1. Het gewoonterecht bestaat uit het fas en ius. Wat wordt er bedoeld met fas en ius?
Fas houdt de regels in die bestaan tussen de goden en de burgers. Ius houdt de regels in die bestaan
tussen de burgers onderling.
2. Waar zorgen de begrippen collegialiteit en annaliteit voor tijdens de 1e eeuw v. Christus?
Door middel van collegialiteit konden magistraten elkaar controleren.
3. De Instutiones was een privaatrechtelijk werk van Gaius. In dit boek heeft Gaius een driedeling gemaakt.
Welke driedeling maakte hij?
Personen, zaken en acties.
4. Zet in de juiste chronologische volgorde:
——————-
5. Het werk van welke jurist ligt grotendeels ten grondslag aan de Instituten van het Corpus Iuris Civilis?
Gaius
6. Wie heeft Corpus Iuris Civilis uitgevaardigd?
Justinianus
7. Welke drie procesvormen bestaan er in het Romeins recht?
Legis actio proces, formula-proces en cognito extraordinaria
8. Wat is een kernbron van het Romeinse recht?
Citeerwet
9. Waarom is het verleidelijk om bij een inleiding tot de Europese rechtsgeschiedenis de periode van 500
tot 1000 tussen haakjes te zetten?
Na de val van het West Romeinse Rijk was er geen sprake meer van een autonome beoefening van
het recht als wetenschap.
10. Welk begrip hoort bij het recht van de Germaanse stammen?
Personele werking
11. Karel de Grote moderniseerde het recht door middel van:
Capitularia
12. Welke van deze stellingen is juist?
Stelling 1: In het feodaal stelsel was een persoonlijk en zakelijk contract met de leenheer.
Stelling 2: In het feodaal stelsel werd overheidsmacht gedecentraliseerd.
Beide stellingen zijn juist
13. Welke stelling over het Verdrag van Verdun (813) is juist?
Het grote Frankische rijk viel uiteen.
14. Welke van de volgende stellingen is juist?
Stelling 1: Het leenstelsel werkte op den duur desintegrerend, het heerlijk stelsel integrerend.
Stelling 2: Bij het heerlijk stelsel eigende leenmannen zich heerlijke rechten toe.
Beide stellingen zijn juist
15. Wat hoort Niet bij de Renaissance van de Twaalfde Eeuw?
————————————
16. De bloei van de rechtswetenschap vanaf de 11de eeuw werd mede mogelijk gemaakt door?
De herontdekking van de Digesten.
17. Wat werd Niet door de juristen tijdens de scholastiek (1070-1225) bestudeerd?
—————————————————-
18. Wat behoort Niet tot de scholastiek?
Emulatio
19. Vanaf de 14de eeuw bestond het geleerde recht uit:
Het Romeinse recht en het canonieke recht
, 20. Welke stelling over de scholastiek is juist?
De glossatoren en de decretisten vertegenwoordigden de vroege scholastiek.
21. Wat is geen product van de commentatoren?
Brocardica
22. Welk van onderstaande stellingen over het canonieke recht is juist?
Het canonieke recht is tijdens zijn ontstaan en ontwikkeling beïnvloed door het Romeinse recht.
23. welke van de onderstaande stellingen is juist?
Alleen het ius proprium ontwikkelde zich door middel van receptie en acculturatie.
24. Wat past het beste bij de common law traditie?
Grote invloed van het rechtersrecht
25. Wat is GEEN kenmerk van het common law stelsel?
Codificatie
26. De scholastieke rechtswetenschap verhoudt zich tot de humanistische rechtsgeleerdheid als:
De absolute waarheid tot het beste voorbeeld.
27. Wat was het gevolg voor het volkenrecht van het uiteenvallen van de respublica christiana in de 16de
eeuw, waarbij externe soevereiniteit van de Europese staten ontstond?
Het ius gentium, dat gebaseerd was op de ius commune en het canoniek recht, voldeed niet meer.
28. De 17de Zeeuwse praktische ingestelde humanisten uit de Nederlanden zijn bekend onder de naam
van:
De Hollandse Elegante School
29. Welke stelling over de Inleiding tot de Hollandsche Rechtsgeleerdheid van Hugo de Groot is juist?
Dit is een humanistisch werk
30. Waarom hoort de Inleidinge tot de Hollandsche Rechtsgeleerdheid thuis in het hoofdstuk Emulatie in het
boek European Legal History van Lesaffer?
Grotius systematiseert het eigen recht
31. Het humanisme verhoudt zich tot het rationalisme als:
Het nadoen tot het zelf doen
32. In welk opzicht heeft het humanisme bijgedragen aan de codificaties van de 18de en 19de eeuw?
Door systematisering en nationalisering van het eigen recht.
33. Welke rechtsgeleerde heeft De Iure Belli ac Pacis libri tres (Over het recht van oorlog en vrede)
geschreven?
Hugo Grotius
34. Welke uitspraak over het gedachtegoed van Niccolò Machiavelli (1469-1527) is het meest waar?
Hij was van mening dat een goed heerser de moraal gebruikte als een instrument om zijn politieke
doelen te bereiken.
35. Wie van de onderstaande denkers beredeneerde zijn werk het meest in de trend der verlichting?
Charles Perrault
36. Wie waren de vier grote politieke filosofen van de Moderne Tijd?
Hobbes, Locke, Montesquieu en Rousseau.
37. Wie introduceerde het staatkundige idee van het sociale-contractslenken in de 17e eeuw?
Thomas Hobbes
38. Welke machten onderscheidt Locke?
Uitvoerende en wetgevende macht
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper astrdpd. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.