Samenvatting
De zeven eigenschappen van effectief leiderschap
Stephen R. Covey
1
,Deel 1 Paradigma’s en principes
De principiële levenshouding leert dat er voor een zinvol bestaan basisregels nodig zijn en dat
succes en geluk alleen te verwerven zijn door deze regels te leren en tot een wezenlijk
bestanddeel van je persoonlijkheid te maken. Effectief menselijk gedrag wordt geleid door
principes. Principes zijn richtlijnen voor menselijk gedrag die hun waarden op lange termijn
hebben bewezen.
De pragmatische levenshouding meet het succes af aan persoonlijke prestaties, status en
vaardigheden om de omgang met anderen soepeler te laten verlopen.
Paradigma is ons referentiekader, het geeft een eenvoudige verklaring van de omgeving
waarin wij ons bevinden.
Om problemen op te lossen moeten we op een ander niveau denken. We hebben een paradigma
nodig dat gebaseerd is op fundamentele principes. Je neemt de kern van je identiteit (je
paradigma’s, je persoonlijkheid en je motieven) als vertrekpunt.
Onze persoonlijkheid is een samenstel van eigenschappen. Eigenschappen zijn van grote invloed
op ons leven, het zijn consistente patronen waarvan we ons vaak niet bewust zijn. Een
eigenschap is een dwarsdoorsnede van kennis, vaardigheden en streven:
1. Kennis: theoretisch paradigma, wat moet gedaan worden en waarom?
2. Vaardigheid: Hoe moet het gedaan worden?
3. Streven: De wil om iets te doen.
We spreken van een eigenschap als iets aan deze 3 voorwaarden voldoet.
2
,Door te werken aan kennis, vaardigheden en streven kunnen we niveaus van effectiviteit bereiken
en breken met oude paradigma’s. Een paradigma wisseling kan ook teweeg worden gebracht door
moeilijke omstandigheden (ziekte, ontslag etc.). Er wordt een nieuw referentiekader gevormd
waardoor mensen anders in het leven komen te staan.
Overwinningen op je zelf gaan vooraf aan overwinningen op de omgeving. Het is een groeiproces
dat van binnen begint en steeds verder naar buiten toe om zich heen grijpt.
Wederzijdse afhankelijkheid is voorbehouden aan mensen die onafhankelijk zijn.
Effectiviteit is een kwestie van evenwicht. In dit boek verder beschreven als de P (=productie
van wat je wilt hebben) en PM (=productiemiddel waarmee hetgeen je hebben wilt wordt
geproduceerd) balans.
Er zijn 3 soorten middelen:
1. materiele middelen
2. financiële middelen
3. menselijke middelen
3
,Deel 2 Overwinningen op jezelf.
Eigenschap 1: Wees proactief: “Jij bent de schepper”.
Zelfbewustzijn stelt ons in staat om afstand te nemen en te onderzoeken hoe we niet alleen naar
onze omgeving maar ook naar onszelf kijken. Het is ons zelf-paradigma het meest fundamentele
paradigma van effectiviteit. Het bepaalt niet alleen ons gedrag maar ook hoe wij andere mensen
zien.
Het gangbaar sociale paradigma leert ons hoe zeer wij geconditioneerd zijn door
onze omgeving. De invloed valt niet te ontkennen maar de mate waardoor wij er door bepaald
worden en er geen grip op kunnen krijgen is een ander verhaal.
3 Deterministische theorieën:
1. Genetisch determinisme: het is de schuld van je grootouders, het zit in je DNA.
1. Psychologisch determinisme: het is de schuld van je opvoeding.
2. Omgevingsdeterminisme: iets of iemand in je omgeving is verantwoordelijk voor jouw
toestand.
Reactief model: We zijn zo geconditioneerd dat we op een bepaalde manier reageren op een
stimulus. Stimulus > Respons. Tussen stimulus en respons ligt de menselijke vrijheid om
te kiezen > Proactief model. Je bent verantwoordelijk voor je eigen leven. Ons gedrag is
afhankelijk van onze besluiten en niet van onze omstandigheden > proactiviteit.
Stimulus > Keuzevrijheid (op basis van zelfbewustzijn,
voorstellingsvermogen en geweten) > Respons.
Initiatief nemen is niet doordrammen. Initiatief is de verantwoordelijkheid om iets te laten
plaatsvinden.
