1
Samenvatting Decentrale Selectie Geneeskunde Utrecht 2021-2022
Het copyright op dit lespakket berust bij de oorspronkelijke auteur Mikael Avedisian.
Het is niet toegestaan dit pakket of delen daarvan te kopiëren en door te verkopen
, 2
Beste bijna geneeskundestudent, dit is de complete
samenvattingsbundel van de decentrale selectie
geneeskunde. De samenvatting is gemaakt door de
derdejaars geneeskunde student Mikael, die exact
drie jaar geleden met deze samenvatting geselecteerd
werd met rangnummer 29!
In de samenvatting staan alle anatomische termen al in
het Latijn weergeven, zodat jij minder stress hebt voor
het vertalen. De universiteit verwacht namelijk van de student dat hij/zij de anatomische termen in
het Latijn kent. De gehele leerstof is samengevat met de literatuur ‘Grays Anatomy’ en ‘Medical
Physiology’. Mikael is pagina voor pagina de tekst gaan samenvatten.
Het grootste voordeel van deze samenvatting:
‘Alles is opgenomen in de samenvatting. Ik heb ervoor gezorgd dat niks ontbreekt. Alle leerstof is
belangrijk, dus ook alles dient opgenomen te worden in een samenvatting. Met de meest handige
overzicht schema’s in deze samenvatting hoef je niet uren door het boek door te bladeren. Daarnaast
zijn er fijne afbeeldingen die gebruikt kunnen worden om een beeld te hebben van wat er uitgelegd
wordt’.
‘Zowel de onderdelen anatomie als fysiologie zijn compleet uitgewerkt in deze samenvatting. Ik ben
secuur te werk gegaan door alle tekst over een bepaald onderwerp te verzamelen en deze
overzichtelijk te weergeven in de samenvatting door tabellen en schema’s. Daardoor hoef jij niet van
pagina naar pagina te springen als je bijvoorbeeld iets te weten wilt komen over het kniegewricht’.
Mijn advies
Ik raad je aan om alle leerstof zo goed mogelijk te stampen. Dit gebeurt natuurlijk niet in één dag of
twee weken.
Het copyright op dit lespakket berust bij de oorspronkelijke auteur Mikael Avedisian.
Het is niet toegestaan dit pakket of delen daarvan te kopiëren en door te verkopen
, 3
Overzicht van de leerstof onderwerpen die besproken worden in deze samenvatting
Anatomie
Bewegingsleer Bladzijde 4
Bovenste ledemaat Bladzijde 19
Onderste ledemaat Bladzijde 22
Quadriceps femoris Bladzijde 25
Biceps femoris Bladzijde 27
Kniegewricht Bladzijde 29
Enkelgewricht Bladzijde 34
Hoofd Bladzijde 37
Hersenzenuwen Bladzijde 52
Farynx en wanden Bladzijde 55
In the clinics anatomie Bladzijde 59
Fysiologie
De opbouw van zenuwen Bladzijde 65
De subdivisies van het centrale zenuwstelsel Bladzijde 72
Het autonome zenuwstelsel Bladzijde 80
In the box Is inbegrepen per onderdeel
Na het leren van de samenvatting kun je oefenen met 320 oefenvragen die op mijn account staan.
Hiermee weet je zeker of je de leerstof beheerst of niet.
Ik wens je veel succes met het leren van de leerstof. Onthoud dat alles mogelijk is. Focus niet op
anderen, maar op jezelf. Het zal zwaar worden, maar het zal waard zijn!
Mikael David Avedisian, Utrecht 2021-2022
Decentrale Selectie Succes Utrecht
Plagiaat, overname van dezelfde stijl, delen met derden en doorverkopen is strafbaar volgens de
Stuvia wetgeving. Dit kan je een boete kosten.
Het copyright op dit lespakket berust bij de oorspronkelijke auteur Mikael Avedisian.
