Samenvatting van de voorgeschreven literatuur en hoorcolleges van het vaak Aard, Omvang en Schade van Criminaliteit. Het gaat om de stof vanuit het schooljaar 2021/2022. De volgende literatuur was voorgeschreven:
Paragraaf 2.1-2.4 (pp. 23-38) en paragraaf 2.6-2.8 (pp. 43-66) uit: Gestel, B. van ...
AARD, OMVANG EN SCHADE
WEEK 1: CRIMINALITEITSPROBLEMEN, ANALYSE EN
AGENDAVORMING
Artikel: Overheidsbeleid en nieuwsmedia
Overheidsbeleid: de plannen, acties en maatregelen die zij bedenkt en uitvoert om
maatschappelijke ontwikkelingen te sturen.
Politiek beleidsproces: een dynamisch verloop van handelingen en interacties met
betrekking tot dat overheidsbeleid → dynamiek bestaat uit de onderling
samenhangende handelingen en kenmerkend bij totstandkoming van beleid is dan
ook de wederzijdse beïnvloeding van factoren en actoren
Realisatiemacht: het vermogen om beleid tot stand te brengen.
Hindermacht: het vermogen om beleid tegen te houden.
Gouvermentele actoren: alle actoren die tot de overheid behoren en verantwoordelijk
zijn voor de ontwikkeling en uitvoering van beleid.
Niet-gouvermentele actoren: zowel ‘individuele’ personen als burgers die zich
(tijdelijk) georganiseerd hebben om gemeenschappelijke belangen te behartigen.
Een politiek beleidsproces kan volgens een min of meer vast patroon in
deelprocessen of fasen worden opgesplitst. Het proces zou dan beginnen met de
fase van agendavorming en zou eindigen met een fase waarin het beleid wordt
geëvalueerd en eventueel weer teruggekoppeld naar het beginstadium van de cyclus
→ bekritiseerd in de bestuurskunde, want is geen sterke scheiding tussen fasen
Fasen:
1. Agendavorming: hier komen maatschappelijke problemen onder de aandacht
van de politiek → als het gemeentebestuur zich vervolgens serieus buigt over
deze maatschappelijke kwesties, staan de onderwerpen zogezegd op ‘de
politieke agenda’
2. Beleidsvoorbereiding: ambtenaren gaan met het onderwerp aan de slag en
ontstaat een beleidsnota
3. Besluitvorming: politici maken op grond van de beleidsnota een keuze over de
inhoud van het beleid → uiteindelijk volgt tijdens een raadsvergadering een
stemming over invoering van de voorgestelde beleidsmaatregelen → tijdens
deze vergadering krijgen burgers ook gelegenheid om ‘in te spreken’ en zo
hun mening omtrent de beleidsplannen kenbaar te maken
4. Beleidsuitvoering: beleid wordt in praktijk gebracht
, 5. Beleidsevaluatie: beleid wordt beoordeeld op de totstandkoming en op de
effectiviteit van de maatregelen
Normatieve democratiemodel: hierin beslissen alle burgers mee over zaken waarvan
ze ook de gevolgen ondervinden → het gaat uit van een rationeel handelende
overheid én van rationele burgers die openstaan voor de mening van anderen en op
beredeneerde wijze hun mening vormen→ hieruit volgt dat het nodig is dat overheid
en burgers met elkaar communiceren
Drie functies van media:
1. Informatiefunctie: media informeren burgers over overheidsbeleid en alles wat
daarmee samenhangt
2. Expressiefunctie / Platformfunctie: media vormen in een democratie als het
ware een publieke ruimte, waarin het debat plaatsvindt en waarin voortdurend
ideeën, meningen en visies van personen en uiteenlopende sociale
groeperingen de revue passeren → Pluriformiteit: media zouden de
uiteenlopende visies en denkbeelden die in de samenleving circuleren moeten
weerspiegelen, zodat burgers op een weloverwogen manier tot hun eigen
mening kunnen komen
3. Kritiekfunctie: gezien journalisten hun onafhankelijke status worden media
geacht als ‘waakhond’ te fungeren en kritiek uit te oefen op het beleid of juist
op het ontbreken daarvan
Functie nieuwsmedia in Initiator van mediaberichtgeving en richting van
democratie beïnvloeding
Initiator / actieve actor Ontvanger / passieve
actor
Expressiefunctie Burger Media, Overheid (andere
burgers)
Informatiefunctie Overheid Media, burgers
Kritiekfunctie Journalist Overheid (en burgers)
Probleem (volgens Hoogerwerf): ‘een discrepantie tussen een maatstaf en een
voorstelling van een bestaande of een verwachte situatie → gaat hierbij niet zozeer
om de objectieve werkelijkheid, maar veeleer om het beeld dat mensen hebben van
die werkelijkheid
Framing:
Verwijst naar de wijze waarop een onderwerp (bijvoorbeeld in de media) wordt
‘ingekaderd’, de manier waarop een onderwerp wordt gepresenteerd en
geïnterpreteerd
Een frame bepaalt niet alleen waarover mensen denken, maar ook hoe ze
over iets denken
Volgens Entman bestaat een frame uit de volgende vier onderdelen, die
echter niet noodzakelijkerwijs tegelijk in één tekst voor hoeven te komen:
, 1. Een definitie van het probleem
2. Een diagnose van de oorzaak van het probleem
3. Een moreel oordeel over het probleem
4. De meest geschikte en gewenste oplossing voor het probleem
Uit een frame volgt logischerwijs wat er aan het probleem gedaan moet
worden en, niet minder belangrijk, wie verantwoordelijk is om er iets aan te
doen
De berichtgeving over een issue kan gedomineerd worden door één frame
(dominant frame), maar er kunnen ook alternatieve frames in de media
gepresenteerd worden (gefragmenteerd frame)
Bron: een persoon of instantie aan wie een journalist informatie ontleent → bronnen
zijn verschaffers van informatie op grond waarvan de journalist een nieuwsbericht
opstelt
Nieuwsmanagement: de activiteiten die niet-journalistieke actoren ondernemen om in
de positie van bron te komen om zo het nieuws en het mediaframe te beïnvloeden →
een cruciale rol daarbij speelt het vermogen om nieuwswaardige informatie aan te
leveren, bijvoorbeeld door het creëren van een nieuwswaardige gebeurtenis of door
het doen van een nieuwswaardige uitspraak over een gebeurtenis, situatie of
maatschappelijk verschijnsel → dit is het organiseren van een zogenaamde ‘media
event’, ook wel ‘pseudogebeurtenis’ genoemd → De socioloog Gans spreekt over
‘eager sources’, daarmee verwijzend naar de gretigheid waarmee bronnen over het
algemeen informatie aanleveren om publiciteit te krijgen voor hun verhaal.
