Een beter leven
Hoe dan?
Hoofdstuk 1: positieve psychologie
From what’s wrong to what’s strong.
Geestelijke toestand: een toestand van welbevinden, waarin je je
mogelijkheden realiseert, kunt omgaan met de normale stress van het
leven, productief kunt zijn in het werk en bijdrage kunt leveren aan de
samenleving – Wereldgezondheidsorganisatie, 2005
Het doel van positieve psychologie is niet om de traditionele psychologie,
die zich richt op wat er mis is, te vervangen, maar juist om deze aan te
vullen. Het richt zich op het versterken van mogelijkheden om een
plezierig, goed en zinvol leven te leiden, op positieve relaties en op iets
bereiken in je leven.
Drie centrale begrippen:
1. Welbevinden
o De mate waarin je je lichamelijk, geestelijk en sociaal goed voelt.
o Welbevindingstheorie (Martin Seligman, 2011)
2. Geluk
o Iets wat bereikt kan worden door persoonlijke ontwikkeling en
voortreffelijkheid van karakter. – Aristoteles, (384-322 v.Chr.)
o In het ‘goede leven’ (de vijf pijlers van de welbevindingtheorie,
Martin Seliger, 2011) wordt geluk nagestreefd door het ervaren van
plezier bij momenten van overpeinzing of tijdens het voeren van een
goed gesprek.
o Het goede leven en geluk kunnen volgens Aristoteles dus
samenvallen.
o Gelukkig zijn in je leven: ervaren geluk
o Gelukkig zijn over je leven: herinnerd geluk
o Eudaimonia: ‘goede leven’. Sommigen vinden geluk en eudaimonia
hetzelfde en sommigen vinden dat totaal anders.
o Je kan iemand vóór zijn dood nooit gelukkig noemen. Je moet eerst
het eind van zijn leven afwachten.
o De definities voor geluk en welbevinden lopen uiteen en laten ruimte
voor verschillende interpretaties.
o Geluk is voor 50% genetisch bepaald. 40% door doelbewuste
activiteiten bepaald. 10% door toevallige omstandigheden.
3. Sterke-kantenbenadering
o Versterken wat al goed is. Hierdoor wordt je zelfverzekerder, voel je
je competenter, realiseer je je doelen sneller en ervaar je meer een
gevoel van welbevinden.
o Alle sterke kanten zijn positief en kun je versterken en aanvullen.
, o Je bent gemotiveerder door je sterke kanten. Je kijkt naar
mogelijkheden i.p.v. obstakels.
De welbevindingstheorie de vijf pijlers:
1. Het plezierige leven: ervaren van positieve emoties. In hoeverre voel
je je gelukkig en tevreden?
2. Het goede leven: de inzet bij wat je doet (betrokken). In hoeverre
ervaar je een gevoel van persoonlijke vervulling?
3. Het hebben van positieve relaties: In hoeverre heb je goede relaties
met de mensen om je heen?
4. Het zinvolle leven: de zorg voor anderen. In hoeverre heb je het idee
onderdeel te zijn van iets wat groter is dan jijzelf en daaraan bij te
dragen?
5. Iets bereiken in je leven: het neerzetten van prestaties, alleen omdat
je iets wil bereiken. In hoeverre ben je bezig dingen onder de knie te
krijgen, alleen omdat je het leuk vindt?
ABC de drie basisbehoeften:
1. De vrijheid om keuzes te maken die passen bij wie we zijn
(autonomie)
2. Ons verbonden voelen met anderen (betrokkenheid)
3. Het idee dat we goed zijn in wat we doen (competentie)
Het streven naar geluk heeft ook negatieve kanten. Als je te veel streeft
naar geluk zal je waarschijnlijk teleurgesteld raken. Je kunt beter
accepteren dat er pieken én dalen in je leven zullen zijn. Probeer ook niet
alleen op jezelf te focussen, want dan kun je eenzaam worden.
6 deugden en 24 sterke kanten:
1. Wijsheid en kennis: creativiteit, nieuwsgierigheid, open houding en
dingen van alle kanten bekijken, leergierigheid, perspectief zien en
goed advies aan anderen geven.
2. Moed: moed, volharding, integriteit, vitaliteit.
3. Menselijkheid: liefde, vriendelijkheid, sociale intelligentie.
4. Rechtvaardigheid: sociale verantwoordelijkheid en loyaliteit.
5. Zelfbeheersing: vergevingsgezindheid, bescheidenheid,
voorzichtigheid, zelfcontrole.
6. Transcendentie: waardering, dankbaarheid, hoop, humor en
speelsheid, spiritualiteit.
Hoofdstuk 2: verandering van focus
Gelukkig zijn betekent niet dat alles perfect is. Het
betekent dat je besloten hebt verder te kijken dan de
imperfecties.
Positiviteitparadox: oudere mensen zijn gelukkiger dan jongere mensen,
ondanks dat ze lichamelijk en geestelijk achteruitgaan. Dit komt doordat
ze een positievere focus hebben.