Het is niet toegestaan dit pakket of delen daarvan te kopiëren en door te verkopen
, 4
Bewegingsleer
Het begrip Anatomie
Anatomie gaat over die structuren die grovelijk, zonder hulp van vergroting en microscopie, gezien
kunnen worden. Microscopisch onderzoek wordt histologie genoemd, dit gaat over de studie van
cellen en weefsels. Anatomie is de basis voor de beoefening van de geneeskunde. Anatomie leidt de
arts tot het begrijpen van een ziekte. Het vermogen om een klinische observatie correct te
interpreteren is dus het uitgangspunt van een goede en brede anatomische kennis.
Anatomie kan bestudeerd worden door een regionale of een systematische aanpak (benadering).
Regionale aanpak Systematische aanpak
Elke regio (gedeelte) van het lichaam wordt Een systeem in het lichaam (bv:
afzonderlijk bestudeerd, waarbij alle aspecten spijsverteringssysteem) wordt in zijn geheel
van die regio tegelijkertijd bestudeerd worden. gevolgd door het hele lichaam.
Voorbeeld: bestuderen van het thorax gebied Voorbeeld: cardiovasculaire systeem (hart,
betekent dat alle organen, lymfeklieren, slagaders, venen, kransslagaders), gastro-
zenuwen, bloedvaten, botten en spieren intestinale systeem (viscerale organen),
onderzocht worden die aanwezig zijn in de respiratoire systeem (longen en luchtpijp),
thorax. lymfatische systeem (lymfeklieren en
lymfeknopen), reproductieve systeem
(geslachtsorganen).
Voordeel: werkt heel goed als de anatomische Voordeel: Bevordert het begrijpen van gehele
les gaat over ontledingen van kadavers. Nadeel: systemen in het lichaam. Nadeel: moeilijk om
niet volledig, schiet te kort als het gaat om het orgaansystemen met elkaar te verbinden en
begrijpen van gehele systemen door het gehele verbanden te trekken of het is onduidelijk om
lichaam. genoeg details te zien.
Bron tabel: decentrale selectie succes
De anatomische positie
De anatomische positie is de standaard referentie positie van het lichaam om de locatie van
structuren te beschrijven. De anatomische positie komt tot stand door:
• Het lichaam staat rechtop;
• Voeten staan dichtbij elkaar en tenen naar voren;
• Gezicht naar voren en ogen zijn gefocust op iets in de verte;
• Handpalmen zijn recht naar voren gericht met de vingers dichtbij elkaar en de duim maakt
een hoek van 90 graden met de richting van de vingers;
• De rand van het bot onder de ogen bevindt zicht horizontaal aan de opening van de oren;
• Mond is gesloten en neutrale gezichtsuitdrukking;
Het copyright op dit lespakket berust bij de oorspronkelijke auteur Mikael Avedisian.
Het is niet toegestaan dit pakket of delen daarvan te kopiëren en door te verkopen
, 5
Anatomische Vlakken en richtingen
Vlak Toelichting Voorbeeld
Coronaal, frontaal Is verticaal gericht en verdeel het De neus ligt anterieur aan
lichaam in voor (anterior*) en achter de oren. Het wervelkolom
(posterior*). Bij coronaalvlakplaatjes (columna vertebralis) ligt
bekijk je het lichaam alsof iemand posterieur aan het
recht voor je staat. borstbeen (sternum).
Sagittaal Is verticaal gericht en staat loodrecht Het oog ligt lateraal van de
op het coronaalvlak. Verdeeld het neus en de neus ligt mediaal
lichaam in links en rechts (mediaal of van de oren.
lateraal). Het sagittale vlak dat precies
midden door het lichaam loopt wordt
het mediaan sagittale vlak genoemd.
Transversaal, horizontaal of axiaal Is horizontaal gericht en verdeeld het De clavicula ligt superieur
lichaam in boven (superior) en onder van de fibula en de tibia ligt
(inferior). Transversaleplaatjes bekijk inferieur van het sternum.
je alsof je het lichaam vanuit de voeten
bekijkt, zoals bij een CT-scan.
