Management, Accounting & Control 3
H6
A budget is de kwantitatieve uitdrukking van een door het management voorgesteld
actieplan voor een bepaalde periode en een hulpmiddel om te coördineren wat moet
worden gedaan om dat plan uit te voeren.
Coordination is het op elkaar afstemmen van alle aspecten van de productie of de
dienstverlening en alle afdelingen van een onderneming op de beste manier, zodat
de onderneming haar doelstellingen kan bereiken.
A rolling budget (ookwel a continuous budget or rolling forecast genoemd) is een
budget dat altijd beschikbaar is voor een bepaalde toekomstige periode.
Stappen voor het voorbereiden van een operationele budget
1. Identificeer het
3. Maak
probleem en de 2. Verkrijg informatie. toekomstverwachtingen.
onzekerheden.
5. Het besluit uit te
4. Maak keuzes
voeren, de prestaties
tussen mogelijke
te evalueren, en te alternatieven.
leren.
Financial budget
Financial budget
De begrote staat
Begroting Begroting De begrote
van de
kapitaaluitgaven kasmiddelen balans
kasstroom
1
,Management, Accounting & Control 3
Voor- en nadelen van budgetteren
Voordelen Nadelen
Afbakenen Participatie
verantwoordelijkheden medewerkers
Coördinatie en
Gaming
communicatie doelen
Beoordelingsdoeleinden Forecasting
Lerend vermogen
2
, Management, Accounting & Control 3
Master budget
Operating Financial
budget budget
Master
budget
Operating budget:
- Verkoop
- Operationele kosten
- Inkopen
- Resultatenrekening
Stap 1: De ontvangstenbegroting voorbereiden.
Stap 2: Opstellen van de productiebegroting (in eenheden).
Stap 3: Opstellen van het budget voor het gebruik van directe materialen en het
budget voor de aankoop van directe materialen.
Stap 4: Opstellen van het budget voor directe fabricage-arbeidskosten.
Stap 5: Opstellen van het budget voor de algemene productiekosten.
Stap 6: Opstellen van de eindvoorraad begroting.
Stap 7: Opstellen van het budget voor de kosten van verkochte goederen.
Stap 8: Opstellen van het budget voor andere dan productiekosten.
Financial budget:
- Liquiditeit
- Investeringen
- Balans
Begrote productie ( in eenheden) = Begrote verkopen ( in eenheden) + doel
eindvoorraad gereed product – beginvoorraad gereed product
3
, Management, Accounting & Control 3
Organization structure is een ordening van de verantwoordelijkheidslijnen binnen
een organisatie.
Responsibility center is een deel, segment of sub eenheid van een organisatie
waarvan de manager verantwoordelijk is voor een bepaalde reeks activiteiten.
Responsibility accounting is een systeem dat de plannen, begrotingen, acties en
werkelijke resultaten van elk verantwoordelijkheidscentrum meet.
4 types responsibility centers:
1. Revenue centers – de manager is verantwoordelijk voor alleen de
opbrengsten.
2. Expense centers (cost center) – de manager is verantwoordelijk alleen voor
de kosten.
3. Profit centers – de manager is verantwoordelijk voor de opbrengsten en
kosten.
4
, Management, Accounting & Control 3
4. Investment centers – de manager is verantwoordelijk voor de investeringen,
opbrengsten en kosten.
Het verschil tussen werkelijk behaalde resultaten en begrote bedragen kunnen
managers helpen om strategieën te implementeren en dat kan op basis van de
volgende manieren:
5
, Management, Accounting & Control 3
1. Vroegtijdige waarschuwing. Afwijkingen waarschuwen de managers vroeg
bij gelegenheden, maar niet gemakkelijk, direct en duidelijk.
• Tijdig bijsturen of kansen benutten
2. Prestatie-evaluatie. Afwijkingen zetten managers ertoe aan na te gaan hoe
goed de onderneming haar strategieën heeft uitgevoerd.
• Juiste beloningsbasis of beoordelingsbasis
3. Strategie evalueren. Afwijkingen zijn soms een signaal voor managers dat
hun strategieën ondoeltreffend zijn.
Controllability is de mate van invloed die een bepaalde manager heeft op de kosten,
opbrengsten of aanverwante posten waarvoor hij of zij verantwoordelijk is.
A controllable cost alle kosten die hoofdzakelijk onderworpen zijn aan de invloed van
een bepaalde verantwoordelijkheidscentrummanager voor een bepaalde periode.
H7
Doelen verschillenanalyse:
1. Continue verbetering
2. Prestatiemeting
3. Lerende organisatie
4. Financiële organisatie
5. Benchmarking
Statisch budget
6