Dit zijn de aantekeningen die ik aan de hand van de colleges van het vak Inleiding strafrecht heb gemaakt. Deze samenvatting is handig voor zowel rechten studenten als criminologie studenten.
Het strafrecht
• Strafrecht = een rechtsgebied naast burgerlijk recht, bestuursrecht, staatsrecht, Europees
recht, etc.
• Het is een zelfstandig rechtsgebied, dat nauw met andere rechtsgebieden is verbonden.
• Het strafrecht ‘houdt zich bezig met het bestraffen van personen die een strafbaar feit
hebben’ begaan (naar: Kronenberg en De Wilde).
Het ontleden van dit begrip:
- Bestraffen: welke sancties kent het strafrecht en wanneer en waarom mag worden
gestraft?
- Hoe kan het tot bestraffing komen en hoe vindt bestraffing plaats?
- Personen: wie kunnen worden bestraft?
- Strafbaar feit: wanneer is daarvan sprake?
Het strafrecht benadert
• Strafrecht kan op verschillende manieren worden bekeken.
• Vanuit criminologie:
- Perspectief van het slachtoffer en nabestaanden;
- Perspectief van de verdachte en dader;
- Perspectief van de overheid.
• Juristen herkennen deze perspectieven, maar stellen daarbij andere vragen.
Dit komt deels doordat juristen er op een normatieve manier ernaar kijken. Daardoor kijken
we vanuit het kader van de democratische rechtsstaat.
Kader: democratische rechtsstaat
• Bij het strafrecht moet je altijd kijken vanuit de democratische rechtsstaat
• Strafrecht bestaat in het verband van een democratische rechtsstaat.
- strafrecht democratisch gefundeerd;
- inzet van het strafrecht moet aan rechtsstatelijke eisen voldoen.
• Rechtsstatelijke eisen van het strafrecht zijn o.a.:
- eerbiedigen van grond- en mensenrechten;
- legaliteitsbeginsel.
Materieel strafrecht: deel van het strafrecht dat gaat over strafbare feiten en strafrechtelijke
aansprakelijkheid voor die feiten. Hoe omschrijf je iets juridisch
Formeel strafrecht: het strafprocesrecht; deel van het strafrecht dat gaat over opsporing, vervolging
en berechting van strafbare feiten.
Sanctierecht: recht betreffende strafrechtelijke sancties. De straffen en de tenuitvoerlegging van de
straffen.
Materieel strafrecht
• Kronenberg en De Wilde: ‘het materiële strafrecht bepaalt welk gedrag niet toegestaan is en
welke personen daarvoor kunnen worden bestraft.’
1
, • Materieel strafrecht gaat dus over:
- Het gaat over rechtspersonen (bijvoorbeeld studentenvereniging) en natuurlijke personen
- Personen. Wie kan strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld?
- Gedrag: welk gedrag is wel/niet strafbaar?
• Materieel strafrecht gaat ook over:
- Uitsluiting van strafrechtelijke aansprakelijkheid.
- Verruiming van strafrechtelijke aansprake-
lijkheid.
• Belangrijkste bron: het Wetboek van Strafrecht
Commuun strafrecht: strafrecht in het Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht: strafrecht buiten het Wetboek van Strafrecht
Artikel 1 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Legaliteitsbeginsel
‘Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.’
• De reden dat binnen het legaliteitsbeginsel zo belangrijk is binnen het strafrecht is omdat het
strafrecht zo’n grote impact heeft op personen.
• ‘geen feit’: strafbaar alleen feiten of gedragingen.
• ‘wettelijke strafbepaling’: eis van geschreven recht ( lex scripta).
• ‘wettelijke strafbepaling’: ook wet in niet-formele zin.
• Wettelijke strafbepaling moet zo toegankelijk en voorzienbaar mogelijk zijn omschreven ( lex
certa).
• ‘daaraan voorgegane’: verbod van terugwerkende kracht.
Legaliteitsbeginsel en de rechter
• Valt dit feit onder een bestaande strafbaarstelling
• Onduidelijkheid in concrete zaak, dan is het woord aan de rechter:
- Wetshistorische interpretatie.
Naar wetsgeschiedenis kijken. Wat de wetgever in die tijd met de gedragingen
strafbaar wilden stellen
- Grammaticale interpretatie.
De tekst van de wet. Wat staat er.
- Systematische interpretatie.
Valt dit onder het geheel of deel van de wettelijke regeling?
- Teleologische interpretatie.
Het doel achter de strafbaarstelling. : welk rechtsgoed wil de wetgever beschermen.
-> bij stelen; eigendom beschermen.