Dorsaal, dorsum Een dorsaal gelegen lichaamsdeel ligt De rugspieren liggen dorsaal
aan de rugzijde, zoals de handrug. van de buikspieren.
Ventraal, venter Een ventraal gelegen lichaamsdeel ligt De buikspieren liggen
aan de buikzijde (voorkant van het ventraal van de rugspieren.
lichaam), zoals de handpalm.
Mediaal Het lichaamsdeel ligt aan de Het sternum ligt mediaal
binnenzijde; het dichtstbij de mediaan van de ulna.
sagittaal in anatomische houding.
Lateraal Lichaamsdeel ligt aan de buitenzijde De duim ligt lateraal van de
van de mediaan sagittaal af in pink.
anatomische houding
Proximaal Het lichaamsdeel ligt dichter naar het De art. cubiti (elleboog
centrum van het lichaam toe dan een gewricht) ligt proximaal van
anders lichaamsdeel; met betrekking de art. radiocarpalis
tot dichterbij of verder van de (polsgewricht).
oorsprong van een structuur.
Distaal Lichaamsdeel ligt verder van het De art. genus (kniegewricht)
centrum van het lichaam af dan een ligt distaal van de art. coxae
andere lichaamsdeel (heupgewricht).
Craniaal (gebruikt bij embryologie Een lichaamsdeel ligt craniaal als het Het hoofd ligt craniaal t.o.v.
en diergeneeskunde) dichtbij/richting het hoofd (cranium) de voeten
ligt
Caudaal (gebruikt bij embryologie Een Lichaamsdeel ligt verder van het De coccyx (onderdeel van
en diergeneeskunde) hoofd af, richting de ‘staart’ of benen. wervelkolom en laagste
deel) ligt caudaal van de
cervicale wervelkolom
Rostraal, rostrum Rostraal wordt gebruikt voor de De frontale hersenkwab ligt
anatomie in het hoofd. Een rostraal t.o.v. het
lichaamsdeel ligt rostraal wanneer de cerebellum (kleine hersens).
plaats ervan op het hoofd aan de kant
van de neus ligt.
Bron tabel: decentrale selectie succes
Het copyright op dit lespakket berust bij de oorspronkelijke auteur Mikael Avedisian.
Het is niet toegestaan dit pakket of delen daarvan te kopiëren en door te verkopen
, 6
Vlakken van het lichaam met richtingen
Andere termen voor posities van structuren in het lichaam zijn oppervlakkig en diep. Het
borstbeen ligt oppervlakkig van het hart en de maag is diep van de buikwand. Het oppervlakkige
gebied van het lichaam bevindt zich buiten en om de diepe gebieden. Voorbeelden:
• Huid, borstklieren, nagels en haren liggen oppervlakkig gelegen;
• De meeste skeletspieren en ingewanden liggen diep gelegen;
• Een oppervlakkige wond bevindt zich aan de buitenkant van de fascia (bindweefsellaag);
• Een diepe wond doorboort de fascia (bindweefsellaag);
Het copyright op dit lespakket berust bij de oorspronkelijke auteur Mikael Avedisian.
Het is niet toegestaan dit pakket of delen daarvan te kopiëren en door te verkopen
, 7
Het Skeletsysteem
Het skelet kan ingedeeld worden in twee subgroepen: appendiculair en axiaal.
