Hoorcollege 1: Openingscollege:
Waarom wordt de een 100 en de ander niet?
- genen
- fysieke omgeving
- kwaliteit gezondheidszorg
- gedrag
Focus op gedrag
- Gedrag is niet de enige determinant van gezondheid, maar wel een belangrijke.
- Gedrag is van sterke mate van invloed op jouw gezondheid.
- Gedrag: zowel leefstijl, maar bijvoorbeeld ook dat je op tijd naar de huisarts gaat.
Geschiedenis gezondheidsbevordering:
- 1850: grote epidemieën: aanpak verbetering hygiëne, woonomstandigheden etc.
o (tegengaan van ontstaan infectieziekten)
- 1900: biomedische ontwikkeling: aanpak o.a. vaccinatieprogramma’s, antibiotica
o (tegengaan van overlijden door infectieziekten)
- 1970: chronische ziekten: aanpak primaire, secundaire en tertiaire preventie
■ Primair: voorkomen van ziekten (er is nog niks aan de hand; voordat er iets mis is. bv;
zorgen dat mensen gaan roken voordat ze hart en vaatziekten hebben)
■ Secundair: Vroege opsporing, zo snel mogelijk erbij te zijn, in een vroeg stadium
ontdekken dat er iets mis is zodat je snel in kunt grijpen (bv. borstkanker screening)
■ Tertiair: symptomen zo veel mogelijk verminderen, zodat kwaliteit van leven verbeterd
o (medicatie innemen tegen HIV, insuline bij diabetes optijd innemen)
*Overeenkomst: elke vorm van preventie speelt heel erg in op het gedrag van mensen. Gedrag komt
centraal te staan in gezondheidsbevordering.
Psychologie
- Gedrag valt onder het vakgebied psychologie
- Psychologie: wetenschap waarbij zowel het gedrag van mensen wordt bestudeerd als de
gevoelens en gedachten die mensen hebben bij het ervaren van hun gedrag en de
omstandigheden waarin dat plaatsvindt
- Doel: gedrag te verklaren en van daaruit te voorspellen en beïnvloeden, inspelen
hierop.
- Psychologie richt zich op het individu; wat gebeurd er in het hoofd van een persoon.
- Verschilt van sociologie dat zich op (structuren en interacties in) de samenleving richt;
gericht op groepen in de samenleving, hoe die zich tot elkaar verhouden. Bv. rol van
vrouw in de samenleving.
Disciplines binnen psychologie (sommige hiervan komen aanbod in de colleges)
- Sociale psychologie
- Arbeids- en organisatiepsychologie
- Klinische psychologie
- Ontwikkelingspsychologie
- Cognitieve psychologie
- Neuropsychologie
- Gezondheidspsychologie
■ Voortgekomen uit sociale en klinische psychologie
Gezondheidspsychologie
- Aspecten gebruiken uit psychologie om gezondheid te bevorderen.
- Gezondheidspsychologie: the contribution of psychology tot he promotion and maintenance of
health, the prevention and treatment of illness, the identification of the etiologic and diagnostic
correlates of health, illness, and related dysfunction
- Ontstaan eind Jaren ‘70
- Twee hoofdstromingen:
, ■ Behavioural health psychology: gericht op gezondheidsgedrag (leefstijl)(begrijpen van
gedrag)(laten bewegen/stoppen met roken)(kijkt naar gezonde populatie)(week 1 van het
vak)
■ Clinical health psychology: gericht op omgaan met ziekte (waarom gaat de een naar de
dokter en wacht de ander te lang af, waarom ervaart iemand wel/niet stress van iets)
(ziekteproces dat er al iets)(hoe gaan mensen om met ziekte)(week 2)
Bijdrage aan kennisontwikkeling vakgebied gezondheidspsychologie
- Modellen en theorieën met name ontwikkelt in de jaren ‘80
- Kwantitatieve meetinstrumenten (vragenlijsten). Bv. hoe denkt iemand over medicatiegebruik?
- Tot voor kort weinig kritiek
o laatste jaren kritiek op vakgebied
Wat is een model:
- Iets abstracter
- Grafische weergave van een theorie (van hoe iets in elkaar steekt)
- Vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid, versimpeling van werkelijkheid
Wat is een theorie:
- Een idee hoe iets in elkaar steekt
- Beschrijving van een aantal samenhangende verschijnselen en hoe deze veranderen in
veranderde omstandigheden
- Een mogelijke verklaring voor iets
- Een theorie kun je wetenschappelijk gaan testen
- Empirische cyclus
- (Iedereen heeft theorie, hoeft niet perse wetenschappelijk te zijn)
Wat is een concept:
- Abstract iets dat wordt beschreven in een theorie, een element dat abstract is (je kunt
het niet vasthouden)
- Bv attitude, identiteit, coping, risicoperceptie
Theorieën en modellen: SCT (sociaal cognitieve theorie), HBM (health belief model), TRA (theory of
…. Action), TPB (theory of planned behaviour), PMT (protection motivation theory), TTMC (……), SDT
(self determination theory), HAPA (health action … approach)
Gedrag volgens psychologen:
Proximale factoren: zitten dicht op het gedrag, speelt zich af in
het hoofd
- Locus of control: ik kan wel een helm dragen, maar
een ongeluk kan ik toch niet voorkomen
- Zijn interessanter, want dit kun je proberen te
veranderen
Distale factoren: verdere afstand
Hoorcollege 2: Gedragsmodellen en het verklaren van gezondheidsgedrag
● Wat is gezondheidsgedrag?
