Hoofdstuk 6: De tijd van de Regenten en Vorsten. (1600-1700)
6.1 Een wereldeconomie.
Kenmerkend Aspect: Wereldwijde handelscontacten. Handelskapitalisme en het begin van een
wereldeconomie.
Handelskapitalisme:
Handelaren waren de afgelopen eeuw enorm belangrijk geworden. Door handel in luxeproducten
kon het handelskapitalisme ontstaan, een economisch systeem waarbij handelaren een grote rol
speelden en ze geld investeerde in ondernemingen (bedrijven) om winst te maken.
De productiemiddelen, hulpmiddelen waarmee geproduceerd werd, was niet voor iedereen. Later
kwam het kapitalisme onder leiding van rijke fabriekseigenaars op, maar voor nu waren vooral
handelaren de baas, vandaar deze vorm van kapitalisme.
Voor ontdekkingsreizen en overzeese handelsreizen was veel kapitaal nodig, daarom gingen rijke
kooplieden vaak samenwerken. Zo werd er in 1549 door negen kooplieden in Amsterdam een
compagnie opgericht: een handelsbedrijf waarmee ze samen voor reizen konden betalen en sparen.
In 1600 waren er acht compagnieën in Zeeland en Holland actief. In 1602 gingen deze bedrijven
samen op voor handel in Oost-Azië, de Verenigde Oost-Indische Compagnie: de VOC.
Ze kregen van de overheid het recht om als enig bedrijf in Azië handel te drijven: een monopolie.
Ook mochten ze verdragen sluiten met vorsten, oorlog voeren en gebieden besturen.
De VOC verkocht aandelen papieren waarmee kopers mede-eigenaars werden van de VOC. Ze kreeg
het bedrijf een kas waar ze hun middelen mee konden betalen, in ruil voor het jaarlijkse deel van hun
winst voor de aandeelhouders.
VOC was eerste bedrijf met aandelen, een grote stap voor het handelskapitalisme. Het bedrijf werd
niet geleid door al die losse mensen, er waren aparte bestuurders uit 17 belangrijke steden en in Azië
stelden ze een gouverneur-generaal op.
Het handelsnetwerk van de VOC:
VOC was in het begin vooral geïnteresseerd in specerijen. Met geweld joegen ze de concurrentie weg
en dwongen ze de bevolking alleen met hen te handelen. Er was een verschrikkelijk bloedige opstand
en 90% van de bevolking op een Banda-eiland werd vermoord, de rest werd als slaven weggevoerd
om op plantages te werken.
De man die hierachter zat was Jan Pieterszoon Coen, hij verving de bevolking en richtte een nieuwe
stad op: Batavia, hier werd het hoofdkwartier van de VOC gevestigd.
VOC was een echte multinational. Ze waren actief in heel de wereld.
Vooral in landen als Zuid-Afrika (kaap de goede hoop), China, India en Japan. Heel Indië.
, Het handelsnetwerk van de WIC:
Rond 1600 kwamen er ook Nederlanders op West-Afrika, Zuid -en Noord-Amerika. Ze richtten het
WIC op en kregen het monopolie over de handel rond de Atlantische oceaan.
Ze hadden heel veel tegenstand van Spanje, die ook actief waren in dat gebied en daarom mochten
ze de schepen overvallen en plunderen. Met zo’n kaapvaart, en zo hun zilver en houd afvoer
verhinderde.
Het handelsnetwerk bestond vooral uit kustgebieden in West-Afrika, Carïbisch gebied en in Amerika
raakte ze Nieuw-Amsterdam (New York) kwijt, maar hadden ze wel Suriname.
Het begin van de wereldeconomie:
Deze wereldwijde handelscontacten zorgden voor het begin van een wereldeconomie. Gebieden
over heel de wereld raakte met elkaar
6.2: De gouden eeuw van Nederland.
Kenmerkend Aspect: De bijzondere plaats in staatskundig opzicht en de bloei in economisch en
cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
De staatskundige situatie in de Republiek:
In de 17e eeuw had de bourgeoisie (de rijke burgerij) de (politieke) leiding in Republiek. Zij had in
staatskundig opzicht een bijzondere plaats in Europa, overal groeide de macht van koningen en
leiders, maar de Republiek had niet eens een staatshoofd: een persoon die het grootste gezag heeft
over een gebied.
De zeven staten werkten samen in de Staten-Generaal, er zat een vertegenwoordiger van elke staat,
en bespraken dingen die over de republiek gingen.
De bestuurders van de Republiek werden regenten genoemd.