Appendiculair Axiaal
Bovenste- en onderste ledematen Schedel
Schouders Wervelkolom (columna vertebralis)
Bekken (pelvis) Ribben (costae)
Clavicula (sleutelbeen) Borstbeen (sternum)
Voorbeelden: femur, humerus, clavicula, fibula, Voorbeelden: costae (ribben), coccyx, os
tibia, scapula (schouderblad) sacrum (heiligbeen), mandibula, maxilla, os
frontalis
Bron tabel: decentrale selectie succes
Kraakbeen (cartilaginea, cartilago)
Kraakbeen is avasculair, dit betekent dat kraakbeen geen bloedvaten bevat of bezit. Daarnaast is
kraakbeen een speciale vorm van bindweefsel met een elastisch karakter. Dit komt doordat het
speciale bindweefsel bestaat uit extracellulaire vezels omringt of ingebed in een matrix van cellen in
kleine holtes. De hoeveelheid en soort extracellulaire vezels in de genoemde matrix bepaalt het type
kraakbeen. Kraakbeen is nuttig, omdat:
• Kraakbeen ondersteunt zacht weefsel;
• Maakt complexe bewegingen in gewrichten mogelijk;
• Is belangrijk voor de groei/ontwikkeling van lange botten;
• Zorgt voor een glad, glijdend oppervlak voor botbewegingen in gewrichten;
Let op: Kraakbeen wordt gevoed door diffusie en heeft géén bloedvaten, lymfevaten of zenuwen!
Dus pijnsensoren bevinden zich niet in het kraakbeen, maar juist op het botoppervlakte.
Zwaarbelaste gewrichten Niet-zwaarbelaste gewrichten
Het kraakbeen is bijna onrekbaar en bestaat uit Kraakbeen is meer rekbaar en bestaat uit
veel extracellulaire vezels (collageen). In de minder elastische vezels (collageen). In de niet-
zwaarbelaste gewrichten zijn er veel zwaarbelaste gewrichten zijn er minder
trekkrachten. trekkrachten en gewichtsbelasting.
Bron tabel: decentrale selectie succes
Het copyright op dit lespakket berust bij de oorspronkelijke auteur Mikael Avedisian.
Het is niet toegestaan dit pakket of delen daarvan te kopiëren en door te verkopen
, 8
Er zijn drie soorten kraakbeen
Type kraakbeen Eigenschappen Lokalisatie
Hyaliene kraakbeen (cartilago Meest voorkomende Neus, larynx, trachea, de
hyalina) kraakbeensoort. Bevat een matrix synoviale gewrichten, ribben,
bestaande uit een normale
hoeveelheid collageenvezels en
elastische vezels
Elastisch kraakbeen (cartilago Bevat een matrix met Oorschelp en neusvleugels
elastica) collageenvezels en veel elastische
vezels. Heeft een grote
vervormbaarheid
Fibreus kraakbeen (cartilago Bevat een matrix met relatief Discus intervertebralis
fibrosa) weinig cellen met een gel-achtige (tussenwervelschijven),
substantie en veel meniscus van de knie, de
collageenvezels. Dit type discus van de art.
kraakbeen is trekvast en
temporomandibularis
drukbestendig en geeft een
soepele botverbinding
(kaakgewricht)
Botten
Een bot is verkalkt levend bindweefsel. Bot bestaat uit een intercellulair (= extracellulair) verkalkte
matrix met veel collageenvezels. Er zijn verschillende types collageen en bot bevat type 1 collageen
(de sterkste type). Bot heeft verschillende functies:
• Het zijn ondersteunende structuren van het lichaam;
• Het zijn beschermers van vitale organen;
• Ze zijn belangrijk voor de opslag van calcium en fosfaat;
• Zeer belangrijk voor de vorming van nieuwe rode bloedcellen;
• Het zijn hendels/aangrijpingspunten voor spieren met hun pezen, waardoor complexe
bewegingen mogelijk gemaakt kunnen worden;
Bot bestaat uit twee componenten
• Het compacte bot, dit is bot dat geheel dicht is.
Ze hebben een grote dichtheid en het compacte
bot vormt de buitenste laag/schil van alle botten
met binnenin het sponsachtige bot.
• Het sponsachtige bot, dit is bot bestaande uit een
sponsachtige netwerk van dunne
balkjes/naaldjes. De ruimte tussen deze
beenbalkjes zijn gevuld met rode bloedcel
vormende beenmergcellen.
Botten hebben dus een buitenste laag dat zeer compact
is met een hoge dichtheid. Het binnenste deel van het
bot is holler en bestaat uit een sponsachtig netwerk met
daarin beenmergcellen die in staat zijn om rode
bloedcellen te produceren.
