Politieke communicatie en
Journalistiek
Hoorcollege 1
Politieke communicatie = de interacties tussen politiek, media en het publiek. Het gaat dus om de interacties
tussen politieke actoren, media/journalistiek en burgers. De één wil iets van een ander gedaan krijgen =
krachtsverhoudingen.
Verwachting van de media is dat deze fungeert als een vierde macht (naast wetgevende, uitvoerende en
rechterlijke macht) omdat we moeten weten wat er gebeurt binnen de andere drie machten, hierbij hebben
we de media nodig.
Functies van de media in een (ideale) democratie
1. Informatie – monitoring, informeren van het publiek
2. Educatie – wat betekent deze informatie
3. Platform – plaats waar ideeën uitgewisseld kunnen worden – horizontale communicatie
4. Waakhond – schandalen naar boven halen, controle en rapportering van de overheid
5. Kanaal – plaats waar politici zich kunnen presenteren naar het publiek – verticale communicatie
Rolopvatting van journalisten (David Weaver), kunnen ook meerdere rollen zijn:
Disseminator – informatieverspreider (informatie)
Interpreter – uitleggen en duiden wat betekent de info (educatie)
Adversarial – kritisch kijken naar politici en bedrijven (waakhond)
Populist mobilizer – probeert mensen mee te krijgen in deelneming aan de maatschappij (biedt een
kanaal) ‘gewone’ volk aan het woord laten
Bedreigingen van deze 5 functies van de media
Journalisten die vasthouden aan veilige routines, waardoor ze het publiek niet het nieuws bieden dat ze nodig
hebben (vooral informatieverspreider)
Journalisten kijken veelal rond op hetzelfde tijdstip op dezelfde nieuwssites en vragen dingen aan
dezelfde mensen, zij hebben namelijk hun eigen routine waardoor het merk makkelijker wordt maar
het nieuws niet beter.
Journalisten laten zich leiden door de opinies van de politieke elite wanneer twee politici het met
elkaar eens zijn komen er geen anderen meer aan het woord (indexing)
o Want: routine, gemakzucht, veiligheid, vermijden van risico’s
Platformfunctie en waakhondfunctie worden voornamelijk bedreigd
Ook andere functies voor zover bepaalde informatie en meningen het nieuws niet halen
Oplossing is een andere journalistieke aanpak
Het publiek slaagt er niet (meer) in de boodschappen te begrijpen of kan foute informatie niet onderscheiden
van echt nieuws
Videomalaise = nieuws kijken via de televisie heeft negatieve effecten op mensen
o Tv-kijkers krijgen meer cynisme, minder vertrouwen in (politieke) instanties en minder
political efficacy = het gevoel dat je de politiek begrijpt en hier zinvol aan kan deelnemen
Dumbing down van het publiek = mensen kunnen en willen politiek nieuws niet meer
verwerken.
Kritiek op deze mediamalaise theorie:
, Ook positieve effecten op media-inhoud is mogelijk want beelden kunnen sommige dingen beter
uitleggen
Sommige ‘sensationele’ elementen zorgen ervoor dat meer mensen bereikt worden
Journalisten proberen wellicht meer om alle burgers aan te spreken als potentieel publiek
Platformfunctie bedreigd: door een filterbubbel word je alleen geconfronteerd met het nieuws waar je het
mee eens bent terwijl het in een democratisch systeem belangrijk is dat je ook tegenovergestelde meningen
hoort
Educatiefunctie bedreigd om dezelfde reden
Deels kanaalfunctie bedreigd om dezelfde reden
Informatiefunctie breekt de filterbubbel vaak door, uiteindelijk zie je de informatie wel dus deze wordt niet
erg bedreigd
Waakhondfunctie hoeft niet bedreigd te zijn
Oplossingen is het opnieuw vertrouwen opbouwen in de media, filterbubbels en echo chambers vermijden en
regulering voor sociale media (is er momenteel niet/nauwelijks)
Commercialisering, met als gevolg minder en minder kwaliteitsvol politiek nieuws
Commercialisering = het doel is om een zo groot mogelijk publiek te trekken, dus veel sensationeel nieuws
Verschuiving in journalistiek van de normatieve (wat burgers moeten weten) naar de commerciële
pool
Er komt steeds meer zacht nieuws (misdaad, BN’ers) want dat trekt publiek, dit gaat ten koste van het
saaie harde nieuws (beurs, politiek) vanwege het doel: geld verdienen
Nieuws is gemeengoed = online is het gratis, dus niemand wil ervoor betalen. Echter kost media
maken geld dus moeten de makers geld besparen steeds meer journalisten ontslagen, veel
freelancers, minder onderzoeksjournalistiek, meer competitie voor de aandacht van publiek en dus
steeds meer de keuze voor sensatie: lage kwaliteit nieuws. Een journalist heeft immers niet meer de
tijd om iets goed te onderzoeken.