Bij allerlei zaken zijn we in meer of mindere mate betrokken (gezondheid, gezin, werk). Door een
cirkel van betrokkenheid (cvb) te trekken kun je afstand nemen van dingen waar je niet zoveel
mee te maken hebt. Binnen de cvb zijn er zaken waar we weinig en waar we veel invloed op
kunnen uitoefenen. De zaken waar we veel invloed op kunnen uitoefenen plaatsen we in de cirkel
van invloed (cvi). Proactieve mensen richten zich op de cvi. Ze spannen zich in voor zaken waar ze
echt iets aan kunnen doen. Ze hebben een positieve energie die zich steeds verder uitstrekt een
de cirkel van invloed vergroot.
4
, Reactieve mensen richten zich op de cvb. Ze richten zich op de omgevingsfactoren waaraan ze
niets kunnen veranderen en genereren zoveel negatieve energie en verwaarlozen de dingen
waaraan ze wel iets kunnen veranderen waardoor de cvi kleiner wordt. Alles wat zich binnen je
cvb bevindt krijgt greep op je als je zelf binnen deze cirkel actief bent. Al die tijd neem je immers
geen proactief initiatief om een positieve verandering teweeg te brengen.
Proactieve mensen moeten soms prioriteiten stellen als ze invloed gebruiken Ze weten wanneer
ze hun invloed moeten gebruiken. De problemen waar ze mee te maken krijgen vallen uiteen in 3
categorieën. Met een proactieve aanpak kunnen we de problemen van alle 3 de categorieën
oplossen binnen onze cvi.
1. Directe invloed (problemen die betrekking hebben op ons eigen gedrag). Deze problemen
zijn op te lossen door aan onze eigenschappen te werken, ze liggen duidelijk binnen onze
cvi, het zijn overwinningen op jezelf (eigenschap 1,2,3)
2. Indirecte invloed (problemen die betrekking hebben op het gedrag van anderen). Deze
problemen kunnen we oplossen door onze methoden van invloed uitoefenen te
veranderen. Dit zijn de overwinningen met de omgeving (eigenschap 4,5,6).
3. Geen invloed (problemen waaraan we niets kunnen doen zoals we niets kunnen doen
zoals verleden of bepaalde aspecten van onze omgeving). Deze problemen moet je
bezien met een glimlach, je leert er mee leven.
Als je weet binnen welke categorie jouw probleem hoort kun je de juiste acties nemen om
tot een oplossing te komen.
De reactieve benadering is dat de paradigmatische verandering van buiten moet komen, we
kunnen pas veranderen als de omstandigheden veranderen.
De proactieve benadering is dat een verandering van binnenuit komt. Door anders te zijn kun
je een positieve verandering in je omgeving verwezenlijken.
Binnen onze cvi liggen consequenties en vergissingen. Als we kiezen voor een bepaalde respons
kiezen we ook voor de daarbij behorende consequenties. Soms maak je de verkeerde keuzes en
had je anders gehandeld als je de consequenties vooraf had geweten. Een fout onmiddellijk
erkennen en er van leren is een proactieve benadering. Maar als je een fout niet inziet, herstelt
en ervan leert heeft dat invloed op de volgende momenten. Het besef van eigen
verantwoordelijkheid is de basis van effectiviteit.
Centraal in de cvi staat het vermogen om beloftes te doen en zich eraan te houden. Dit is de
duidelijkste vorm van proactiviteit. Beloftes zijn de essentie van onze groei. Door zelfbewustzijn
en geweten krijgen we zicht op onze tekortkomingen. Door talenten te ontwikkelen kunnen we
daar iets aan doen. Door iets te beloven (je zelf tot iets te verplichten):
• ontleen je een besef van zelfbeheersing,
• kun je kracht en moed putten om meer verantwoordelijkheden te nemen,
• word je eergevoel sterker.
Wanneer je in staat bent om je tot iets te verplichten is dat de belangrijkste voorwaarde voor de
ontwikkeling van basiseigenschappen van effectiviteit. Je krijgt grip op je kennis, vaardigheden
en motivatie. Wanneer de overlap steeds groter wordt, worden de principes ervan steeds meer
geïnternaliseerd en versterken ze je persoonlijkheid. Je bent verantwoordelijk voor je eigen
effectiviteit, jouw geluk en voor de meeste situaties waar je in verkeert. Het besef van eigen
verantwoordelijkheid is de basis van effectiviteit.
5