Het copyright op dit lespakket berust bij de oorspronkelijke auteur Mikael Avedisian.
Het is niet toegestaan dit pakket of delen daarvan te kopiëren en door te verkopen
, 9
Classificatie van botten
Botten hebben verschillende vormen:
Vorm Eigenschap Voorbeelden
Lange botten Is buisvormig Humerus (opperarmbeen),
femur (dijbeen) ->
pijpbeenderen
Korte botten Is Rechthoekig De botten van de pols en enkel
Platte botten Bestaat uit twee Schedel (cranium), ribben
compacte platte botten (costae) en borstbeen
gescheiden door het (sternum)
sponsachtige bot
Onregelmatige botten Botten met verschillende Mandibula, maxilla, coccyx, os
vormen sacrum, ethmoid en de
vertebrae
Sesambot/sesamoïde botten Ronde of ovale botten die De knieschijf (patella)
belangrijk zijn voor pezen
Bron tabel: decentrale selectie succes
Het copyright op dit lespakket berust bij de oorspronkelijke auteur Mikael Avedisian.
Het is niet toegestaan dit pakket of delen daarvan te kopiëren en door te verkopen
, 10
Botten zijn vasculair en hebben zenuwen. Een
aangrenzend slagader geeft een voedingsslagader af
(gewoonlijk is dit 1 per bot) dat direct het inwendige
holte van het bot binnendringt (richting het beenmerg).
Op deze manier kan het sponsachtige bot en de
binnenste lagen van het bot voorzien worden van
voedingstoffen en kunnen afvalstoffen worden
afgevoerd.
Daarnaast zijn alle botten extern bedekt met een vezelig
bindweefselmembraan: het periosteum. Het periosteum
speelt een zeer belangrijke rol in de vorming van nieuw
bot. Het periosteum ontvangt bloedvaten waarvan
vertakkingen de buitenste lagen van het bot voorzien van
voedingsstoffen. Let op: het periosteum komt niet voor
op gebieden met gewrichtskraakbeen!
Naast de bloedvaten die het periosteum bereiken en
zorgen voor de vascularisatie van het sponsachtig bot,
beenmerg en binnenste lagen van het compacte bot, zijn
er ook nog zenuwen die het periosteum bereiken en
binnendringen. De zenuwen vergezellen de voedende
bloedvaten en penetreren het bot. Deze zenuwen zijn
vasomotorisch van aard, dit betekent dat deze type
zenuwvezels belangrijk zijn voor de regulatie van bloedtoevoer van en naar botten. Een bot zonder
periosteum heeft geen kans om te regenereren en herstellen bij botbreuken of botschade!
Het bot zelfs kent relatief minder sensorische vezels dan het periosteum. De erge pijnsensatie van
botbreuken komt dus vooral door schade van het periosteum en daarmee activatie van sensorische
zenuwvezels in het periosteum, wat leidt tot het gevoel van pijn.
Botontwikkeling
De vorming en ontwikkeling (ossificatie) van botten kan gebeuren op twee verschillende manieren:
• Intramembraneuze ossificatie: uit mesenchymale (mesenchym = embryonaal bindweefsel)
botmodellen differentiëren osteoblasten die uiteindelijk bindweefsel vervangen met bot. Dit
vindt plaats tijdens de embryogenese en de botten die zich op deze manier ontwikkelen zijn
typisch plat van vorm. Voorbeelden: schedel en clavicula (sleutelbeen).
• Endochondrale ossificatie: kraakbeenachtige (vaak hyaliene kraakbeen) modellen worden
vervangen met bot. Dus kraakbeen ossificeert tot bot. Dit vindt plaats na de geboorte voor
de lange en korte botten.
Het copyright op dit lespakket berust bij de oorspronkelijke auteur Mikael Avedisian.
Het is niet toegestaan dit pakket of delen daarvan te kopiëren en door te verkopen