ABSTRACT
Dit is een samenvatting
van de colleges
forensische psychologie,
onderdeel van de master
Klinische Forensische
Psychologie aan Tilburg
University.
Maaike Beckers
FORENSISCHE 2021-2022
PSYCHOLOGIE
500847-M-6
,COLLEGE 1: Forensische Psychologie in Nederland en ethische kwesties
1.Achtergrond en geschiedenis Forensische Psychologie
1.1 Origine psychiatrie/ psychologie en recht
Hippocrates (medicus/arts) werd vroeger (460-377 v.
C.) wel eens bij een rechtszaak geroepen om te oordelen over de mentale toestand van betrokkenen.
Hij was de eerste ervaringsdeskundige die niet alleen keek naar of iemand wel of niet schuldig is,
maar ook naar het rapport van de gedragswetenschappers. In oude Germaanse geschriften is ook
teruggevonden dat er wel eens beroep werd gedaan op een medicus om te kijken of iemand volledig
toerekeningsvatbaar was of dat er verzachtende omstandigheden nodig waren. Verzachtende
omstandigheden waren hierbij dan van toepassing voor mensen met een lager intellect bijvoorbeeld.
In de middeleeuwen zette dit idee door en waren er ook een aantal regelingen die er rekening mee
hielden dat niet iedereen verantwoordelijk was voor zijn of haar daden. Zo kon het zijn dat er een
onnozele in de familie voorkwam. Deze persoon stond dan onder curatele van de familie. De familie
werd dan verantwoordelijk gehouden voor die persoon. Dat betekent dan ook dat de familie de straf
ontvangt wanneer de onnozele iets gedaan heeft. De familie was daardoor ook gemachtigd om de
onnozele bijvoorbeeld op te sluiten. Pas vanaf de 15 de/17de eeuw zien we ontwikkelingen die lijken op
de wereld van nu. In de 15 de eeuw zijn de zogeheten dolhuizen opgericht. Dit is gelijk de start van de
institutionalisering van krankzinnigen of gestoorde mensen. De omstandigheden in deze dolhuizen
waren niet echt goed te noemen. Er werd bijvoorbeeld geen aandacht besteed aan rehabilitatie of
behandeling, maar het was meer een soort opsluiting van gelijkgestemden. Dat kwam omdat er nog
steeds het idee heerste dat mensen die onnozel waren bezeten zouden zijn door de duivel. Natuurlijk
lag dat in lijn met de heksenjacht die in de 16 de en 17de eeuw op de voorgrond stond. De onnozele
namen ze dan mee op een soort bedevaartstocht naar een grote kerk waarin in de kelder ze
opgesloten werden in cellen. Op die manier zou God hen kunnen genezen en dan konden ze weer
naar huis lopen. In de 16de eeuw ontstond er ook een ommekeer van een groep mensen die een
natuurwetenschappelijke benadering innamen t.o.v. onnozele. Johannes Wier, één van de eerste
pioniers, twijfelde ook aan de oorzaak van een duivel en was en vroeg zich af of stoornissen ook een
natuurlijke oorzaak zouden kunnen hebben. Dit is de start van de forensische wetenschap.
1.1.1 Een ommekeer: de Verlichting
De échte ommekeer komt eigenlijk pas in de verlichting. In de 18 de eeuw spreken we van de Franse
Revolutie of het verlichte denken. Voor de verlichting had elke rechter een soort van vrij spel. De ene
rechter kon dezelfde dader veroordelen voor een lijfstraf terwijl een andere rechter die dader een
doodstraf zou opleggen. In de rechtszaal lag het er dus aan wie je voor je had aangezien er geen
universele regels bestonden. Napoleon introduceerde daarom de Code Pénal aangezien hij vond dat
er meer gestandaardiseerd moest worden. In de Code Pénal, het eerste wetboek, was iedereen voor
de wet gelijk. Maar het idee was dat mensen handelen uit vrije wil ongeacht de leeftijd of
krankzinnigheid. Later werd in Nederland het crimineel wetboek ingevoerd (1809). Hiermee werd de
doodstraf afgeschreven en werden de straffen een stuk minder heftig dan in de Code Pénal. Het
hardvochtige werd in Nederland dus een stuk minder. In 1886 werd het Wetboek van Strafrecht
ingevoerd die we vandaag de dag nog hanteren. In Nederland zou het dan ook niet meer uit moeten
maken voor welke rechtbank je moet verschijnen, want de wet is hetzelfde. Ook is er meer aandacht
voor psychische afwijkingen met de gedachte dat niet iedereen uit vrije wil handelt. Er wordt dus
steeds meer een natuurwetenschappelijke benadering ingenomen en in verschillende landen komen
wettelijke regelingen voor het opsluiten van psychisch gestoorden.
