Aantekeningen van alle hoorcolleges Financiering,
Onderneming en Recht (2020-2021)
Table of Contents
Aantekeningen hoorcollege 1.1: certificering.....................................................................2
Aantekeningen hoorcollege 1.2: herstructurering .............................................................8
Aantekeningen hoorcollege 2.1: joint ventures: statuten en
aandeelhoudersovereenkomsten.....................................................................................18
Aantekeningen hoorcollege week 2.2: presentatievaardigheden......................................23
Aantekeningen hoorcollege 3.1: Overdracht, verpanding, uitwinning en uitoefening van
rechten van aandelen.......................................................................................................25
Aantekeningen hoorcollege 4.1: uitgifte van aandelen en beursgang...............................29
Aantekeningen hoorcollege week 4.2: Wft en Beleggen...................................................33
Aantekeningen Hoorcollege 5.2: Effectenbewaring en Wge..............................................34
Aantekeningen hoorcollege 5.2: beleggingsfondsen en fondsen voor de gemene rekening
........................................................................................................................................42
Aantekeningen hoorcollege 6.1: financiering van ondernemingen (inclusief
syndicaatsleningen, parallel debt en zekerheden trustee)................................................50
Aantekeningen hoorcollege 6.2: crowdfunding. ..............................................................55
Aantekeningen hoorcollege 7.1: 403-verklaring...............................................................61
Aantekeningen Hoorcollege 7.2: Collectieve actie............................................................66
Aantekeningen hoorcollege 8.1: overdracht en verhypothekering van registergoederen:
faillissement en beslag.....................................................................................................72
,Aantekeningen hoorcollege 1.1:
certificering.
Door: mr. M.A.M. (Martijn) van Steensel (Van Benthem & Keulen)
Certificering is niet wettelijk geregeld. In de literatuur is de volgende omschrijving gegeven:
“Het samenstel van rechtshandelingen die strekken tot de overdracht van goederen aan een
(rechts)persoon, die daartegenover certificaten van deze goederen uitgeeft aan degenen
voor wie deze (rechts)persoon als rechthebbende deze goederen ten titel van beheer zal
houden.”
Waarom kiezen voor certificering?
bevorderen continuïteit onderneming: eg. C&A. keuzes van aandeelhouders hoeven
niet altijd in het belang van de onderneming te liggen. Certificering kan helpen bij het
voorkomen dat een aandeelhouders vermogen uit de vennootschap trekt. Denk ook
aan familiebedrijven. Verkoop van aandelen aan een vijandige persoon kan ook
worden beperkt.
Werknemersparticipatie: aan aandelen zijn verschillende rechten verbonden:
stemrechten zijn vaak niet problematisch omdat het om een kleine groep
aandeelhouders gaat. Wat problematisch is, is dat aandeelhouders toegang krijgen
tot de vergaderingen. Werknemers krijgen op die manier inzicht in informatie die
eigenlijk niet voor hen bedoeld is: denk aan bedrijfsgevoelige informatie, loon
bestuurders.
Privacy: iets aan belang ingeboet na inwerkingtreding van het UBO-register. Maar:
een enig aandeelhouder moet worden ingeschreven: zie art 22 Hregb. De ubo moet
wel bekend zijn, maar zuiver certificaathouders kwalificeren niet snel als UBO. Dus
een voordeel voor de privacy van aandeelhouders.
Overname Bescherming: certificering als beschermingsconstructie. Nadeel aan
certificering voor een potentiële koper is dat je geen invloed hebt in de vennootschap
(tenzij anders is bepaald). Als potentieel koper wil je bepalen wie in het bestuur zit en
dat je uitkeringen kunt doen. Als certificaathouder kun je dit niet, en daarom is het
een handige manier om te beschermen voor een vijandige overname.
Rechtsvormkeuze bij certificering
• In beginsel kunnen zowel natuurlijke personen als rechtspersonen als beheerder
fiduciaire
verhoudingen optreden: persoon niet wenselijk, want ongunstig in geval van faillissement
want valt in het vermogen van de natuurlijke persoon.
• Doorgaans Voorkeur Voor De Stichting, want: flexibiliteit. Goed terug te zien in de
volgende punten:
• Geen Leden Of Aandeelhouders(belangrijk met oog op privacy governance)
• Flexibele Organisatiestructuur
• Uitgangspunt: één orgaan
• Meerdere Organen Mogelijk: een verplicht orgaan, daarnaast veel vrijheid.
(nieuwe wet: straks verplicht toezichthoudend orgaan waarschijnlijk per 1 jan 2021..)
• Flexibiliteit Tav Benoemingen ontslag: ook veel vrijheid. Enkel vereist dat je
de wijze regelt hoe bestuurders worden benoemd, maar niet is bepaald hoe het dient
te gebeuren. Daarom gunstig.
• (Vooralsnog)geen plicht tot publicatie jaarrekening
• Fiscaal Transparant(onder voorwaarden): vereenzelviging van certificaten met de
onderliggende aandelen.
,Opzetten van certificatie structuur
• Oprichting van een stichting met het doel om op eigen naam goederen (doorgaans
aandelen) in beheer te houden voor rekening en risico voor de houders van certificaten van
die goederen. Doel is van belang.
• Stichting stelt voorwaarden vast voor het inbeheername en houden van goederen. Niet
alles staat in de statuten, een gedeelte staat ook in de administratievoorwaarden.
• Cliënt draagt goederen over aan stichting tegen uitgifte van aandelen. Akte van
certificering: akte vereist voor overdracht van aandelen.