Gezondheidsgedrag: health behaviours: gedragingen die (in)direct gerelateerd zijn aan een
gezondheidsuitkomst
- Categorieën van gezondheid die aan gezondheidsgedrag gelinkt kunnen worden:
, o Any activity undertaken for the purpose of prevention or detecting disease or for
improving health and well being (Conner & Norman)
o Behaviour patterns, actions and habits that relate to health maintenance, to health
restoration and to health improvement (Cochman)
- Gezondheid bevorderend gedrag (health enhancing) vs gezondheidsschadend (health
impairing) gedrag
o Gezondheid bevorderend gedrag: regelmatig sporten, minstens 5 porties G&F per
dag eten, een condoom gebruiken met een nieuwe seksuele partner etc.
o Gezondheid schadende gedrag: roken, overmatig alcoholgebruik, hardrijden, veel
snoepen etc.
Psychosociale determinanten van gedrag
- Gedragsintentie (intentions): de mate waarin iemand van plan is om een bepaald gedrag uit te
voeren
- Attitude: de houding van mensen ten aanzien van een bepaald gedrag (of onderwerp)
■ Voor- en nadelen van gedrag → zorgt voor een positieve of negatieve attitude
■ Verwachtingen (behavioral beliefs) → zorgt voor een positieve of negatieve attitude
■ Gedragsevaluatie → zorgt voor een positieve of negatieve attitude
- Self-efficacy (of je gelooft in je eigen vaardigheden)/perceived behavioral control (Instaat bent
om de resource uit je omgeving te
gebruiken om het gedrag uit te voeren)
→ de verwachting dat men in staat is om
een bepaald gedrag uit te voeren.
→ gedragsspecifiek
→ bv. perceived behavioral:
→ bv. Self-efficacy: Ik heb vertrouwen dat
ik de vaardigheden heb om te gaan
sporten
*Self-efficacy & perceibed behavioral control: Deze
begrippen wordt in veel literatuur als hetzelfde gezien, in dit college ook. Maar in sommige
artikelen ziet men ook verschillen.
*Hiernaast:
- Performance accomplishments:
- Vicarious Experience
- Positieve/negatieve feedback
- Fysiologische/emotionele toestand: mensen met stress/depressie
*Gedrag-specifiek: geen consequenties voor ander gedrag: exercise self-efficiancy
- Zelfvertrouwen (self-confidence): het gevoel dat je over het algemeen kunt bereiken wat je wilt
bereiken
■ Een globale self-efficacy: positief/negatief in het leven staan
■ Niet gedrag-specifiek → meer persoonsgebonden
- Uitkomstverwachting (outcome expectancy): de verwachting dat een goed gedrag zal leiden
tot bepaalde uitkomsten
- Risicoperceptie (risk perception): ervaren gezondheidsdreiging;
■ Waargenomen vatbaarbaarheid (perceived susceptibility)
■ Waargenomen ernst (perceived threat)
- Sociale normen: (ongesproken) gedragsregels
■ (Zien) Descriptieve sociale normen: wat is het gedrag dat de meeste mensen in deze
situatie vertonen? Wat hoort? Bv. Mijn vrienden gebruiken altijd condooms (what is)
, ■ (Hoofd) Subjectieve sociale normen: wat men denkt dat anderen ervan vinden dat je het
gedrag uitvoert. Bv. De mensen die het belangrijkst voor me zijn vinden dat ik condooms
moet gebruiken (what others think)
*Gedrag wordt het sterkst beïnvloed als deze met elkaar overeenstemmen
● Gedragsmodellen - Gedragsverklaringsmoddelen:
- Gedragsverklaringsmodellen: ontwikkeld met het doel om gedrag te verklaren of te
voorspellen
■ The health belief model HBM
■ Protection motivation theory PMT
■ De theory of planned behavior TPB
■ Sociaal-cognitieve theorie SCT
- Gedragsveranderingsmodellen: proberen het proces van gedragsverandering te beschrijven:
welke fase van gedragsverandering iemand zich vindt
Health Belief Model:
- Perceived health threat:
Gezondheidsdreiging: door
waargenomen vatbaarheid en
waargenomen ernst.
- Response efficacy: Gedragsevaluatie:
voordelen van het aanbevolen gedrag
en nadelen van het aanbevolen gedrag
o Bovenstaande bepalen de
intentie tot gedrag
- Niet het gedrag zelf, maar de kans dat
het gedrag waargenomen zal worden
(Niet echt meer besproken)
- Ontwikkeld om te verklaren waarom
mensen niet meedoen aan
programma’s die gericht zijn op
preventie of vroege opsporing van ziekte (Niet echt meer besproken)
- Belangrijkste concepten:
■ Waargenomen vatbaarheid en waargenomen ernst (perceived susceptibility and
perceived severity)
■ Waargenomen voordelen en waargenomen barrières (perceived benefits and perceived
barrieres)
*Perceived self-efficacy: of mensen denken dat ze instaat zijn om het gedrag uit te voeren
Protection Motivation Theory
- ontwikkeld om te onderzoeken bij welk angstniveau mensen het meest geneigd zijn tot
preventieve actie.
- Overeenkomsten met HBM:
- Bij deze heb je ook een treat appraisal, net zoals bij HBM (perceived health
treat)
- Beide modellen worden gebruikt om risicogedrag te voorspellen
- Verschillen met HBM
- Bij PMT gaat het over coping appraisal (vaardigheden + voordelen), bij HBM
gaat het over gedragsevaluatie (voordelen + barrières)