1.1.2 De 19de eeuw en 20ste eeuw (belangrijk voor tentamen)
1
,In de 19de eeuw kwam een nieuwe ommekeer die te maken had met Pinel. Hij bedacht het concept
‘manie sans delire’. Dat hield in dat iemand problematiek kon hebben zonder dat het IQ was
aangetast. Voor dit idee dacht men namelijk dat onnozele en krankzinnigen altijd mensen waren met
een lager IQ. Pinel was degene die zag dat mensen met een gemiddeld IQ ook psychiatrische
problemen kon hebben en vanuit die problematiek een delict plegen. Pinel is hiermee de grondlegger
van de huidige forensische psychologie. De stoornissen die niet gerelateerd waren aan het IQ zouden
gerelateerd kunnen zijn aan emotieregulatie, stemming of persoonlijkheid. Met die observatie van
Pinel zien we ook meer gevallen waarin delinquenten niet meer werden gestraft vanwege mentale
problematiek. Het bekendste voorval is de aanslag op een politicus in Engeland waarbij de delict
pleger geen straf kreeg omdat hij het delict pleegde vanuit een waan.
Zo kwam er in 1841 de eerste krankzinnigenwet dat ervoor zorgde dat er meer supervisie was van
mensen met een mentale stoornis die delict gedrag veroorzaakten en werd de zorg verbeterd.
Daarvoor werd de groep van delinquenten wel opgesloten maar werd er weinig tot geen aandacht
besteed aan behandeling en/of zorg. De krankzinnigenwet evolueerde later in de TBS waarbij het
ging om zware vergrijpen waarvoor degene die het gepleegd heeft niet (volledig) voor
toerekeningsvatbaar kan worden verklaard en er sprake is van een hoog recidive risico.
Zoals gezegd was voor de 19 de eeuw iedereen gelijk voor de wet. Er werd dus ook geen onderscheid
gemaakt tussen kinderen en volwassenen. Een 4-jarige die iemand had neergestoken zou dus een
levenslange gevangenisstraf kunnen krijgen. Tijdens de Code Pénal verdween dit idee niet helemaal,
maar een rechter mocht oordelen dat er sprake was van ‘zonder oordeel des onderscheids’. Zo werd
bepaald dat iemand onder de 16 nog niet helemaal goed een onderscheid kon maken tussen goed en
kwaad en dat verzachtende omstandigheden van kracht waren. Nu nog zien we dit nog steeds terug
in ons wetssysteem. Pas vanaf 1905 werden de echte kinderwetten ingevoerd. Dit zorgde ervoor dat
iemand onder de 18 anders werd behandeld dan iemand boven de 18 en dat je onder de 12 niet
strafrechtelijk vervolgd kan worden.
Ook zien we een algemene tendens dat van straffen naar verbeteren verschuift. Voorheen was het
systeem puur gericht op de daad (wat heeft iemand gedaan) terwijl nu gekeken wordt naar de
persoon (wie heeft het gedaan). In die moderne strafrechtschool gaat het belang dus meer naar de
dader en niet de daad. Er wordt meer gericht op herstel en verbetering waardoor men ook tot een
meer rechtvaardige straf komt. De maatschappij had hier kritiek op aangezien de straffen ook een
stuk milder werden, want hoe zit het dan met de veiligheid van de samenleving. In Nederland hoor je
dit argument vandaag de dag nog steeds. Een jongere kan bijvoorbeeld maximaal 2 jaar krijgen voor
een moord en veel mensen vinden dit niet in verhouding staan met de daad die gepleegd is.
In de 20ste eeuw wilde men ervoor zorgen dat het strafrechtsysteem een stuk rechtvaardiger werd. Zo
werd het voorstel van Van Hamel geïntroduceerd. Hij stelde voor om een onderscheid te maken
tussen 3 typen vergrijpen:
- Lichtere vergrijpen: maatregel of straf ter afschrikking
- Zwaardere vergrijpen: behandeling en verpleging van lange duur
- Zeer zware gevallen: terbeschikkingstelling van de regering; behandeling van 10 jaar en
daarna verder overweging
Dit voorstel werd in principe niet aangenomen tot 20 jaar later in 1928, daar kwamen de
psychopatenwetten. Die psychopatenwetten zijn eigenlijk wat Van Hamel des tijds had voorgesteld.
