tot 1492 leed Europa soms onder schaarste en
honger. Na 1492 werd er veel rijkdom vanuit de Amerika’s naar Europa getransporteerd, wat
bijdroeg aan de opkomst van natiestaten. Een natie is een groep mensen van een
gemeenschappelijke afkomst; een staat is een politieke gemeenschap. In een natiestaat vallen die
beide samen, dus een volk van gemeenschappelijke afkomst dat een politieke eenheid vormt. Deze
natiestaten vertelden ook een (historisch) verhaal over zichzelf, om hun bestaan te rechtvaardigen
en de natie bijeen te houden.
Dit geldt ook voor de Verenigde Staten. Toen in 1776 de onafhankelijkheid verklaard werd, was er
een staat maar nog geen natie. De burgers hadden geen gemeenschappelijke afkomst. Daarom
besloten de eerste geschiedschrijvers de oorsprong van de Amerikaanse natie te plaatsen bij de
reizen van Columbus.
West-Europese vorsten zochten naar nieuwe manieren om inkomen te verkrijgen en wilden hun
geloof verspreiden. Daarom zochten ze naar manieren om naar Afrika en Azië te zeilen zonder
daarbij de Middellandse Zee te hoeven gebruiken. In 1484 bedacht Columbus een plan om via het
westen naar Azië te zeilen. In Haïti in 1492 verklaarde Columbus dat hij het eiland in bezit nam voor
de Spaanse koning. Hij stelde dat dit kon omdat de bevolking er geen vaste religie of
regeringssysteem op na leken te houden: het waren volgens hem wilden en heidenen.
Samen met de ontdekking van Columbus viel de ontdekking van de drukpers, die ervoor zorgde dat
de informatie over de nieuwe wereld veel wijder verspreid kon worden dan dat daarvoor mogelijk
was geweest.
Later (in 1503) ontdekte Amerigo Vespucci dat het land dat Columbus had ontdekt niet India, maar
een geheel nieuw werelddeel was. Lang had men gedacht dat de wereld uit drie delen bestond: Azië,
Europa en Afrika. Het nieuwe werelddeel werd, naar Vespucci, Amerika genoemd.
II
In 1493 wilde de paus het nieuw ontdekte land verdelen tussen Spanje en Portugal. Het leidde tot
debatten, onder andere over de vraag of het mogelijk was om zomaar het land van een volk in te
nemen en erover te regeren.
De ontdekking van Amerika maakte demografische groei en emigratie vanuit Europa naar de Nieuwe
Wereld mogelijk. Het leidde ook tot economische groei en de opkomst van nieuwe manieren om te
investeren en handel te drijven. Er werd veel goud en zilver vanuit Amerika naar Europa
getransporteerd. Ook was er de opkomst van het systeem van slavernij: het gedwongen
3
, tewerkstellen van Afrikanen in de Amerika’s. Kort na de ontdekking van Amerika werden de
oorspronkelijke bewoners ingezet in de mijnen en plantages. Zij stierven echter massaal. Daarom
ging men Afrikanen naar de Amerika’s transporteren. De Europeanen transporteerden ook veel vee
en gewassen naar de Amerika’s. Ondertussen stierven de oorspronkelijke inwoners van de Nieuwe
Wereld massaal, onder meer aan ziekten die vanuit Europa overgekomen waren. Ook werden ze
onder slechte omstandigheden tewerkgesteld.
In 1513 zetten Spaanse conquistadores voor het eerst voet aan het vasteland van Noord-Amerika. Zij
veroverden wat nu Mexico en een deel van de Verenigde Staten is. Het massale sterven van de
bevolking was voor Europeanen vaak een teken dat God het land voor hen vrijmaakte, zodat ze het in
bezit konden nemen. Dit was behulpzaam, want anders was er weinig reden om aan te nemen dat ze
de bevolking en het land zomaar in bezit konden nemen. In 1504 liet de Spaanse koning een
verzameling geleerden nadenken over de vraag of het mogelijk was dit te doen: waren de
oorspronkelijke bewoners ook de eigenaren van het land dat ze bewoonden, en bezaten ze
soevereiniteit? Vanuit de antieke filosofie beargumenteerde men dat de oorspronkelijke bewoners
voorbestemd waren om geregeerd te worden door anderen. Hiertegen kwam echter ook protest,
onder andere van een Dominicaner priester. Hij stelde de misdaden van de veroveraars tegen de
oorspronkelijke bevolking aan de kaak. Hierop werd een document, de Requerimiento, opgesteld,
dat aan de bevolking voorgelezen moest worden. In de praktijk veranderde er echter weinig. De
Spaanse veroveraars vermengden zich met de lokale bevolking. Een steeds groter deel van de
bevolking was van gemengd Europeaans-Amerikaanse afkomst.
III
Engeland ging zich relatief laat bezighouden met de Nieuwe Wereld. Men was wel bekend met het
werk van Bartholomeo de las Casas, een Spaanse monnik die erg kritisch was op de wreedheid van
de Spanjaarden in Amerika. Men was ervan overtuigd dat Engelsen een nobeler volk waren dan de
Spanjaarden, en dat zij beter zorg zouden dragen voor de inwoners van de Amerika’s. Engeland kon
hen verlossen van de Spaanse onderdrukking. Daarnaast was Spanje katholiek en Engeland
protestants. Het veroveren van kolonies in het Westen was een manier om Spanje schade toe te
brengen. Men hoopte ook dat de vrijheidslievende Engelsen de bevolking zou inspireren tot opstand
tegen de Spanjaarden. Koningin Elizabeth besteedde de kolonisatie van Amerika in 1584 uit aan
Walter Ralegh. Zijn expeditie zette voet aan land in het huidige North Carolina. De expeditie mislukte
uiteindelijk, evenals een expeditie uit 1587.
Veel kolonisten bleven de oorspronkelijke bevolking van de Amerika’s zien als onbevlekte, ‘nieuwe’
mensen, die nog in het paradijs leefden, in de oorspronkelijke natuurstaat.
Hoofdstuk 2 – De regeerders en de geregeerden
Aan het begin van de zeventiende eeuw was de Engelse koning Jacobus I vastbesloten een kolonie in
de Nieuwe Wereld te vestigen. Daar waar de Spanjaarden vooral wilden veroveren, wilden de
Engelsen zich daadwerkelijk vestigen. Aanvankelijk dreven ze daarom ook handel met de Powhatans,
de oorspronkelijke bewoners van hun kolonie Virginia. Men wilde hen ook bekeren tot het
christendom. Jacobus gaf het recht om de kolonie te besturen (het Virginia Charter) aan twee
compagnieën: de Virginia Company en de Plymouth Company. De Engelsen bouwden kerken en
scholen en dreven veel handel. De bewoners van de kolonies behielden de Engelse vrijheden en
4