Als staten afspraken met elkaar maken, dan doen zij dit op grond van het internationale recht. Binnen
dit recht, zijn alle staten gelijk aan elkaar. Een belangrijk beginsel binnen het internationale recht is het
beginsel van staatssoevereiniteit.
→ dit beginsel houdt in dat de overheid de ultieme beslissingsbevoegdheid heeft op het grondgebied
van de staat. Zij is de enige die wet- en regelgeving mag opstellen. Met andere woorden de overheid
heeft staatssoevereiniteit.
Deze macht kan op twee manieren worden beperkt:
1) Soevereiniteit overdragen
Een staat kan beslissen om (een gedeelte van) de beslissingsbevoegdheid over te dragen
aan bijvoorbeeld een internationale organisatie. Hierdoor kan de staat niet zelf meer alle
regels stellen en accepteert zij een organisatie die hoger is dan de staat zelf.
2) Soevereiniteit onvrijwillig beperkt
Hiervan is sprake als een land onvrijwillig de beslissingsbevoegdheid uit handen wordt
genomen.
In het internationale recht spelen ten eerste staten een belangrijke rol, maar ook internationale
organisaties komen er in voor. Deze kunnen worden opgericht door het aangaan van een
samenwerkingsverband tussen staten en kunnen ook door personen gezamenlijk worden opgericht.
Binnen deze organisaties is er een onderscheid:
1) Gouvernementele organisaties
Dit is een samenwerkingsverband tussen staten. De oprichting van zo’n organisatie vindt
plaats per verdrag, hierin worden de doelstellingen en de middelen vermeld die de organisatie
heeft. Een internationale organisatie biedt de mogelijkheid aan staten om op een bepaald
gebied samen te werken.
Bij het oprichten van zo’n organisatie, kunnen staten er zelf voor kiezen of en hoeveel
soevereiniteit ze afstaan aan de betreffende organisatie.
Staan lidstaten geen soevereiniteit af, dan is er sprake van een intergouvernementele
organisatie. Op deze manier kunnen de lidstaten zelf blijven bepalen wat er gebeurt.
De beslissingen worden door de staten samen genomen.
Als de lidstaten wel beslissingsbevoegdheid afstaan, dan gaat het om een
supranationale organisatie. Zo’n organisatie staat boven de lidstaten. Doordat
lidstaten zelf een gedeelte van hun beslissingsbevoegdheid afstaan, accepteren zij
dat de organisatie regels vaststelt waar zij zich aan moeten houden. De lidstaten
hebben niet meer de bevoegdheid om zelfstandig de inhoud van deze regels te
bepalen.
2) Non-gouvernementele organisaties
Hiervan is sprake als een groep personen een internationale organisatie opricht. Zo’n
organisatie is onafhankelijk van staten en heeft vaak een ideële doelstelling.
In 1952 bestond er de Europese Gemeenschap Kolen en Staal. Dit was eigenlijk het begin van de
Europese Unie. Doordat er steeds meer verdragen kwamen die het EGKS aanvulden of wijzigden, zijn
we uiteindelijk bij de Europese Unie beland.
, Door al deze herzieningsverdragen is het supranationale karakter steeds meer uitgebreid. Op dit
moment gelden de volgende twee verdragen:
- Het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)
- Het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU)
In art 3 van het VEU staan de doelstellingen van de Europese Unie. Dat zijn:
1) Vrede en welzijn
Doordat de economieën van de Europese lidstaten zo nauw met elkaar verbonden zijn, zijn de
lidstaten afhankelijk van elkaar. Zij leveren over en weer producten. Dit zorgt ervoor dat
eventuele conflicten tussen lidstaten op een diplomatieke wijze worden opgelost, omdat de
lidstaten geen conflict willen met hun handelspartners. Dit zou namelijk een achteruitgang van
de economie betekenen.
2) Vrijheid en veiligheid
Burgers van de EU mogen in beginsel in alle lidstaten verblijven om te werken, te studeren of
hun pensioen uit te zitten. Dit wordt mogelijk gemaakt door de open grenzen, maar hier zit
meteen een nadeel aan vast, namelijk dat het voor criminele organisaties makkelijker wordt
om hun activiteiten uit te oefenen. Daarom zorgt de EU ook voor regels die de
grensoverschrijdende criminaliteit bestrijden.
3) De interne markt
Hierdoor is het mogelijk dat er steeds meer gehandeld wordt tussen bedrijven uit de lidstaten,
dat er steeds meer personen over de grens gaan werken en dat iedereen overal in de EU kan
investeren.
4) De monetaire unie
Omdat een gemeenschappelijke munt de lidstaten nog dichter bij elkaar brengt, zijn veel
lidstaten overgestapt op de euro. Dit bevordert de handel tussen lidstaten.
5) Het mensenrechtenbeleid
In art 2 VEU heeft de Europese Unie een belangrijke plaats ingeruimd voor de bescherming
van de mensenrechten. Het vormt de grondslag voor de mogelijkheid voor het Europees Hof
van Justitie om te oordelen over schendingen van mensen rechten als deze worden
voorgelegd tijdens een zaak.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fleurtt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.