VERPLEEGKUNDE
Periode 1 – jaar 1
,HS Wilkinson (2020):
- HS 1,2,8 en 9
- HS 3,4, 10 en 11
- HS 5,6,7, 12 en 13
- Alle bijbehorende flitscolleges
HS 1&2 Een overzicht van het verpleegkundig proces en anamnesefase; gegevens
verzamelen
Klinisch redeneren: is het kritisch denken en formuleren van antwoorden en op basis van
kennis besluiten kunnen nemen, die de grondslag zijn van het handelen van de
verpleegkundige. Door klinisch redeneren kun je bepalen welke zorg een zorgvrager nodig
heeft en waarom. Het is een denkproces wat leidt tot het nemen van een besluit.
Gezondheid betekent ‘The ability to adapt and to self-manage, in the face of social, physical
and emotional emotions. Hierbij staat niet de ziekte of aandoening centraal maar het
vermogen tot zelfmanagement wanneer iemand te maken krijgt met problemen en uitdagingen
op sociaal, lichamelijk en emotioneel gebied.
In het beroepsprofiel verpleegkundige maken we gebruik
van de ordening in de 7 competentiegebieden:
1. Vakinhoudelijk handelen: de verpleegkundige als
zorgverlener.
2. Communicatie: de verpleegkundige als communicator.
3. Samenwerking: de verpleegkundige als
samenwerkingspartner.
4. Kennis en wetenschap: de verpleegkundige als
reflectieve professional die handelt naar de laatste stand
van de wetenschap.
5. Maatschappelijk handelen: de verpleegkundige als
gezondheidsbevorderaar.
6. Organisatie: de verpleegkundige als organisator.
7. Professionaliteit en kwaliteit: de verpleegkundige als professional en
kwaliteitsbevorderaar.
Zelfmanagement: het vermogen om, om te kunnen gaan met uitdagingen op sociaal,
lichamelijk en emotioneel gebied. Zelfmanagement is het omgaan met chronische
aandoeningen (symptomen, behandeling, lichamelijke aandoening, psychische en sociale
consequenties en bijbehorende aanpassing in leefstijl). En tot slot is zelfmanagement dat
chronische ziekten zelf kunnen kiezen in hoeverre ze de regie over het eigen leven in eigen
handen willen houden en mede richting willen geven aan hoe beschikbare zorg wordt ingezet,
om een optimale kwaliteit van leven te bereiken of te behouden.
Verpleegkundigen: verpleegkundigen zijn professionals die zich richten op het ondersteunen
van het zelfmanagement van de zorgvragers, hun naasten en hun sociale netwerk, met als doel
het behouden of verbeteren van het dagelijks functioneren in relatie tot gezondheid, ziekte en
kwaliteit van leven. De verpleegkundige richt zich voornamelijk in de volgende vier gebieden
van het menselijk functioneren: lichamelijk, psychisch, functioneel en sociaal.
,Verpleegkundige focus is voornamelijk gericht op: diagnosticeren, behandelen en voorkomen
van menselijke reacties op ziekte/ zorgen voor de zorgvrager/ holistische benadering (=de
totale situatie van de zorgvrager in kaart brengen), rekening houden met de gevolgen voor
het individu in zijn totaliteit/ patienteneducatie gericht op zelfmanagement om de
zelfstandigheid in het dagelijks leven, waar mogelijk is, te vergroten.
Het verpleegkundig proces bevordert: samenwerking, het is kosteneffectief, het verhoogt
de participatie van de zorgvrager in het zorgproces, het is nodig voor de professionele
standaard (=het geheel van regels en normen waarmee de verpleegkundigen bij het
uitoefenen van hun werkzaamheden rekening mee moeten houden), het verhoogt de
participatie van de zorgvrager in de zorg en bevordert de autonomie van de zorgvrager en het
bevordert individuele en persoonsgerichte zorg.
Het beroepsprofiel verpleegkundige: beschrijft het competentiegebied van de rol van de
zorgverlener met de kennis, vaardigheden en houding die de verpleegkundige. Als
zorgverlener is het verpleegkundige gericht op het versterken van het zelfmanagement van
mensen in hun sociale context, waar mogelijk. Verplegen omvat: het vaststellen van de
behoeft aan verpleegkundige zorg door middel van klinisch redeneren: therapeutische
interventies en persoonlijke verzorging, informatievoorziening, advies en ondersteuning.
Verpleegkundig proces bestaat uit: dynamische en cyclisch, zorgvrager centraal, holistisch,
planmatig en resultaatgericht en evidence based practice.
