SAMENVATTING GEZONDHEIDSRECHT
WEEK 1. SOORTEN RECHT
Leerdoelen
- Het leren onderscheiden en herkennen van rechtsgebieden.
- Hanteren van basisbegrippen in het recht.
- De karaktertrekken van het gezondheidsrecht leren kennen.
- Op basis van deze kennis gezondheidsrechtelijke kwesties leert benaderen.
Rechtsbronnen
- Rechtsbeginselen (bijv. gelijke behandeling)
- Wetten
- Volkenrechtelijke verdragen en besluiten (VN-besluiten)
- Jurisprudentie
- Gewoonte
- Doctrine (gezaghebbende en consistente uitleg van regels) -> literatuur
- Richtlijnen, protocollen, gedragsregels, verenigingsregels, etc.
Rechtsgebieden
1. Privaatrecht (burgerlijk/civiel recht)
Heeft betrekking op personen onderling: het personenrecht (personen- en familierecht en
rechtspersonenrecht) en vermogensrecht.
2. Publiekrecht: de rechtsverhouding tussen overheid en burger centraal
o Bestuursrecht (administratief recht)
Gaat om besluiten van de overheid. Basis is de rechtsstatelijkheid: bemoeienis van de
overheid mag alleen op basis van de wet met inachtneming van belangenafweging van
de burger – algemeen belang.
o Staatsrecht
Recht van parlement, provincie, gemeente, democratie
o Strafrecht
Het materiële strafrecht geeft aan welke gedragingen strafbaar zijn, wie dader is en
welke straffen voor het plegen van strafbare feiten kunnen worden opgelegd. Het gaat
om de handhaving van de openbare orde, bescherming van maatschappij en
bescherming tegen misdaad.
o Wettelijk tuchtrecht: de kwaliteit van de beroepsoefening van bepaalde omschreven
beroepsgroepen waarborgen.
o Klachtrecht: voor de gezondheidszorg de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ)
3. Internationaal recht
o Recht boven nationaal recht -> Europa: Raad van Europa voor mensenrechten en
Europese Unie voor de interne markt. VN: VN-verdragen
o Volkenrecht: rechtsregels voor het verkeer tussen staten onderling en voor het verkeer
tussen staten en volkenrechtelijke organisaties, of regels voor individuele personen.
4. Grondrechten
Bescherming individu tegen massa
Klassieke grondrecht: ‘blijf van mijn lijf’, iedereen beschikt over zichzelf (recht op privacy,
vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, etc.)
Sociale grondrecht: als individu verlang je van de staat dat je actief optreedt (recht op werk,
huisvesting, gezondheidszorg, leerplicht)
, Belang grondrechten voor de zorg
- Gelijke behandeling, gelijke toegang tot basiszorg
- Beroepsgeheim: privésfeer
- Lichamelijke integriteit
- Bescherming leven
- Vrijheidsrechten
- Menswaardigheid
WEEK 1. OVEREENKOMSTEN- EN AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT
Leerdoelen
- Kennisname van belangrijke grondtrekken van het civiele recht
- Inzicht in het systeem achter overeenkomsten
- Kennis van enkele kernbegrippen uit het overeenkomstenrecht
- Inzicht in civielrechtelijke schadeactie.
AANSPRAKELIJKHEID
Civielrecht (privaat/burgerlijk recht) aansprakelijkheid kan gaan over:
- Aansprakelijkheid voor fouten van instellingen
- Aansprakelijkheid voor fouten van hulpverlener
- Aansprakelijkheid voor gebrekkige zaken of apparatuur
- Aansprakelijkheid voor hulppersonen
De kern van civielrechtelijke aansprakelijkheid is ‘schade’ met als doel het compenseren van de
geleden schade.
Er is sprake van veronderstelde gelijkwaardigheid van partijen. Causaliteit en onzorgvuldigheid zijn
aanwezig wanneer het gaat om kwesties over schadevergoeding.
Elementen van civielrechtelijke aansprakelijkheid
1. Tekortkoming
Onderscheid tussen resultaatverbintenis en inspanningsverbintenis.
Tekortschieten wordt toegerekend als schuld en risico van betrokkene wordt bewezen,
afhankelijk van de wet en verkeersopvattingen.
o Inspanningsverbintenis: causaal verband en schuldaansprakelijkheid -> kan pas ontstaan
als er onzorgvuldig is gehandeld
o Resultaatverbintenis: een afgesproken resultaat wordt niet bereikt
(risicoaansprakelijkheid -> bijv. het product deugt niet (productaansprakelijkheid))
2. Toerekenbaarheid tekortkoming
o Art. 6:74 BW bij een overeenkomst (wanprestatie/onzorgvuldigheid)
o Art. 6:162 BW bij onrechtmatige daad, geen overeenkomst
Er wordt schade veroorzaakt buiten een overeenkomst om waarbij schuld wordt
toegerekend op basis van onzorgvuldigheid of risico. Er is een causaal verband tussen
onzorgvuldigheid en de schade.
3. Schade: art. 6:95
1. Vermogensschade (art. 6:96 BW)
2. Ander nadeel, voor zover de wet recht geeft op de vergoeding, zoals bijvoorbeeld
immateriële schade (art. 6:106 BW)
3. Toekomstige schade (art. 6:105 BW)