Onderzoeksvaardigheden
Weblecture 1
Wat is wetenschap?
Gegevens/data verzamelen, vragen uitsplitsen, meetinstrumenten ontwikkelen
(vragen in vragenlijst, observaties).
Kenmerken: empirisch (waarnemen), theoretisch (theorie
ontwikkeling/toetsen), systematisch, cumulatief (gebaseerd op eerder
onderzoek)
Empirisch/analytische benadering:
Empirisch/systematisch: gebaseerd op waarneembare feiten, verzameling in
onderzoek dat herhaalbaar en controleerbaar is
Theoretisch/cumulatief: theorie vorming en hypothese toetsing via
respectievelijk inductie en deductie om kennishiaten op te vullen
Nomothetisch: gericht op verklaringen die algemeen geldend zijn door het
(kwantitatief) meten van een beperkt aantal variabelen (bij mensen bijv.) bij
veel onderzoekseenheden
Waardevrij: geen plaats voor normatieve opvattingen als goed of slecht als
onderzoeksuitkomst (bijv. niet abortus is slecht)
Empirisch/interpretatieve benadering:
Empirisch/systematisch: gebaseerd op waarneembare feiten, verzameling in
onderzoek dat herhaalbaar en controleerbaar is
Theoretisch/cumulatief: theorie vorming en hypothese toetsing via
respectievelijk inductie en deductie om maatschappelijke verschijnselen te
begrijpen (onderzoek naar armoede, consequenties)
Idiografisch: gericht op begrip van unieke onderzoekseenheden welke worden
gemeten met verschillende methoden van dataverzameling (kwalitatief,
meerdere meetinstrumenten, holistisch)
Subjectiviteit: ervaringen en attitudes van de onderzoeker beïnvloeden de
dataverzameling en interpretatie van die data
Wetenschappelijke integriteit:
- Herhaalbaarheid (replicatie) en controleerbaarheid van onderzoek
- Explicitering van keuzes in onderzoeksplan (bij wie, wanneer en waar,
hoe wordt geanalyseerd)
- Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit (2018):
wetenschappelijk onderzoek is normatief, is deels methodologisch en
deels ethisch. Principes: eerlijkheid, zorgvuldigheid (gebruik van
wetenschappelijke methoden + precisie), transparantie (voor anderen
duidelijk & controleerbaar), onafhankelijkheid (niet laten leiden voor
buiten-wetenschappelijke overwegingen) en verantwoordelijkheid
, (rekening houden met anderen mensen/dieren). 61 normen
(uitgewerkte principes) voor goede onderzoekspraktijken zijn hieruit
gevormd: ontwerp (onderzoeksopzet waarmee onderzoeksvraag wordt
beantwoord, zorgvuldige methodologische onderbouwing) + uitvoering
(precies & accuraat, wetenschappelijke methoden, niks verzinnen) +
verslaglegging (transparant, logboek, vastleggen in protcollen) .
Onderzoek van studenten valt binnen normatieve kaders, maar als
onderzoek plaatsvindt binnen educatieve context kunnen studenten niet
worden aangesproken. Valt wel onder andere regelingen.
Onderzoekstypen
- Fundamenteel: gericht op verzamelen van kennis, gericht op
ontwikkeling en toetsing van theorie als oplossing van kennisproblemen
+ wetenschappelijke normen (empirisch, theoretisch, systematisch,
cumulatief)
- Praktijkgericht wetenschappelijk: gericht op verzamelen van kennis,
gericht op helpen van oplossen van praktijkproblemen +
wetenschappelijke normen & praktijknormen
- Praktijkgericht niet-wetenschappelijk: niet uitgevoerd conform
wetenschappelijk criteria (bijv. niet systematisch)
Empirische cyclus (fundamenteel onderzoek, onderzoekscyclus):
1. Kennisprobleem (explorerend onderzoek, combinatie eerste 3,
observaties) steeds meer gevallen van longkanker, steden werden groter,
meer gevallen in steden, toename van roken
2. Inductie hypothesen ”In verstedelijkte gebieden komt longkanker steeds
meer voor” “Stedelingen roken steeds meer sigaretten”
3. Theorie “Longkanker wordt veroorzaakt door het roken van sigaretten”
4. Deductie hypothesen als theorie klopt komt longkanker vaker voor bij
rokers dan niet kokers
5. Toetsing studie geschiedenis van patiënten met longkanker vergelijken
6. Evaluatie senior artsen & wetenschappers waren niet overtuigd over het
verband
Regulatieve cyclus (praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek, 6
beslismomenten):
1. Praktijkprobleem: analyse praktijkproblemen samen met opdrachtgever
jongeren beginnen op jonge leeftijd met roken
2. Diagnose: onderzoek naar mogelijke oorzaken wat is de oorzaak?
3. Planvorming: inventariseren van realiseerbare oplossingen (geen taak
onderzoeker) optie 1: verbied tabaksreclame optie 2: plaats nare
plaatjes op pakjes