Evidence Based Practice (EBP): het op een zorgvuldige, uitvoerige en deskundige wijze
gebruikmaken van het beste beschikbare huidige bewijsmateriaal bij het nemen van
beslissingen over de zorg voor een individuele zorgvrager. Dus het integreren van de
klinische expertise met het best beschikbare bewijsmateriaal ontleend aan systematisch
onderzoek.
Zo wordt een besluit volgens de volgende pijlers gebaseerd: het huidige en beste beschikbare
bewijs, kennis en ervaring van de verpleegkundige en de waarden en voorkeur van de
individuele zorgvrager.
Het verpleegkundig proces:
1. De huidige gezondheidstoestand van het individu: anamnese (verzamelen en ordenen van
gegevens), diagnose (vaststellen van de huidige gezondheidstoestand)
2. De wenselijke gezondheidstoestand van het individu: resultaten
3. Hoe kan ik dit individu helpen: interventies
4. Heeft het geholpen: evaluatie
Intellectuele vaardigheden:
1. Kritisch denken: een zorgvuldige, doelgerichte en vastberaden manier van denken die
mentale vaardigheden vereist, dit is belangrijk voor een goede probleemoplossing en
besluitvorming.
2. Probleemoplossing: het proces waarbij je een probleem vaststelt om daarna maatregelen te
plannen en te nemen om die problemen op te lossen, dus het verschil merken tussen datgene
wat feitelijk zou moeten gebeuren en wat zou moeten gebeuren.
3. Besluitvorming: proces waarmee je bepaalt wat de beste actie is, die waarschijnlijk leidt tot
het beste resultaat.
, De beroepscode van verpleegkundigen en verzorgenden (V&VN): beschrijft de algemene
geldende waarden en nomen voor de beroepsgroep. Iedere professional wordt gevraagd zich
te houden aan deze afspraak voor ‘goed’ gedrag. De 4 thema’s zijn: rond beroepsuitoefening,
in relatie tot de zorgvrager, in relatie tot de andere zorgverleners en in relatie tot de
samenleving.
Het verpleegkundig proces:
1. Anamnesefase: verzamelt de verpleegkundige systematisch relevante en belangrijke
gegevens van de zorgvrager, door het gesprek met de zorgvrager aan te gaan. De
verpleegkundige gebruiken deze gegevens om; de behoefte aan zorg van de individuele
zorgvrager vast te stellen, een plan op te stellen voor de uitvoering van zorg en de zorg tijdig
bij te kunnen stellen als er veranderingen optreden.
2. Initiële anamnese: het eerste anamnesegesprek, om een goede inventarisatie van de
zorgbehoefte en probleemstelling te komen, maar om ook de aard en omvang van de zorg vast
te kunnen stellen.
3. Heteroanamnese: informatie uit de omgeving van de zorgvrager te verzamelen.
4. Speciele anamnese: bij aanvang van de zorg of tijdens het verlenen van de zorg een
specifieke anamnese afnemen, er is dan geen tijd om voor de zorg een anamnese af te leggen.
5. Vervolganamnese: gericht op vervolgvragen die tijdens alle fasen van het verpleegkundig
proces moeten worden gesteld ter aanvulling of verduidelijking van de zorgvraag.
Verpleegkundige anamnese: staat de zorgbehoefte van de zorgvrager centraal.
Medische anamnese: is vooral gericht op ziekteprocessen en ziekteleer.
Het verzamelen van gegevens bestaan uit: observatie, lichamelijk onderzoek en het
anamnesegesprek.
Observatie: het bewust en weloverwogen gebruikmaken van je zintuiglijke vermogens om
gegevens te verzamelen over de zorgvrager en zijn omgeving.
Lichamelijk onderzoek: inspectie, palpatie, percussie en auscultatie.
Tijdens het anamnesegesprek houd je je aan het vragen binnen bepaalde
gezondheidspatronen:
De gezondheidspatronen van Gordon:
1. Patroon van gezondheidsbeleving- en instandhouding
2. Voeding- en stofwisselingspatroon
3. Uitscheidingspatroon
4. Activiteitenpatroon
5. Slaap- en rustpatroon
6. Cognitie- en waarnemingspatroon
7. Zelfbelevingspatroon
8. Rollen- en relatiepatroon
9. Seksualiteit- en voortplantingspatroon
10. Stressverwerkingspatroon
11. Waarden- en levensovertuigingspatroon
Gesprek leiden kan op twee manieren:
1. Directief gesprek: in hoge mate gestructureerd, de verpleegkundige bepaalt het onderwerp
en stelt vragen om zo specifiek mogelijke antwoorden te krijgen. Dit is een effectieve
methode om zo feitelijk, makkelijk te ordenen gegevens te verkrijgen.