1
Blok 3
Wet- en regelgeving
Als je het hebt over praktische ondersteuning moet je ook een basiskennis hebben
van de belangrijke wetten en voorzieningen die er zijn voor mensen. In het vorige
blok hebben wij wetten uitvoerig behandeld, bij deze een kleine samenvatting.
Belangrijke wetten in sociaal werk:
- Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning. Wat houdt dit in? Het is de
belangrijkste wet in ons vakgebied. Gemeenten moeten ervoor zorgen dat
mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen en participeren in de
samenleving. Dit gebeurt o.a. via dagbesteding, mantelzorg en opvang
huiselijk geweld en pgb (bedrag dat mensen kunnen aanvragen).
- AWBZ: Algemene wet bijzondere ziektekosten. Verplichte collectieve
ziektekostenverzekering voor hoge medische kosten. Vanaf 2015 via de Wmo.
- Jeugdwet: wet voor jongeren en ouders die hulp nodig hebben bij
opvoedvragen en psychische stoornissen .
- Participatiewet: mensen met of zonder handicap ondersteunen bij vinden van
werk. Gemeenten krijgen hiervoor een budget van de overheid.
- Wet passend onderwijs: alle kinderen moeten naar een school gaan die past
bij hun mogelijkheden, voor basisschool en voortgezet onderwijs.
- Wet bescherming persoonsgegevens: wat wel en niet mag met je persoonlijke
gegevens. Voorbeeld je huisarts mag niet jouw informatie aan derden geven
of verkopen.
- Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling: om snel tot actie te komen.
Bij Veilig Thuis kun je terecht voor informatie en hulp.
Heel veel vragen van je cliënten zullen op een of andere manier te maken hebben
met deze wetten, vooral de WMO.
, 2
Financiering van welzijn
Belangrijke begrippen in dit kader zijn:
-Substitutievrijheid: schuiven tussen budgetten (als een gemeente ergens een
meevaller heeft (bijv. in personeelskosten) en ergens een tegenvaller
(onderhoudskosten) kunnen ze geld van het ene budget naar de andere schuiven.
-Jaarrekening: dit maakte ik. Overzicht inkomsten en uitgaven (achteraf)
-Sluitende begroting: wij moesten ervoor zorgen bij een gemeente dat de
inkomsten = uitgaven. Dat betekent dat we geen verlies mochten maken, en liever
ook geen winst. We moesten aan begin van het jaar zeggen, zoveel geld hebben we
nodig voor alles, en precies dat gebruiken. Grote tegenvallers moest je niet hebben.
-Subsidie: gemeenten stellen geld beschikbaar voor een doel
Hoe kun je als gemeente of stichting extra geld inzamelen?
Extra geld inzamelen door:
- Fondsenwerving: bijvoorbeeld door een goed doel zoals Oranjefonds of
Amnesty International voor allerlei acties m.b.t. mensenrechten.
- Sponsoring: als een commercieel bedrijf je geld geeft en iets van je vraagt
(anders donatie)
- Crowdfunding
Maatschappelijk aanbesteden: (deels) overdragen van publieke taken van overheid
naar ondernemers, instellingen of burgers. Deels omdat de overheid denkt dat de
burgers de samenleving het beter zelf kan regelen, en deels ook om te bezuinigen.
Overheid blijft eindverantwoordelijk maar de uitvoerders hebben veel vrijheid om de
taak uit te voeren.
Denk aan het bouwen van een brug of tunnel, maar ook allerlei sociale taken zoals
werklozen aan het werk te helpen.
Het werkveld van de zorg en welzijnssector
Deze sector biedt zorg, ondersteuning en begeleiding en telt +/- 1,4 mln werknemers.
Dat is een grote sector. Er is veel bezuinigd, maar de sector zal altijd belangrijk
blijven. In de afgelopen begroting ging weer veel extra geld naar ouderenzorg en
onderwijs. Er zijn 3 werkterreinen en die zijn weer verdeeld in werkvelden.
3 werkterreinen:
• Wonen, welzijn en zorg: Bieden van woonvoorzieningen en accommodaties,
verbeteren van tevredenheid en goed voelen, en lichamelijke en geestelijke
gezondheid. Meeste banen vallen hieronder, het is een breed werkterrein.
Werkvelden zijn onder andere gehandicaptenzorg, ouderenzorg (65+),
welzijnswerk, ziekenhuizen, thuiszorg, jeugdzorg, gemeenten en overheid,
verslavingszorg en GGZ.
, 3
• Maatschappelijk opvoeden: Aansturen en steunen van kinderen en jeugdigen.
Werkvelden zijn o.a. gehandicaptenzorg, onderwijs (zorgplicht), welzijnswerk,
jeugdzorg, gemeenten en overheid (in meerdere werkterreinen actief),
verslavingszorg, kinderopvang en GGZ.
• Samenlevingsopbouw: Kleinschalige zorg- en dienstverlening in buurten en
wijken. Werkvelden zijn o.a. welzijnswerk (activiteiten in buurthuizen),
jeugdzorg (bureau Halt) en gemeenten en overheid.
Wat is het verschil tussen eerstelijnszorg en tweedelijnszorg?
Eerstelijnszorg kun je heen zonder verwijzing, CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin)
is een voorbeeld.
Tweedelijnszorg heb je verwijzing nodig, bijv. van de huisarts of crisisdienst, GGZ is
een voorbeeld.
Visieontwikkeling zorg en welzijn
In de zorg en welzijn- sector kun je gaan werken met verschillende
doelgroepen o.a.:
-mensen met lichamelijke / geestelijke beperking
-dak-en thuislozen
-asielzoekers
-verslaafden
-mensen met gedragsproblemen
-etc.
Ontwikkelingen zorg en welzijn o.a.:
-ontstaan en afbouwen van de verzorgingsstaat. Na de 2 e wereldoorlog is dachten
veel westerse landen, we moeten voor de zwakkeren in de samenleving zorgen. Er
kwamen veel voorzieningen voor werklozen, zieken en zwakkere mensen. Dat werd
op een gegeven moment de duur, vandaar ook het afbouwen.
-vergrijzing: relatief steeds meer ouderen, omdat mensen nu veel ouder worden
-complexer wordende maatschappij door bevolkingsgroei, samenleven met andere
culturen. Toen ik werd geboren zaten we op 5 miljard, nu 7, en over 40 jaar op 9.
-van aanbodgericht naar vraaggericht werken. Bij vraaggericht werken is niet het
aanbod van de instelling het uitgangspunt maar de vraag van de client.
-streven naar zelfstandigheid en deelname aan de samenleving
(participatiesamenleving)
-ouderen / mensen met beperking zo lang mogelijk thuis blijven wonen (WMO)
-accent op mogelijkheden i.p.v. beperkingen
-mantelzorg belangrijke rol