100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvattingen hoorcolleges BAS 1, fysiotherapie hogeschool Leiden €5,39
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvattingen hoorcolleges BAS 1, fysiotherapie hogeschool Leiden

1 beoordeling
 37 keer bekeken  2 keer verkocht

Dit zijn de samenvattingen en uitwerkingen van alle hoorcolleges van BAS1 in het 1e jaar binnen de opleiding fysiotherapie aan de hogeschool Leiden.

Voorbeeld 5 van de 33  pagina's

  • 2 januari 2022
  • 33
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (6)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: sashaghaffarian • 2 jaar geleden

avatar-seller
denisedemooij
HOORCOLLEGE 2.01
INTRODUCTIE BAS 1 FMH

AANTEKENINGEN

4 CID model = component instructional design:
1. Leertaak (overstijgend)
2. Ondersteunende informatie -- > HC en Lt
3. Deeltaak -- > VT en SPB
4. Procedurele informatie

FMH = fysiotherapeutisch handelen (onderdelen)
1. Aanmelding: verwijzing / screening
2. (beslissen of jij de beste persoon bent om persoon te behandelen)
3. Anamneses = vraaggesprek + verwachting patient
4. Onderzoek = onderzoeken of hypothese en onderzoeksdoelstelling klopt.
5. Diagnose en indicatiestelling = bekijken of deze patient door de fysio behandeld moet
worden
6. Behandelplan
7. Behandeling
8. Eindevaluatie
9. Eindverslag.

Wanneer de patiënt zonder verwijzing bij de fysiotherapeut komt moet er eerst een screening
gedaan

Aan het einde van de anamnese worden hypotheses en onderzoeksdoelstellingen opgesteld
en dmv onderzoek wordt er bekeken of deze kloppen.

Wat noteer je?:




Pluis = de fysio neemt de patiënt in
behandeling

Niet – pluis = fysio neemt patiënt niet in behand-
eling, er moet een advies worden
geschreven
voor de huisarts met eventuele verdere stappen.

,SMART:
S = Specifiek
M = Meetbaar
A = acceptabel
R = Realistisch
T = tijdsgebonden

Hulpvraag patiënt =
Is een verhelderende fysiotherapeutische omschrijving van de contactreden van de patiënt die
een oplossing zoekt voor zijn functioneringsprobleem, dit kan in de eigen woorden van de
patiënt en indien noodzakelijk aangevuld met een passende professionele omschrijving.
Als er geen hulpvraag geformuleerd kan worden, wordt de contactreden genoteerd.

Shared decision making (gezamenlijke besluitsvorming)=
Het gezamenlijk komen tot een beslissing door een hulpverlener en een patiënt.
Glyn Elwyn -- > “het proces waarin de zorgverlener en de patiënt samen beslissingen nemen
over diagnostiek, behandeling of begeleiding op grond van (wetenschappelijke) kennis,
klinische ervaring en de voorkeur en waarden van de patiënt

Belangrijke kenmerken van SDM:
 De uitwisseling van informatie tussen de hulpverlener en de patiënt is wederkerig.
 De uitwisseling tussen hulpverlener en patiënt betreft zowel medische als persoonlijke
info.
 De hulpverlener en patiënt overleggen samen over alle medische, professionele en
persoonlijke aspecten die relevant zijn voor de besluitsvorming.
 De hulpverlener en de patiënt nemen uiteindelijk gezamenlijk het besluit over het te
volgen (diagnostische/ therapeutische/ preventieve) beleid.

7 stappen van shared decision making:
1. Begrijp de verwachtingen en ervaringen van de patiënt.
2. Ontwikkel partnerschap met de patiënt.
3. Definieer het probleem en leg het uit.
4. Vertel de patiënt expliciet dat hij of zij een keuze voor behandeling heeft.
5. Zorgverlener en patiënt delen informatie over verschillende opties voor
behandelvormen, inclusief de voor- en nadelen van de opties voor de patiënt.
6. Help de patiënt inzicht krijgen in wat voor hem belangrijke waarden en motieven zijn,
relevant voor het maken van een goede keuze. Dit wordt ‘gewogen’ tegenover de
voor- en nadelen van alle besproken opties. (dmv vragen stellen)
7. Gezamenlijk een beslissing nemen of de besluitvorming uitstellen.

Na de hulpvraag kan je beginnen met het in kaart brengen van het gezondheidsprobleem. =
Het gezondheidsprobleem bestaat uit: Functioneringsproblemen, duur en beloop van de
klachten. Dit wordt genoteerd in de woorden van de patiënt.
 De functioneringsproblemen worden genoteerd volgens de ICF, hierbij kan gebruik
gemaakt worden van categorieën zoals: zijn de klachten toegenomen, afgenomen,
niet gewijzigd, of wisselend.
 De duur van de klachten wordt indien mogelijk genoteerd in aantal weken.

ICF = het noteren in termen van stoornissen in functie/ anatomische eigenschappen/
beperkingen in activiteiten/ beperkingen in participatie.
2

,Medische gezondheidsdeterminanten = wanneer deze mogelijk effect hebben op het effect
en/ of het resultaat van het onderzoek/ behandeling worden genoteerd conform het ICF.
Wanneer deze ontbreken dient wel genoteerd te worden dat deze wel zijn uitgevraagd.

