Kennistoets 2.2 G&P + T
Voor mijn 1e jaar verpleegkunde heb ik bij elke samenvatting een oefentoets gemaakt. Deze toetsen
zijn een afspiegeling van mijn samenvatting, waardoor de lange samenvattingen gemakkelijker te
leren zijn doormiddel van een toetsing. Ik heb mijn propedeuse zonder een enkele herkansing
gehaald, omdat deze oefentoetsen voor mij heel goed werken. Klasgenoten geven ook aan dat dit
voor hen erg goed werkt als ze de oefentoets stampen. Daarnaast komen vragen uit mijn oefentoets
soms bijna compleet hetzelfde voor in de toetsen of een gedeelte ervan. Ik zou dan ook zeker de
oefentoets gebruiken bij het leren van de samenvattingen.
Of je wel of niet de oefentoets erbij gebruikt, ik hoop dat de toets goed gaat komen!
Heel veel succes!!!
,Gezondheidsbevordering & preventie
2.1
2.3 Gezondheidsdeterminant leefstijl & gedrag
Gezondheidsdeterminant leefstijl & gedrag: allerlei gedragingen die een positieve of negatieve
invloed hebben op de gezondheid en/of op een gezondheidsprobleem.
Gezondheidsvaardigheden:
- Complexe vaardigheden die bepalen of mensen hun ‘weg kunnen vinden’ in de
gezondheidszorg.
- Bepalen mede hoe mensen de eigen gezondheid beoordelen.
- Ze moeten informatie kunnen verwerven, begrijpen en beoordelen.
- Plannen, onderscheiden van hoofd- en bijzaken, prioriteiten stellen, schoolse vaardigheden,
abstraheren (abstractievermogen), de weg kunnen vinden in de zorg.
Voorbeelden van leefstijlfactoren:
- Voeding
- Alcohol- en drugsgebruik
- Roken
- Lichamelijke activiteit
- Seksueel gedrag
Verpleegkundigen hebben een belangrijke taak, zoals bijv. preventieve en curatieve taken. Zo kunnen
ze patiënten(groepen) aanzetten tot ander, gezonder gedrag.
Beweegrichtlijnen
Volwassenen:
- Bewegen is goed, maar meer bewegen is beter.
- 150 min per week matig intensief.
- Minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten. Voor ouderen ook
balansoefeningen.
- Voorkom stilzitten.
Jongeren:
- Bewegen is goed, maar meer bewegen is beter.
- Uur per dag matig intensieve inspanning.
- Minstens driemaal per week spier- en botversterkende oefeningen.
- Voorkom veel stilzitten.
2.2
2.2 Endogene, persoonsgebonden gezondheidsdeterminant
Fysiologische en psychische factoren in de mens hebben invloed op gezondheid(sproblemen):
- Genetische factoren: afwijkingen in de genen.
Monogene ziektebeelden: ziekte berust op één gen.
, Multifactoriële gezondheidsproblemen: genetische factoren spelen een rol, maar
daarnaast is er meer aan de hand.
- Verworven eigenschappen: een verkregen eigenschap, zoals hoge bloeddruk, wisselende
glucosespiegel, een hoog cholesterolgehalte, overgewicht en diabetes, psychische
(on)gezondheid, afwijkingen in het immuunsysteem en veroudering.
Verpleegkundigen hebben de taak om dergelijke problemen te signaleren, de noodzakelijke zorg te
bieden, mensen zo goed mogelijk bij te staan en te begeleiden in het leren accepteren van en
omgaan met hun beperkingen en waar mogelijk verergering van de klachten te voorkomen.
2.3
5.10 Intervention Mapping stap 4: model van gedragsverandering
Model van gedragsverandering:
- Contact leggen met de patiënt(engroep)
- Veranderen van de gedragsdeterminant attitudes
Voor- en nadelen.
- Veranderen van de gedragsdeterminant subjectieve normen en sociale invloed
Leren omgaan met sociale druk en op zoek gaan naar sociale steun.
- Veranderen van de gedragsdeterminant waargenomen gedragscontrole en eigeneffectiviteit
Beschikken over vaardigheden om het gedrag te kunnen uitvoeren en volhouden.
Persoonlijke, vergelijkbare ervaringen, observeren van anderen, verbale overtuiging en
status.
Ontbrekende vaardigheden oefenen.
- Gedragsverandering, gewoonten en vergeten
Plan maken, uitvoering van het gedrag,
Geven van positieve feedback.
Afstemmen op specifieke problemen van de cliënt.
- Stabilisering van de gedragsverandering in gedragsbehoud.
De patiënt moet de juiste coping response aanleren.
→ Zelfmanagement van de patiënt bevorderen
Attitudeverandering: zich een kritische voorstelling maken van het gewenste gedrag, gedrag
evalueren in voordelen en nadelen op zowel de lange als de korte termijn
2.4 Praktijkverpleegkundige
- Intake
- Spreekuur
- Lichamelijk onderzoek
- Begeleiden bij het innemen van medicijnen en het omgaan met je ziekte
- Overleggen en doorverwijzen naar de huisarts of andere zorgverleners.
Cardiovasculair risicomanagement: het opsporen en behandelen van risicofactoren voor hart- en
vaatziekten.