,Inleiding tot het recht 5 – Burgerlijk recht
Burgerlijk recht = basis van de wetten
Momenteel wordt het BW bijgewerkt => twee burgerlijke wetboeken (oude BW & BW)
Drie grote delen:
Familierecht = alle recht m.b.t. persoonlijke & familiale rechten (vooral focussen op dit)
Zakenrecht = alle recht m.b.t. goederen (eigendomsrecht is basis)
Verbintenissenrecht = alle recht m.b.t. contracten (verkoopcontract, huurcontract …)
1 Rechtshandelingen
1.1 Rechtshandeling en rechtsfeit
Rechtshandeling = elke handeling die bewust gesteld wordt om rechtsgevolgen te bereiken
(doelbewust = daad stellen met een bedoeling)
Vb. aangaan van een contract
Vb. een huwelijk
Rechtsfeit = een eerder toevallige gebeurtenis, toestand of handeling waaraan
rechtsgevolgen gekoppeld zijn
Vb. geboorte => persoonlijkheidsrechten
Vb. leeftijd van 18 jaar bereiken => meerderjarig en juridisch volledig
handelingsbekwaam
Vb. als je iemand anders schade berokkent (verkeersongeval, lekkende waterleiding
…)
Beide hebben rechtsgevolgen (nl. wijzigen van subjectieve rechten), maar verschillen in wijze
van ontstaan
Het onderscheid tussen rechtshandelingen & rechtsfeiten is van belang voor bewijs:
Aantonen dat rechtsfeit heeft plaatsgevonden = alle mogelijke middelen gebruiken
(aanrijdingsformulier, foto’s, getuigen, e-mails …)
Aantonen dat rechtshandeling heeft plaatsgevonden = enkel gebruikmaken van
bewijsmiddelen voor zover die in de wet voorzien zijn
In burgerlijk recht = voorkeur aan geschreven bewijs, uitzonderlijk kunnen
vermoedens of getuigen worden ingeroepen
2
,1.2 Geldigheid van rechtshandelingen
Er moet een aantal voorwaarden aanwezig zijn om effectief een rechtshandeling tot stand te
laten komen, bestaansvoorwaarden:
Wilsuiting
Voorwerp
Oorzaak
Bekwaamheid
Dwingend recht
1.2.1 Wilsuiting
= rechtshandeling steunt op één of meer uitingen van werkelijk wil om rechtsgevolgen tot
stand te brengen, het moet een vrije, bewuste & ernstige wil van een normale mens zijn
Geesteszieken, zwaar mentaal gehandicapten, dronken personen … = geen
volwaardige rechtshandelingen stellen
Wilsgebreken: psyschisch of fysiek geweld (dwang), opzettelijke misleiding (bedrog),
onopzettelijke misleiding (dwaling)
1.2.1.1 Dwaling
= een verkeerde voorstelling van zaken, onderscheid ts. dwaling omtrent zelfstandigheid en
omtrent de persoon
Zelfstandigheid van de zaak: elk kenmerk dat de betrokken partij op het ogenblik van
het sluiten van de overeenkomst als essentieel beschouwde
Vb. je denkt een nieuwe wagen te kopen en het blijkt een tweedehandswagen
Persoon: als het gaat om een rechtshandeling waarbij de identiteit van de betrokken
persoon van belang is
Vb. door naamsverwarring komt een zaak in handen van een verkeerde advocaat
Dwaling moet doorslaggevend zijn (niet louter betrekking hebben op bijkomstigheden)
Vb. iemand meent ten onrechte dat bij de aankoop van zijn wagen een autoradio
inbegrepen was
Dwaling moet verschoonbaar zijn (voldoende inlichtingen & voorzorgen nemen)
Vb. je koopt een huis en pas achteraf stel je vast dat er geen tuin bij is
3
, 1.2.1.2 Bedrog
= opzettelijk gecreëerde dwaling, degene die bedrog pleegt probeert de ander te laten
geloven in een niet-bestaand feit of probeert een bestaand feit voor de ander te verbergen
Het moet een doorslaggevend zijn
Vb. je bestelt een auto, die komt toe in een ander soort blauw dan je dacht = niet
doorslaggevend
Vb. autogarage laat de km teller tijdens een verkoopovereenkomst niet invullen en
probeert zo een auto met 10 000 km te verkopen voor een nieuwe = wel
doorslaggevend
Men moet bewijzen dat iemand men bedrogen heeft (bedrogen partij de
rechtshandeling niet had gesteld zonder het bedrog van de andere partij = hoofdbedrog)
Bedrog moet uitgaan van contractspartij (rechtstreeks of onrechtstreeks bij
rechtshandeling betrokken) (niet het geval? = rechtshandeling kan worden vernietigd op
grond van dwaling)
Het bedrog moet kwaadaardig zijn, verkoops- en reclametechnieken gelden niet
1.2.1.3 Geweld
= kan van fysieke of van morele aard zijn, dus reëel uitgevoerd geweld maar ook de
bedreiging met aanzienlijk kwaad t.a.v. betrokkene of naaste verwanten
Moet doorslaggevend zijn
Moet indruk maken op een redelijk mens
Onmiddelijke vrees voor aanzienlijk kwaad doen ontstaan
Moet onrechtmatig zijn (=ongeoorloofd)
Dreigen met gerechtelijke stappen is wél rechtmatig
1.2.2 Voorwerp
= het concrete rechtsgevolg dat de handelende partij(en) tot stand wil brengen,
rechtshandelingen zijn gericht op het teweegbrengen van rechtsgevolgen m.b.t. subjectieve
rechten (vb. de koop van een onbestaand huis)
Het voorwerp moet voldoende bepaald zijn, de verkoop van ‘een’ huis is geen
volwaardige rechtshandeling als niet nader bepaald is over welk huis het gaat
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zovandorpe. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.