Omgevingsdeterminanten = worden alleen genoteerd als ze aanwezig zijn en relevant zijn
voor de klachten/ hulpvraag van de patiënt. Wordt ook genoteerd volgens ICF, hoeft niet
genoteerd te worden dat deze zijn uitgevraagd ( bv sportclub of werk)

Persoonlijke determinanten = zijn ook contextuele determinanten. Worden alleen genoteerd
als ze aanwezig zijn en relevant zijn voor de klacht/ hulpvraag. Worden genoteerd via het ICF
en of het uitgevraagd is hoeft iet genoteerd te worden (bv snel besluiten om te stoppen bij
pijn of juist nog even doorgaan)

Verplichte informatie om te noteren (extra bij DTF)
 Conclusie screening = pluis/ niet- pluis.
 Indicatie voor verdere fysiotherapeutisch onderzoek = ja of nee
 Toestemming van patiënt voor delen van gegevens met/ door de huisarts. =
toestemming moet genoteerd worden

Indien relevant verplichte gegevens (extra bij DTF) bij conclusie niet-pluis
 Afwijkende symptomen, afwijkend beloop
 Aanbeveling/ advies voor beloop

Verplichte extra gegevens bij aanmelding en intake via verwijzing =
 De verwijzer
 Verwijzing met verwijsgegevens.




3

, HOORCOLLEGE 2.02
(COLLAGEEN) BINDWEEFSEL

AANTEKENINGEN
Een bevruchte eicel gaat zich delen, hierdoor ontstaan dochtercellen die zich ook weer delen
en differtiëren, hierdoor ontstaat een weefsel  een weefsel is een verzameling van cellen.

Er zijn 5 categorieën waarin deze gedifferentieerde cellen ingedeeld kunnen worden:
 Zenuwcellen --> zenuwcellen, zintuigcellen (kunnen niet aangevuld worden)
 Spiercellen --> gladde (kunnen vervangen worden), dwarsgestreept en hartspiercel
(kunnen beiden niet vervangen worden).
 Steuncellen --> hieruit worden stamcellen gevormd, hieruit ontstaat bindweefsel,
kraakbeencellen, botcellen en bloedcellen. Deze moedercellen kunnen allemaal
nieuwe cellen produceren behalve kraakbeencellen.
 Dekcellen --> vormen stamcellen, hieruit worden dekcellen (bv. huid en binnenzijde
maag of darmen), trilhaarcellen en kliercelcellen gevormd. Kunnen aangevuld worden
bij beschadiging.
 Voortplantingscellen --> vormen stamcellen, hieruit worden eicellen en zaadcellen
gevormd.
Zaadcellen kunnen tot op hoge leeftijd geproduceerd worden, eicellen raken op.

2 soorten bindweefsel:
 Losmazig bindweefsel = de vezels liggen ver van elkaar. Komt overal in het lichaam
voor en dient als verbindingsweefel tussen alle andere weefsels.
 Collageen/ fibreus bindweefsel = tussen de cellen veel vezels. Komen op specifieke
plaatsen voor.
Moeten trekkrachten overbrengen of weerstaan.

Functie van bindweefsel in het algemeen:
 Verbinden -- > weerstaan van trek- en of drukkrachten
 Scheiden -- > glijlaag

Bindweefsel kan zich in het algemeen aanpassen naar de gevraagde functie maar dit is in
beperkte mate mogelijk.
Wanneer een pees erg actief is wordt er meer collageen bindweefsel aangemaakt en wanneer
de spieren minder actief zijn door bv ziekenhuisopname neemt de hoeveelheid bindweefsel af
en wordt dik zwakker.

Bindweefselcellen zijn er in 2 verschillende vormen:
 Fibroblasten = is een jonge cel dus heel erg actief. Maken tussencelstof (matrix).
Hebben veel celorganellen.
 Fibrocyt = is een volwassen cel en dus inactief, hebben weinig celorganellen.
Dit zijn bindweefselvormende cellen waarbij de fibroblasten al het werk doen.
4

, Matrix bestaat uit:
 grondsubstantie = proteoglycanen (eiwit + koolhydraten) en water
 Vezels --> kunnen collagene vezels (bv in pezen) zijn of elastine (elastisch, bv in huid,
oorschelp en arteriën).

Een fibroblast is hetzelfde als alle andere cellen met een celkern, mitochondriën,
endoplasmatisch reticulum ens…..
Een fibroblast bepaald zelf de samenstelling van bindweefsel naar behoefte, bv in een arterie
een klein beetje collageen en veel elastine.




Collageen bindweefsel
 Collageen heeft onbelast een golfachtige opbouw, de vezels kunnen maximaal 5%
verlengt worden maar zijn wel erg sterk.
 Bij belasting gaat collageen parallel ten opzichte van elkaar liggen.

Elastine
 Elastine heeft als functie vormherstel en kan ongeveer 150% uitrekken.
 Elastine ligt krisscross door elkaar heen en is hierdoor elastisch.
 Wanneer deze vezels ouder worden gaan deze verkalken wat lijdt tot afname van de
elasticiteit → rimpels. Ook in de arteriën waardoor bloeddruk hoger wordt.

Collagene vezels zijn positief geladen
Collageen bestaat uit meerdere strengen met waterstofbruggen, deze zorgen ervoor dat de
strengen bij elkaar blijven en in een bepaalde vorm -- > deze strengen gaan zich rangschikken
ten opzichten van elkaar op basis van ladingsverschil. hierdoor ontstaat een fibril.
-- > Deze rangschikking zorgt ervoor dat een fibril donkere lichte banen heeft. De cross-link
verbindingen binnen een fibril zorgen voor een grotere sterkte van de fibril. Dit komt door dat
cross-links een sterkere verbinding is dan waterstofbruggen, het duurt wel even voor deze
gevormd zijn.

Meerdere fibrillen vormen een vezel, meerdere vezels samen vormen een vezelbundel.




Een fibroblast maakt ook de matrixmoleculen: proteoglycanen en glycoproteïnen.
 Glycoproteïnen zijn koppelmoleculen: bestaan uit eiwit en koolhydraat gedeeltes,
5

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper denisedemooij. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,39  2x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd