Samenvattingen leerpsychologie
Info vanaf Moodle
Wat is leren?
Introductie op ‘wat is leren?’
Een korte introducti e
Er zijn diverse betekkenissen voor leren:
Dat het alleen om expliciet bestuderen van teksten/boeken gaat is een (te) smalle opvatting.
Dat het alleen gaat om onderwezen worden ook een versmalling van het begrip.
Andere vereniging van leren is om het te beperken tot expliciet en bewust leren, waarin bewuste
overdrachtsprocessen zijn georganiseerd.
Leren is een complex proces.
Leerpsychologie op de pabo
Er zijn verschillende leerstijlen en soorten van leren en diverse theorieën over leren. Op de Pabo gaat
het erom ‘Hoe kun je al leerkracht leren van kinderen in je klas faciliteren?’. Leren doen we overal,
maar een school is op het leren ingericht, dit is formeel of intentioneel leren. Buitenschools noemen
we informeel of incidenteel leren. Het verschil zit dus in de omgeving en of het doelgericht, gericht
op leren en didactisch gestructureerd is.
Volgens Bolhuis is formeel leren niet perse intentioneel leren, als een kind bijvoorbeeld niet mee
doet/dromerig is tijdens de les. Bij thuis leren voor toets wel intentioneel leren, maar niet formeel.
Volgens Goorhuis-Brouwer mag bij jonge kids het formeel, schools leren niet voor het spelend leren
staan.
Leren gaat altijd om actieve processen van verwerking van kennis, inzichten en vaardigheden. Bij
intentioneel leren probeert een leerling met bewuste, doelgerichte inzet van hun aandacht en van
wat ze kunnen en weten, nieuwe competenties te verwerven. De kwaliteit van het proces is af te
meten aan de betrokkenheid en zelfstandigheid die een leerling tijdens het werk laat blijken.
Bij leren moet je altijd iets doen. Het is een activiteit: ervaren, oefenen, interactie met de omgeving.
Passief leren bestaat niet. Leren brengt een langdurige of permanente verandering tot stand. De
sleutel tot leren is: actief interacteren met de leerstof.
Leerlingen moeten zich bewust aan een taak zetten en doen dit makkelijk bij meer uitdaging. Iets is
uitdagend als er een evenwicht zit tussen wat je denkt te kunnen en de ervaren moeilijkheidsgraad
van de taak. Elk mens is in beginsel in staat op zich te ontwikkelen of te leren. De een doet dit
gemakkelijker en sneller dan de ander.
Wat maakt een leren dan tot een goede leraar en wat is goede instructi e?
Voor een goede leerkracht doet elke leerling ertoe. Een goede leerkracht is niet bang om zijn
lesplanning aan te passen. Misschien is wel het belangrijkste dat goede leerkrachten hoge
verwachtingen hebben van hun leerling/ambitieus zijn: ze stellen hoge doelen.
Onderwijs aan jonge kinderen meer gericht op ontwikkelingsprocessen dan op leerinhouden. We
realiseren ons hierbij dat vooral het kind zelf de inspanning moet leveren. De ontwikkeling kan je
, stimuleren en er voorwaarden aan binen, maar het kind moet het zelf doen. Een leerkracht is een
stimulator en begeleider. Een betekenisvolle en spelgeoriënteerde context waarin de zone van
naaste ontwikkeling wordt gestimuleerd van belang bij jonge kids.
Filosoferen over leren
Wat is nu leren eigenlijk?
Leren wordt vaak gedefinieerd in termen van de uitkomsten van leren, zonder het proces zelf te
beschrijven. Dan wordt leren beschreven als een relatief permanente verandering in gedrag en soms
wordt het gelijkgesteld met het verwerven van kennis. Uitkomsten van leren zijn veranderingen in
houding, kennis en vaardigheden en het vermogen van mensen om te leren is ook een belangrijke,
want door te leren kan je leren te leren. Leren kan weinig doelbewust en gepland ontstaan, maar ook
meer opzettelijk en gepland.
Kids leren ook veel van anderen en ook groepen kunnen leren, dit is het geval als de genoemde
verandering bij twee of meer mensen gezamenlijk plaatsvindt. Dit noemen we collectief leren. Dit
kan op procesniveau (samen leren en elkaar erbij helpen) en niveau van uitkomsten door
gemeenschappelijke uitkomsten te realiseren.
Leren kan worden gedefi nieerd als:
Het ontstaan of tot stand brengen van relatief duurzame veranderingen in kennis, houding en
vaardigheden en/of in het vermogen om te leren, door middel van het selecteren, opnemen,
verwerken, integreren, vastleggen en gebruiken van en het betekenis geven aan informatie door
individuen, groepen.
Leren in acht dimensies
Iedereen beperkte definitie over leren dus sluiten automatisch belangrijke aspecten van leren uit. Er
zijn acht dimensies voor leren.
Dimensie/categorie: Loopt van: Via: Naar:
Plaats School, opleiding Werkplek Elders
Bewustzijn (bij de Onbewust leren, impliciet Vewust van werkdoel, alleen Bewust van leerdoelen en
lerende) leren vagelijk bewust van leren leerprocessen
Sturing Externe sturing Gedeelde sturing door lerende Zelfsturing
en externe instantie
Inhoud Gestructureerd en er bestaat Half gestructureerd, half Niet/slecht gedefinieerde,
consensus over ongestructureerd ongestructureerde
problemen
Aansluiting Leren als aanbouwen Leren als verbouwen Leren als afbreken en
referentiekader opbouwen
Aanzet tot leren Uit eigen beweging Vanuit de sociale omgeving, Door een sturende instantie
vanuit problemen
Door wie Individu Groep (Deel)organisatie
Voor wie Persoon (leren als tool of Groep, organisatie en person Groep, organisatie (leren als
personal development) zelf tool of managment)
,Leerinhoud/kennisbasis kan ingedeeld worden op meerdere manieren. Globale indeling van kennis,
inzicht, vaardigheden en houdingen/attituteden is een veel gebruikte. Je kan het ook indelen volgens
declaratieve en procedurele kennis.
Declaratieve kennis: kennis van feiten, begrippen, regels, etc vooral geabstraheerde kennis in
taal uitgedrukt. Het is vooral knowing what en why. Vaak vak- of domeinspecifiek karakter.
Procedurele kennis: (mentale) handelingen of (cognitieve) vaardigheden die volgens bepaalde
regels/voorschriften/afspraken dienen te worden verricht voor het gewenste resultaat. Vaak
weer te geven in als … dan …-regels, vooral knowing how. Vaak deels van algemene en deels van
vakspecifieke aard.
Weer een andere indeling is de indeling in cognitieve, sociaal-affectieve en psychomotoriche
vaardigheden de hoofdsoorten van leren:
Cognitief leren: memoriseren (kennis letterlijk reproducereb), feitenkennis, inzichtbevorderend
leren (oplossing vinden voor probleem) en automatismen van cognitieve handelingen (bv:
automatiseren van rekenstrategieën, door vaak doen niet meer bewust van gebruik strategie).
Sociaal-affectief leren: ontwikkelen van emoties/gevoelens, houdingen/attituden en
communicatieve vaardigheden. Volgens Romiszowski reactieve vaardigheden (houdingen,
gevoelens, gewoonten, zelfcontrole en interactieve vaardigheden (bv: goede manieren,
vriendelijkheid). Belangrijk rol bij persoonsontwikkeling.
Psychomotisch leren: gaat vaak om automatismen die zijn verworden door veelvuldig oefenen,
waardoor handeling verloopt met onbewuste controle. Voor training een goede en volledige
oriënteringsbasis van belang (Galperin). Goede demonstratie deelhandelingen apart oefenen.
Competentieleren: kenmerken van competenties/bekwaamheden zijn integrativiteit
(ondeelbaarheid), duurzaamheid, leerbaarheid, contextgebondenheid en handelingsgerichtheid.
Competentie is vermogen op creatieve en verantwoorde wijze set van samenhangende
vaardigheden, attituden, onderliggende kennis en persoonlijke kwaliteiten aan te wenden ten einde
beroepstaken, deel uitmakende van een functie of beroepsrol, effectief en efficiënt te vervullen.
Competenties altijd persoonlijk, want omvatten ook altijd persoonlijke kwaliteit. (zie ijsbergmodel op
moodle). Bij competentieleren het adequete handelen in beroepssituaties centraal.
Competentiegestuurd onderwijs kan niet alleen bestaan uit kennis aandragen en praktijkervaring
opdoen in de hoop dat de integratie vanzelf komt. Vanwege handelingsaspect van belang dat
competentieleren in authentieke situaties plaatsvindt. Reflectie op handelingen van belang.
Leerstijlen
Veel leerstijltheorieën zijn nooit helemaal goed onderzocht. Een persoonlijke opvatting (test!) heeft
niet alleen invloed op de wijze van leren, maar bij een leerkracht ook op de manier waarop je kids
benadert, instructie geeft en begeleidt. Bewust zijn van jouw voorkeursstijl van leren dus van belang.
Welke leer- en /denkprocessen in gang worden gezet afhankelijk van leertaak/-activiteit/-inhoud.
Hierbij speelt de persoonlijke voorkeur een rol. Kolb en Vermunt zijn in Nederland de bekendste
theorieën, maar er zijn er veel meer.
Vermunt
Zie plaatje Moodle voor piramide.
Bij betekenisgerichte stijl kan leerkracht het beste beginnen met aanbieden van theorie, bij
reproductieve is oefening en uitwerking het uitgangspunt en bij toepassingsgerichte het beste met
een voorbeeld. Bij de leerstijlen test van Vermunt horen verschillende stellingen waarbij je aan moet
geven of iets helemaal, een beetje of niet van toepassing is, deze zijn gericht op de schoolse situatie.
, Leerstijlen: Ongerichte Reproductieve Toepassingsgerichte Betekenisgerichte
Leeropvatting: Anderen Ik moet alles kennen Voorbeelden uit het Ik bouw zelf mijn
moeten mij en herhalen dagelijks leven kennis op.
stimuleren
Leeroriëntatie: Onzekerheid, Scoren!!! Zoeken naar de Persoonlijke interesse,
twijfel, is dit de praktische leren is verrijkend
goede richting? bruikbaarheid
Regulatiestrategie Tips helpen niet Tips welkom, dan Blij met oefeningen Zelf het leren in
metacognitieve leeractiviteiten weet je wat en toepassingen. handen nemen
belangrijk is.
Verwerkingsstrategie: cognitieve Beperkte Memoriseren Alles moet concreet Kritische omgang met
leeractiviteiten verwerking, blijven leerstof
geen selectie
Ongerichte stijl als je niet onder de andere valt.
Kolb
Kolb bedacht de Learning Style Inventory, kids moeten hierbij steeds vier stellingen op volgorde
zetten van welke het meest bij hun past. Komen vier voorkeursstijlen uit: doener (uitproberen en
experimenteren), beslisser (taak plannen en uitvoeren), denker (goed logisch nadenken en
redeneren) of dromer (kijken hoe anderen het doen en goed nadenken voor beginnen).
Zie plaatje Moodle
Achtergrondinformati e
Kolb gaat uit van een cyclus die alle lerenden doorlopen, voorkeursstijl wordt bepaald door waar je
het liefste begint. Hele cyclus moet worden doorlopen voor verdieping. Rekening houden met
leerstijlen Kolb wordt vaak essentieel gezien bij aansluiten op behoeften van kids. Ze beginnen bij
hun voorkeur, maar alle processen moeten aangeboden worden. Zo krijgt iedereen evenveel kansen
en is dit een uitdaging voor kids en werkt het motiverend.
Als je bewust bent van voorkeursstijl kan je leerrendement vergroten. Door te weten welke stijlen je
geneigd bent over te slaan en waar je moet beginnen kan je effectief leren. In een groepje kan je
elkaar weer aanvullen als je verschillende stijlen het fijnste vind.
Leerstijlen van Vermunt gaat over motieven waarmee de leerling leert. Dit wordt vaak gezien als
vaststaande eigenschap, maar inbreng van leerkracht kan leerstijlontwikkeling sturen. Hiervoor moet
ze wel bekend zijn met leerstijlen van de kids. Als je op verschillende manieren kan leren krijgt
leerstof meer betekenis en wordt motivatie en leerrendement groter. Op hoger niveau van onderwijs
voornamelijk toepassingsgerichte en betekenisgerichte leerstijl. Als leerstijl van kind en leerstijlen
van onderwijzen niet aansluiten kan een kind niet optimaal leren en ontwikkelen. Leerkracht moet
dus bewust zijn van de leerstijlen van de kids.
Tegenargumenten
Wetenschappelijk bewijs ontbreekt/blijft uit bewijs krijgen via valide onderzoek lastig.
Veel wetenschappers vinden rekening houden met leerstijlen weinig nut hebben onderwijs
gaat om de betekenis van iets, vele manieren van informatieverwerking moeten gestimuleerd
worden en niet een voorkeursstijl.