! Uit onderzoek blijkt: traditionele media publiceert minder en 95% van het nieuws komt wel van
traditionele media. Het lijkt alsof er een grote hoeveelheid info is, maar dit valt best mee.
Kwaliteit en kwantiteit van nieuws bedreigd door commercialisering.
Kanaalfunctie niet bedreigd want het is goedkoop om dingen op te schrijven
Informatiefunctie bedreigd want er is minder informatie
Educatiefunctie bedreigd want het is te duur om dit goed uit te leggen en te onderzoeken
Platformfunctie onder druk door pluralisme = verscheidenheid aan stemmen
Waakhondfunctie bedreigd want het is te duur dus moet dit minder
Commercialisering hangt samen met medialogica = we volgen de logica van de media. Grote maatschappelijke
trends hebben met elkaar te maken (ontzuiling, individualisering). Mediatisering = medialogica wordt steeds
belangrijker, is één van die trends die we over tijd hebben gezien. Dit ging via 4 fases:
1. Mediatie = media werd het belangrijkste kanaal tussen de politiek en de burger
2. Media wordt onafhankelijker – het politieke systeem is nog dominant maar journalisten selecteren en
verwerken de boodschap eerst
3. Media-logica – media worden dominant maar nog buiten de politiek. Politici moeten hun
mediavaardigheden bijschaven om in de media-logica te komen, zodat ze aandacht krijgen en hun
ideeën kunnen verkopen
4. Politiek neemt media-logica over – het doel is media-aandacht en hiervoor wordt het hele plan
aangepast i.p.v. slechts de strategie.
Wij zijn nog niet in fase 4 want:
Media zullen nooit de politieke functies overnemen
De trend wordt gematigd door bijvoorbeeld een sterke publieke omroep minder afhankelijk zijn van
de commerciële druk
Matiging van de mediatisering is afhankelijk van het politieke en media-systeem
Op sociale media volgen veel politici de media logica
Ideologie speelt een rol, politici willen een bepaald doel bereiken
Meerdere politieke breuklijnen die worden niet zomaar overbrugd door de media
Media impact is vaak schijn want het wordt vaak gestart vanuit de politiek: politici zegt iets tegen de
journalist artikel politicus spreekt hierover in de media
NGO’s kunnen iets op de agenda plaatsen wat via de media lijkt te komen
Misschien zijn de politieke actoren vooral slim en wachten ze hun moment af
,Politieke actoren (her)winnen controle over de media-inhoud (gebrek aan pluralisme en onafhankelijkheid)
Ondanks de democratie heeft de overheid invloed op media-inhoud, voorbeelden hiervan zijn:
Censuur
Staatsomroepen
Politieke inmenging op de redacties
Media-eigenaars die ook politicus zijn
Selectieve toekenning van overheidsadvertenties (of een bedrijf krijgt (als enige) geen steun en gaat
failliet of verandert zich en zegt wat de overheid wil zodat zij ook overheidsadvertenties krijgt)
Pluralisme = de verscheidenheid aan verschillende perspectieven (stemmen)
Intern pluralisme = meerdere geluiden binnen één krant
Extern pluralisme = meerdere geluiden in meerdere kranten
Informatie- en educatiefunctie zijn mogelijk biased en geven een onvolledig beeld
Platformfunctie wordt sterk bedreigd door pluralisme want niet iedereen wordt aan het woord gelaten
Waakhondfunctie wordt sterk bedreigd want dit kan nauwelijks meer tegen de overheid
Kanaalfunctie wordt bedreigd omdat niet-overheid gebonden groepen geen kanaal hebben
Oplossingen is om de onafhankelijkheid van de pers te garanderen
Negatieve persvrijheid = de overheid zet een stap terug zodat jij ruimte hebt – ‘Jij mag dat doen, wij
zeggen er niks over’. VB: vrijheid van religie en geen censuur
Positieve persvrijheid = de overheid doet juist wel iets zodat er vrijheid is. BV: subsidie voor educatie,
het recht tot opleiding etc.
Hallin & Mancini hebben mediasystemen onderzocht en hier kwamen 3 modellen uit:
Ploralized Pluralist (Griekenland, Spanje): door de late democratisering en het lage aantal lezers,
waren de kranten gericht op de elite. Dit zorgde voor een hoog politiek parallelisme en een sterk
extern pluralisme. De politiek heeft een grote rol in de media en er is een lage professionalisering van
journalisten. Media diende de belangen van de politiek.
Democratic Corporatist (NL): door de vele partijen en sociale groepen, het hoe aantal lezers en de
ontwikkeling in de journalistiek, ontstond dit model waar de staat ook een belangrijke rol heeft. De
staat biedt ondersteuning (positieve persvrijheid) zorgen voor een sterke politieke omroep.
Overheid promoot een divers medialandschap met economische levensvatbare en onafhankelijke
media.
Liberal-commercieel model (USA, oorspronkelijk, Engeland): veel lezers en veel onafhankelijkheid van
de politiek door het commerciële systeem. Oorspronkelijk een sterk intern pluralisme. Daarnaast is er
een sterke professionalisering en grijpt de staat niet in met betrekking tot de informatiestroom
(negatieve persvrijheid). Onafhankelijke media ontvangen geen overheidssubsidies.
Deze modellen zijn echter achterhaald en te Westers. Het is interessant om naar de aparte dimensies te kijken
en de rol van de staat hierin.
Middelen om tot een beter pluralistisch mediasysteem te komen, zijn:
Belastingvoordeel voor kleine mediabedrijven
Samenwerkingen ondersteunen
Regionale reclamebureaus ondersteunen
Versterking van inhoud door diversiteit aan journalisten
, Artikel week 1 – Bennett: News in a changing information system
De titel van het boek is ‘The politics of illusion’ omdat de machthebbers ook soms redenen hebben om
kwesties te verwarren of te verdraaien, variërend van hun eigen waarde vooroordelen tot het zeggen wat ze
moeten doen om de financiële steun aan te trekken die ze nodig hebben om aan de macht te blijven.
Hoofdvraag: Hoe goed dient het nieuws, als de kern van het nationale politieke informatiesysteem, de behoefte
van de democratie?
The Daily Me = huidige virtuele nieuwservaring het nieuws is afgestemd op het individu
The Daily us = oude mediasystemen die mensen in de samenleving samenbracht rond dezelfde berichtgeving
voer de belangrijkste dingen.
Mensen geboren na 1980 zijn ‘digital natives’ omdat ze opgroeien in een sterk gepersonaliseerde digitale
mediaomgeving. Deze generaties hebben meer kans om de Daily Me te ervaren omdat ze info krijgen door
social media en internet.
Anderen leven in een combi van gepersonaliseerde onlinebronnen en legacy nieuwbronnen = tv, radio en
dagbladen. Deze mensen zullen Daily us ervaren maar de ‘us’ krimpt vanwege de generatie die krimpt.
De oude nieuwsmedia verdwijnt waarschijnlijk niet dus willen ze het publiek meer betrekken in het nieuws en
zelfs traditionele journalistiek omzeilen bij het maken van de inhoud. Legacy nieuwsorganisaties hebben weinig
inkomsten door bijvoorbeeld het gemis van advertentiegeld.
Veel nieuws wordt geproduceerd door machines en niet door journalisten en nieuwsorganisaties. Het
advertentiegeld gaat naar digitale platformen en niet naar lokaal nieuws kwaliteit van nieuws gaat achteruit.
Op social media krijgen mensen de onderwerpen die hen interesseren wat zorgt voor verspreide publieke
aandacht gemengd met polarisatie van standpunten over kritieke problemen.
Zal het publiek in de gemengde informatieomgeving minder op de hoogte zijn, meer gepolariseerd en
kunnen ze niet goed samenkomen om te beslissen wat er gedaan moet worden aan belangrijke
problemen?
Er is zoveel info beschikbaar online dat het makkelijk is om geïnformeerd te worden over een iets waar je om
geeft.
Hoe wordt de nauwkeurigheid van ‘politieke informatie’ online bepaald?
We zullen in ieder geval nooit teruggaan naar het massamedia nieuwssysteem van de vorige eeuw en zijn grote
‘vaste’ publiek.
Massamedia periode: ‘one-to-many’ communicatie
Social media periode: ‘many-to-many’ communicatie
Vragen over de veranderende wereld journalistiek met betrekking tot de politieke rol van informatiemedia:
Geven media ons de soorten informatie die individuele en collectieve besluitvorming helpen?
Geven de media ons voldoende informatie?
Vertrouwen we de informatie gegeven door de media?
Waarom journalistiek belangrijk is
Als de groei van de moderne media zich blijft voortzetten, zal de onwetendheid bij de burgers groeien en
hebben ambtenaren minder publieke verantwoordelijkheid wat zorgt voor een grote golf van openbare
corruptie, wat al gebeurt democratie verdwijnt. De enige hoop op regelmatige en betrouwbare informatie
over de machthebbers is de onafhankelijke journalistiek.
Sommige wetenschappers zien het teruggaan naar de kernwaarden van het informeren van het publiek met
tijdige en accurate informatie over de regering en het publieke leven als de oplossing voor journalistische
organisaties. Zelfs wanneer journalisten proberen om belangrijke issues te rapporteren, komen ze in bepaalde
conflicten tussen politici dat de focus van het onderliggende issue afleidt. Dit is echter niet zo makkelijk om
terug te draaien vanwege het commerciële mediasysteem dat in een neerwaartse spiraal het publiek, de
inkomsten en de productkwaliteit tientallen jaren vast heeft gehouden.