Dit zorgde ervoor dat er voor veel gevallen tbs werd aangevraagd, maar dat leidden in 1933 tot de
zogeheten Stopwet. Zo kon er alleen tbs worden opgelegd als er sprake was van een zeer ernstig
delict. De tbs vanaf de stopwet is de tbs zoals die nu eigenlijk ook is.
2
, 1.1.3 Ontwikkeling na de 2de WO
Na de 2de wereldoorlog kwam er een genuanceerde opvatting op gevangenschap. Ook omdat veel
mensen die in de commissie zaten voor het naoorlogs strafrecht zelf in een gevangenkamp hadden
gezeten waardoor ze goed wisten wat beperkte vrijheden met een mens kan doen. Er werd vanaf nu
gericht op een hervorming van het gevangeniswezen wat leidde tot de Utrechtse school met de
instellingen Baan, Pompe en Kempe. Ze pleitten daarbij voor een integratie van verschillende
disciplines om zo te komen tot een meer humane manier van omgaan met gevangenen. Dat leidden
tot een betere zorg voor gevangenen en ook speciale zorg voor gedetineerden met een psychische
stoornis. In de jaren 60 werd er weer meer tbs opgelegd waarbij ook de lengte van een tbs vrij lang
was. Ook veranderde de populatie in de tbs. Vroeger zaten er veel vermogens delinquenten, maar
tegenwoordig meer mensen die voor moord, poging tot doodslag, geweld of zedendelicten in de tbs
zitten. Vanaf 1995 werd de longstay geïntroduceerd voor mensen waarbij de behandeling in een
normale tbs niet passend is. Deze mensen zijn of uitbehandeld of vinden gewoonweg geen geschikte
behandeling.
De tbs is dus in termen van wetgeving nogal onderhevig geweest aan veranderingen. In 1971
ontstond een veranderde tijdsgeest met meer nadruk op zelfbeschikking en tolerantie van andere
leefstijlen. Dat zorgde voor een wat andere invulling van behandeling en beveiliging. TBS is
tegenwoordig opgenomen in de wet bijzonder opneming in psychiatrische ziekenhuizen (wet BOPZ).
1.2 Nederlandse forensische structuur en organisatie
1.2.1 Straffen of behandelen?
Bij TBS hebben we te maken met een delict waarbij de rechter moet bepalen of we straffen en/of
behandelen. Daarbij wordt er gekeken waar iemand van verdacht wordt, of hij een zieke/gestoorde
indruk maakt a.d.h.v. een pj-rapportage, wat staat er voorop (behandeling/straf) en welk onderzoek
is vereist om een besluit te nemen over de passende maatregel die tevens voldoet aan criteria van
proportionaliteit, subsidiariteit en effectiviteit?
TBS wordt in Nederland opgelegd als er sprake is van een zwaar delict, de ernst van het delict is het
belangrijkste criterium voor tbs. Het gaat dan om een delict waarvoor minstens 4 jaar gevangenis kan
worden opgelegd. Dan mag de delict pleger niet (helemaal) verantwoordelijk gehouden worden als
gevolg van een psychische ziekte of stoornis en wanneer de delict pleger niet behandeld wordt er
een hoog recidiverisico bij komt kijken. Bij instroom is de kans op recidive, theoretisch gezien, 100%.
Deze dient dan met de tijd af te nemen. De behandeling moet tevens gericht zijn op het terugdringen
van dit recidiverisico tot maatschappelijk aanvaardbare normen. In Nederland zijn er verschillende
tbs-klinieken. Een vreemde eend in de bijt is CTP Veldzicht. Dit is ook een tbs-kliniek maar deze is
specifiek gericht op vluchtelingen uit oorlogsgebieden die te maken hebben met heftige trauma’s en
daardoor delict gedrag laten zien. De mensen binnen deze groep spreken vaak geen Nederlands
waardoor het moeilijk is om in een andere tbs-kliniek met hen te werken. Daarbij zijn de eerste
behandelingen vooral gericht op het verwerken van de trauma’s.
De kern van de tbs-maatregel is dus dat het een behandelmaatregel is en géén strafmaatregel! In de
wet ligt niet alleen vastgelegd dat behandeling nodig is, maar wordt ook de opdracht tot
resocialisatie gegeven. Verlof is dus een onderdeel van tbs! Dat komt omdat terugkeer in de
samenleving het uiteindelijke doel is. Het opsluiten dient namelijk ook als doel om de samenleving te
beschermen. Tbs is dus in principe bedoeld voor de samenleving. Op korte termijn door hoge
beveiliging van gebouwen en op lange termijn om de stoornis of ziekte zodanig te behandelen dat
gevaar voor herhaling voldoende geweken is.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maaikebeckerss. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,89. Je zit daarna nergens aan vast.