Leerdoelen VPK periode 2
Week 1 - > dementie (hoofdstuk 4, deel 3)
Kan het ziektebeeld dementie (ontgeesting) uitleggen
Dementie is een progressieve ziekte. Dementie is de naam voor een combinatie van symptomen (een
syndroom), waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken. Dementie is een
verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes.
Heeft kennis van de oorzaken en signs & symptoms van dementie
De oorzaken van dementie zijn de leeftijd, één of meer herseninfarcten, een hoog
cholesterolgehalte, hoge bloeddruk en diabetes mellitus. Daarnaast zijn er meer dan 30 ziekten die
uiteindelijk dementie kunnen veroorzaken (o.a. Alzheimer, vasculaire dementie, frontotemporale
dementie en lewy body dementie en dementie bij Parkinson). Een ongezonde levensstijl kan de kans
op dementie vergroten.
De signs and symptoms zijn:
Geheugenstoornissen;
En één of meer van de volgende cognitieve stoornissen:
Afasie (taalstoornis);
Apraxie (verminderd vermogen om motorische activiteiten uit te voeren ondanks een intacte
motorische waarneming);
Agnosie (stoornissen in het herkennen of identificeren van voorwerpen, ondanks een intacte
zintuiglijke waarneming);
Stoornis in de uitvoerende functies (plannen maken, organiseren, volgorde aanbrengen,
abstract denken)
Bovenstaande verschijnselen treden niet uitsluitend op gedurende het verloop van een delier.
Kan Alzheimerdementie, vasculaire dementie, lewy-body-dementie en
frontaalkwabdementie onderscheiden op basis van oorzaken en symptomen
Alzheimerdementie
Oorzaak:
Eiwitten hopen zich op in de hersenen.
Verschijnselen:
Problemen met geheugen
Reageert traag
Soms zie of hoor je dingen die er niet zijn
Plannen en overzicht houden is lastig
Vasculaire dementie
Oorzaak:
Wordt veroorzaakt door een storing in de bloedvoorziening in de hersenen.
Verschijnselen:
Schoksgewijs verslechterd
Dag tot dag, wisselend
Lichamelijke achteruitgang (moeite met lopen of verlamming)
, Langzamer praten en denken
Kan tegelijk met ziekte van Alzheimer
Lewy-body-dementie
Oorzaak:
Lewybodies komen in de zenuwcellen van de hersenen, lewybodies zijn eiwitophopingen
Verschijnselen:
Aandacht stoornissen
Visuele hallucinaties
Gevoelig voor bijwerkingen tegen hallucinaties
Frontaalkwabdementie
Oorzaak:
Hersencellen in de frontaalkwab en de temporaalkwab sterven af
Verschijnselen:
Mindere inlevingsvermogen
Taal en spraak kunnen aangetast zijn
Weet welke ziektegerichte diagnostiek gedaan kan worden bij mensen met dementie
De diagnose dementie wordt afgesteld door een combinatie van:
Auto-anamnese (wat is het probleem?);
Hetero-anamnese (gesprek met de familie);
Meetinstrumenten (veel verschillende, vooral vragenlijsten. Meest toegepaste vragenlijsten
zijn Mini Mental Status Examination (MMSE). Het is niet altijd mogelijk om een vragenlijst af
te nemen, in dat geval kan men de Observatie Lijst voor vroege symptomen van Dementie
(OLD) toepassen. Een ander gemakkelijk toepasbaar instrument voor de hetero-anamnese is
de IQCODE. Aan de hand van 16 items wordt een indruk verkregen van de cognitieve
achteruitgang in de afgelopen 10 jaar)
Aanvullend onderzoek (behalve onderzoek naar het geheugen is het belangrijk om
onderzoek te doen naar andere psychische problemen. Van belang is de differentiatie tussen
dementie, depressie en delier. Lichamelijk- en laboratoriumonderzoek zijn altijd noodzakelijk
omdat geheugenproblemen ook voor kunnen komen bij andere beperkingen aan het
lichaam. De verschillende onderzoeken zijn: CT-scan, MRI-scan en f-MRI-scan, SPECT-scan en
PET-scan, neuropsychologisch onderzoek (NPO)).
Diagnostiek wordt uitgevoerd door een neuroloog in een geheugenpolikliniek, een geriater in een
ziekenhuis of een specialist ouderengeneeskunde.
Kan interventies benoemen voor mensen met dementie en uitleggen
Medicamenteuze interventies:
Cholinerge hypothese (valt in de praktijk voor een grote groep tegen);
Cholinesterase-remmers ter behandeling van gedragsproblemen, benzodiazepinen bij angst,
antipsychotica bij agitatie, agressie en psychose, anti-epileptica bij agressie en agitatie en
antidepressiva bij depressieve symptomen.
Het liefst gebruik van niet-medicamenteuze interventies doordat deze medicatie voor nare
bijwerkingen kan zorgen.
,Niet-medicamenteuze interventies:
Individuele psychotherapie en gespreksgroepen voor mensen met dementie
- Ondersteunende psychotherapie
- Inzichtgevende psychotherapie
- Cognitief-gedragsmatige psychotherapie
Gedragstherapie (operant conditioneren-> straffen en belonen)
Adaptatie-coping benadering en acitiviteitenprogramma’s
- Activiteitenbegeleiding (zinvolle dagbesteding)
- Psychomotorische therapie (bewegingsactiviteiten)
- Muziektherapie
Verliesverwekingsmodel (cliënt moet de elke dag afscheid nemen van zijn/haar vertrouwde
wereld)
- Warme zorg (intuïtieve, moederlijk beschermende rol)
- Multisensorische stimulatie of ‘snoezelen’ (geprobeerd patiënt te bereiken door
prikkels dmv horen, zien, voelen, proeven en ruiken)
- Passiviteiten van het Dagelijks Leven (PDL) (vooral bedoeld om het dagelijks ervaren
ongemak te verminderen en daarmee een bijdrage te leveren aan het verhogen van
het welbevinden)
Belevingsgerichte benadering
- Reminiscentietherapie
- Validation
- Geïntegreerde belevingsgerichte zorg
Heeft kennis van de benaderingswijzen van mensen met dementie volgens: Realiteits
Orientatie Training (ROT), Validation en Reminiscentie
Dit hoort ook bij de niet-medicamenteuze interventies!
Realiteits Oriëntatie Training (R.O.T.)
Geven van realistische informatie en systematisch corrigeren van onjuiste uitspraken en handelingen.
Doel is dementerenden contact met de realiteit zolang mogelijk te laten behouden.
Reminiscentie
Ophalen van persoonlijke herinneringen. Bv. door bekijken fotoboeken, kinderliedjes, praten over
ervaringen. Doel is vergroten welbevinden en bijdragen aan opmaken van levensbalans.
Validation
Benaderingswijze waarbij steeds wordt gezocht naar aansluiting bij de realiteit en beleving van de
dementerende.
Kan beargumenteren welke behandel- en begeleidingsvormen toepasbaar zijn in diverse
stadia van dementie
1. Het bedreigde ik (cognitieve fase)
, Bedreigd voelen in het bestaan, lastiger om regie te houden, wantrouwen, routines, praten
over het verleden. Stimuleren in zelfredzaamheid
2. Het verdwaalde ik (emotionele fase)
Desoriëntatie in tijd, plaats en persoon, zoekende indruk, emoties uit primaire behoefte.
Vaste routine en vertrouwde activiteiten. Complimentjes en aanmoedigen, duidelijk spreken.
3. Het verborgen ik (psychomotore fase)
Niet meer bewust van wie iemand is, weinig of geen contact met de omgeving, besef van tijd,
plaats en persoon is verdwenen. Omgeving moet zorgen voor ontspanning.
4. Het verzonken ik (zintuiglijke ervaring)
Niet of nauwelijks contact, het ‘ik’ van een persoon lijkt verdwenen, primaire behoeften en
geen emoties. Contact gericht op aangename gewaarwordingen.
Relevante verpleegkundige diagnosen, resultaten en interventies bepalen voor mensen met
dementie.
Diagnose: Stoornis in de oriëntatie
Resultaat:
- Patiënt kan zich oriënteren naar tijd, plaats en persoon
- Vermindering van de stoornis
- Achteruitgang remmen
- Welbevinden en zelfstandigheid van de patiënt bevorderen
- Patiënt zich veilig laten voelen
- Patiënt veiligheid bieden (letsels voorkomen)
Interventies:
- Duidelijk gestructureerde dagindeling
- Informatiebord ophangen
- Kalender ophangen
- Frequent, kortdurend contact
- Nog veel en veel meer
Diagnose: risico op letsel
Resultaat: voorkomen van verbranding, opsluiting, weglopen, vallen, vergiftiging en angst
Interventies:
- Schaf veilige apparatuur aan
- Maak sloten aan de boven- of onderkant van de deur
- Loophulpmiddelen
- Goede verlichting
- Nog veel meer (spreekt voor zich)
Diagnose: zelfzorgtekort-syndroom
Resultaat: het beoogd resultaat hangt af van de realiseerbaarheid ervan. De wijkverpleegkundige
benoemt hierbij wat er vastgelegd is en wat de dementerende zelf kan uitvoeren en welke
activiteiten moeten worden overgenomen.
Een ander beoogd doel dat genoemd wordt is dat de activiteiten zodanig gestructureerd zijn dat de
dementerende ze kan overzien.