Burgers en maatschappelijke groepen die invloed willen uitoefenen op het politieke
beleidsproces stappen over het algemeen niet meteen met hun klacht of eis naar de
media toe → veel belangengroepen zoeken om tactische redenen tijdens hun ‘lobby’
niet meteen actief de publiciteit → Als het burgers of groeperingen desondanks niet
lukt via bureaucratische of parlementaire weg (genoeg) invloed uit te oefenen op het
beleidsproces, kunnen zij ertoe overgaan van hun probleem een publieke zaak te
maken.
Agendabuilding / Agendabouw
= Het proces waarbij mensen maatschappelijke problemen onder de aandacht
van het publiek en de politiek brengen
In de traditionele opvatting van agendabouw is altijd sprake van een probleem
dat op een bepaald moment door een maatschappelijke groepering, een
belangengroep of door individuele burgers wordt ‘ontdekt’
Hilgartner en Bosk spreken van een ‘publieke arena’ waarbinnen verschillende
sociale problemen met elkaar moeten concurreren om aandacht en erkenning
Het aantal erkende problemen in een samenleving wordt volgens Hilgartner
en Bosk niet bepaald door het aantal ‘objectieve problemen’ maar veeleer
door de ‘carrying capacity of public institutions’ → mensen en
maatschappelijke groepen die hun misstand of probleem op de agenda willen
zetten, worden daardoor gedwongen tot ‘dramatisering’ van het probleem
, ‘Managers van de publieke arena’: journalisten bepalen door selectie –
bedoeld of onbedoeld – welke wensen, eisen en ’misstanden’ bekend raken
bij een breed publiek en over welke maatschappelijke kwesties we minder te
weten komen
Cobb en Elder
Publieke agenda: bestaat uit issues die in de belangstelling staan bij een
breed publiek, vaak onderwerpen die (ook) in de mediabelangstelling staan
Politieke agenda: bestaat uit onderwerpen waar beleidsmakers en politici zich
over buigen
Het mobilization model: hier plaats de overheid een issue zelf op de politieke
agenda en zet het daarna op de publieke agenda
Het inside initiative model: hierbij plaatst de overheid een onderwerp op de
politieke agenda zonder zich verder te bekommeren om de publieke agenda
Het traditionele agendabouwmodel / outside initiative model: hier moet een
onderwerp eerst door niet-gouvernementele actoren op de ‘publieke agenda’
geplaatst worden alvorens het op de ‘politieke agenda’ terecht kan komen
Voordat een issue op de politieke agenda staat, moeten vier fasen worden
doorlopen:
1. Initiation: de burgers of groepen die het initiatief nemen moeten hun
klachten en ongenoegens onder woorden brengen en uitspreken → hier
wordt voor de eerste keer een definitie van het probleem geformuleerd
2. Specificatie: de klachten moeten worden vertaald in specifieke wensen en
eisen ten aanzien van het overheidsbeleid
3. Expansie: er moet voldoende druk of betrokkenheid vanuit de
maatschappij gecreëerd worden om ook de aandacht van politici op het
probleem gevestigd te krijgen → hier wordt een onderwerp onder de brede
publieke belangstelling gebracht
- Expansie van het issue is voor de initiatiefnemers cruciaal, maar kan er
tegelijkertijd toe leiden dat de oorspronkelijke probleemdefinitie al in
een vroeg stadium wordt gewijzigd, door de bemoeienis van anderen
4. Entrance: Als beleidsmakers en politici zich serieus over het onderwerp
buigen en de kwestie van de publieke naar de politieke agenda verschuift
Succesvolle uitbreiding van een issue hangt af van een aantal kenmerken van
de probleemdefinitie, die zij ‘issue characteristics’ noemen → de kans dat een
breed publiek betrokken raakt bij een issue wordt groter naarmate:
1. De probleemdefinitie dubbelzinniger is en minder eenduidig (degree of
specificity)
2. De probleemdefinitie duidt op grote maatschappelijke relevantie van een
issue (degree of social significance);
3. De probleemdefinitie duidt op de lange termijneffecten van het probleem
(degree of temporal relevance)
4. De probleemdefinitie zo min mogelijk technische details bevat (degree of
complexity)
Daarnaast is het gebruik van emotionele symbolen en de mate waarin de
initiërende groep is georganiseerd sterk bepalend voor het met succes
betrekken van publiek bij het issue
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evavanhees. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.