Formeel strafrecht
• ‘Dit deel van het strafrecht bepaalt welke regels moeten worden gevolgd wanneer een norm
van het materiële strafrecht (vermoedelijk) is overtreden’ (Kronenberg en De Wilde).
• materiele strafrecht bestaat pas bij de gratie van het formele strafrecht.
2
, Wanneer de rechter een mishandeling ziet kan hij niet zomaar straffen -> afhankelijk van
politie en OM, je hebt een procedure nodig voor het materiele strafrecht
• Een straf kan pas worden opgelegd wanneer de daarvoor geldende regels zijn gevolgd. Die
vinden we in het formele strafrecht.
• Geregeld in het Wetboek van Strafvordering
Het meerendeel in Wetboek van Strafvordering i.t.t. materieel strafrecht
Bestaat uit 6 boeken.
• Strafprocesrecht bestaat uit onder meer:
- Taakstellende normen: bepalen welke organen welke taken uitoefenen.
- Bevoegdheidsverlenende normen: bepalen welke organen welke bevoegdheden in
welke gevallen en op welke gronden en voor welke duur mogen uitoefenen.
Artikel 1 Wetboek van Strafvordering
‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.’
• Bij de wet voorzien: wet in formele zin!
• Strafvorderlijk legaliteitsbeginsel.
• Wettelijke grondslag nodig voor het inzetten van strafvorderlijke bevoegdheden.
• Wettelijke grondslag = wet in formele zin (Muilkorf-arrest).
HR bepaalt dat de gemeente geen strafrechtelijke vordering maken.
Type strafvordering (2 fases):
• Voorbereidend onderzoek: het onderzoek hetwelk aan de behandeling ter terechtzitting
vooraf gaat (art. 132 Sv).
met name door de politie -> het doen van onderzoek -> gericht om wel of niet naar de
volgende fase te komen.
• Onderzoek ter terechtzitting: behandeling van de zaak door de rechter.
OvJ; staande magistratuur
Procesdeelnemers
• Verdachte: redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit (art. 27 Sv).
• Raadsman/vrouw: advocaat (art. 37 Sv). Perspectief van verdachte aan de zaak brengen.
• Slachtoffer: als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit schade of nadeel ondervonden.
• Nabestaande: familieleden van een person wiens overlijden rechtstreeks veroorzaakt is door
een strafbaar feit (art. 51a Sv).
• Politie: taak daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde in ondergeschiktheid aan het
bevoegd gezag (art. 3 Politiewet 2012):
- optreden ter strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde is onder gezag van de
officier van justitie (art. 12 Politiewet 2012).
- Politie werkt onder het gezag van de OvJ
• Officier van justitie: lid van het Openbaar Ministerie.
3
, Het Openbaar Ministerie
Je hebt verschillende
parketten, die staan het
laagst. Daarnaast heb je
gespecialiseerde parketten,
deze vragen wat meer
specialiteit (v.b.
georganiseerde misdaad)
Parketten zijn van de
rechtbank. Ressortsparket
heeft 4 afdelingen en dat is
hoger dan de rechtbank.
College van procureurs-
generaal: leiden het
openbaar ministerie.
Rechters
Rechtbanken zijn onderveeld in arrondersimenten. Bovendien zijn rechtbanken ook nog
onderverdeeld in teams. (straf)
Na hoger beroep ga je naar het Gerechthof. Vervolgens kan je in cassatie naar de Hoge Raad -> gaat
over de rechtstoepassing
Sanctierecht
• Sanctierecht regelt welke strafrechtelijke sancties er zijn en ‘heeft betrekking op de
voorwaarden waaronder bepaalde [sancties] mogen worden opgelegd en ten uitvoer gelegd’
(Kronenberg en De Wilde).
• Sanctierecht vinden we in het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering en in
bijzondere wetten.
Strafrecht normeert
• Het strafrecht maakt duidelijk wat we wel/niet mogen doen.
• Heeft als belangrijk doel het voorkomen van eigenrichting. De staat grijpt in, niet de burger.
De burger die eigen rechter speelt kan zelf strafrechtelijk aansprakelijk zijn.
• De strafrechtelijke overheid is aan zijn eigen regels gebonden
Strafrecht genormeerd
• Wettelijke bepalingen stellen grenzen aan wat de strafrechtelijke overheid mag en niet mag.
• Maar niet alleen de wet stelt grenzen.
• Dat doen bijv. ook (inter)nationale mensenrechten:
- EVRM, IVBPR;
- Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie.
• Belangrijk is ook dat mensenrechten nader worden uitgewerkt:
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens;
- Hof van Justitie van de Europese Unie.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper js247. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.