• (Het bestuur van)de stichting(als juridisch rechthebbende van de goederen) heeft
volledige zeggenschap over de goederen (incl. de financiële rechten en stemrechten).
Stichting is volledig eigenaar: zowel juridisch en financieel. Contractueel heb je financiële
belangen bij de certificaathouders neergelegd.
• Op grond van de contractuele Verhouding tussen de stichting en de certificaathouders
hebben de certificaathouders het uiteindelijke financiële belang van de in beheer gehouden
aandelen.
Welke verhoudingen moeten worden gereguleerd?
Verhouding tussen STAK en certificaathouders
Verhouding tussen STAK en vennootschap
Verhouding tussen certificaathouders en vennootschap
Verhouding tussen certificaathouders
Statutaire grondslag
Statutaire doelstelling
Organisatiestructuur
Contractuele grondslag
Administratievoorwaarden
Akte van certificering
Wettelijke grondslag
Wettelijke rechten van alle betrokkenen (stichting, bestuur, certificaathouders,
aandeelhouders, vennootschap, derden); 2:24 lid 4 BW, 2;346 sub b BW,
vergaderrecht, wettelijk pandrecht
Overige grondslagen
Jurisprudentie: feiten en omstandigheden kleuren de fiduciaire verhouding nader in.
‘certificaathouder kon decertificering verlangen’ Eerste stap is kijken naar de
doelomschrijving van de statuten. Geen duidelijkheid, dan ook kijken buiten statuten: eg. ate
van certificering, administratievoorwaarden om erachter te komen waarom het stak is
opgericht. Uit de arrest blijkt: bestuur kan tot de conclusie komen dat het belang van de
onderneming zwaarder weegt tov het belang van het stak.
Statuten STAK
Minimumvoorschriften in art. 2:286 lid 4 BW:
Naam van de stichting
Doelomschrijving: geeft richting én grenzen aan! Geeft sturing aan de bevoegdheden
van het bestuur.
Wijze van benoeming en ontslag van bestuurders: hoewel het flexibel is, maar als je
het verkeerd opneemt in de statuten: hoe worden de eerste bestuurders bijvoorbeeld
, benoemd: geen wettelijke bepalingen dat de eerste bestuurders benoemd worden
door de akte. In de statuten moet ook worden bepaald hoe de eerste bestuurders
worden aangewezen.
Statutaire zetel: moet een gemeente zijn als het gaat om een stichting. Statuten ism
de wet zorgt ervoor dat de stichting vatbaar is voor ontbinding.
Bestemming van liquidatiesaldo
Belangrijkste overige thema’s
Bestuursregeling: het moet worden geregeld, de wet geeft geen aanvullende
regeling. Zou je evt kunnen baseren op de r en b.
Samenstelling (kwaliteitseisen)
Benoeming en ontslag (wie gaat het vermogen feitelijk beheren?)
Besluitvorming binnen het bestuur (quorum / meerderheid): mag de
stemverhouding zo worden verdeeld dat 1 de rest van de bestuurders kan
overstemmen? Wel de lasten van bestuurder (aansprakelijkheid), maar niet
de lusten: geen invloed op bestuur. Zou niet moeten kunnen.
Andere organen gewenst?
Onderlinge verhouding tussen de organen van de stichting?
Grenzen van de beheersbevoegdheid (wat mag wel/niet en onder welke
voorwaarden?) eg. 2:91 lid 2: alleen registergoederen verkrijgen indien dat in de
statuten is toegestaan.
Statutenwijziging (mogelijk en zo ja, onder welke voorwaarden?): niks geregeld over
statuten wijzigen, dan kan het niet.
Ontbinding (want betekent einde beheersverhouding!): belangrijk want met de
ontbinding houdt ook de certificering op. Is het heel makkelijk, dan houdt certificering
ook snel op..
Vormt het uitkeringsverbod een probleem?
Wat is de reikwijdte van het uitkeringsverbod van 2:285 lid 3 BW:
“Het doel van de stichting mag niet inhouden het doen van uitkeringen aan oprichters of aan
hen die deel uitmaken van haar organen noch ook aan anderen, tenzij wat deze laatsten
betreft de uitkeringen een ideële of sociale strekking hebben.”
Een genuanceerd verbod:
Uitkering – een prestatie waartegenover geen gelijkwaardige tegenprestatie staat
Doel – een structurele statutaire of feitelijke doelstelling
Orgaanbemanners – alleen uitkeringen die zij in deze hoedanigheid ontvangen
(voorkeursbehandeling)
Oprichter – alleen formele oprichter
Wetsgeschiedenis/literatuur – het gaat om uitkeringen van winst
Kortom, het uitbetalen van een uitkering op basis van een contractuele verplichting door een
stichting vormt geen belemmering. Dit argument gaat niet helemaal op. Bestuurder heeft ook
in sommige gevallen een contractuele verplichting, en is ook niet toegestaan in sommige
gevallen: zoek hier het een en ander over op.
Daarnaast en nog belangrijker: het gaat om het uitkering van winst, het verbod onderscheid
de stichting van een commerciële partij: BV etc. Stak heeft helemaal geen eigen
onderneming, dat heeft de onderliggende vennootschap. De winst is dus niet van de stak
zelf, maar van de onderliggende onderneming. Het gaat dus niet om winst, en dus vormt het
uitkeringsverbod geen belemmering op de uitkering naar certificaathouders.
Karakter van administratievoorwaarden
Enige onduidelijkheid in de literatuur:
Algemene voorwaarden?
Kern van de overeenkomst of aanvullende afspraken? Nee, av bevat niet de
kern van ovk..