100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Alle werkcolleges van het vak capita selecta belastingheffing particulieren €6,49   In winkelwagen

College aantekeningen

Alle werkcolleges van het vak capita selecta belastingheffing particulieren

1 beoordeling
 114 keer bekeken  16 keer verkocht

Alle werkcolleges van het vak capita selecta belastingheffing particulieren.

Voorbeeld 4 van de 61  pagina's

  • 4 januari 2022
  • 61
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • Gubbels, hoogeveen en poolen
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (7)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: sonace-c • 1 maand geleden

avatar-seller
moniekvandeven
Werkcollege Capita Selecta Belastingheffing Particulieren

Werkcollege 1: 2 september 2021 – Inleiding aanmerkelijk belang
De DGA wordt bevoordeeld  Verkapte winstuitdeling
Het gevolg is dat het belast is in box 2 en voor de BV niet aftrekbaar. Uitdeling/dividend belast bij de DGA voor 26,9%. Er
moet ook nog beoordeeld worden of het wel dividend is, want de DGA kan ook werknemer zijn dus het kan ook worden
aangemerkt als loon. Als het puur vanwege de aandeelhouderrelatie is, kwalificeren we het als dividend.

De BV wordt bevoordeeld  Informele kapitaalstorting
Het gevolg is dat de verkrijgingsprijs van de aandelen wordt verhoogd.

Hieraan ten grondslag ligt altijd de gedachte dat je de onzakelijke transacties eerst zakelijk moet maken. Als er een te lage
rente is afgesproken, gaan we voor de fiscaliteit uit van een zakelijke rente. We hebben dan een verschil met de zakelijke
rente en de onzakelijke rente, dit wordt gekwalificeerd als een uitdeling of een informele kapitaalstorting.

Opgave 1
Geef aan wanneer er sprake is van een zogenoemde verkapte of vermomde dividenduitdeling en wat de gevolgen daarvan
zijn. Geef tevens een aan de jurisprudentie ontleend voorbeeld waarin er sprake is van een verkapte uitdeling bij de
aandeelhouder/natuurlijk persoon.
Voorwaarden voor een verkapte winstuitdeling:
 De BV bevoordeelt de DGA (Vermogensverschuiving)
o De DGA moet bevoordeelt worden, en niet de werknemer: Hoge Raad 4 mei 1983, BNB 1983/233.
 Bewustheidvereisten
 Winst-(anticipatie)
o Voor een dividenduitkering is het cruciaal dat er winst is. Anders valt er niks uit te delen. De winst heeft
de HR opgerekt met een winst-anticipatie. Als er geen winst is maar er is wel een winstverwachting.

Gevolgen:
De DGA wordt bij een verkapte dividenduitkering rijker en de BV armer. De hoofdregel van
een verkapte dividenduitkering is dat een onzakelijke transactie de winst niet mag
beïnvloeden. Er moet dus altijd een correctie gemaakt worden naar een zakelijke
transactie, deze zakelijke transactie geldt voor zowel de inkomstenbelasting als de
vennootschapsbelasting. Dit verschil zit hem in de winstuitdeling. Bij een verkapte
winstuitdeling is de DGA belast in box 2 en is de uitdeling bij de BV niet aftrekbaar.

Jurisprudentie:
Hoge Raad 4 mei 1983, BNB 1983/233: Een BV kende haar DGA rechten toe op een ouderdomspensioen welke te hoog
waren volgens de inspecteur. Volgens het Hof gaat de omstreden pensioentoezegging uit boven hetgeen naar
maatschappelijke opvattingen redelijk moet worden geacht. De HR oordeelt dat hier echter geen sprake is van een verkapte
winstuitdeling aangezien dit een bevoordeling is van de werknemer (en niet van de DGA).
 Het ging hier om een ouderdomspensioen. De BV kende een te hoog pensioen toe, aldus een hoger pensioen
dan in onafhankelijke relaties het geval zou zijn. Dit arrest maakt goed duidelijk dat er een bevoordeling kan
plaatsvinden in de aandeelhouderssfeer of de werknemerssfeer.

Zweedse Grootmoederarrest BNB 1978/252: Een grootmoeder verstrekte hierbij een lening aan haar kleindochter zonder
rente. De kleindochter wilde op basis van het ‘at arms length’ principe toch rentekosten in aftrek brengen. De rechtsregel die
hieruit voortvloeit is dat het verstrekken van een renteloze lening door een moedermaatschappij aan een
dochtermaatschappij niet tot de winstsfeer behoort, indien de voorwaarden van de lening hun oorzaak vinden in de
bedrijfsuitoefening van de moeder maar in vennootschappelijke betrekkingen (aandeelhouderssfeer). Er is dan dus sprake
van een informele kapitaalstorting.
 Als de BV een renteloze lening verstrekt aan de DGA is dit onzakelijk en doe je dit als hoedanigheid van
aandeelhouder. Sommige leningen worden ook aan werknemers worden verstrekt, je moet dan weer de afweging
maken of het genoten is in hoedanigheid van werknemer of aandeelhouder. Als het genoten is in de hoedanigheid
van aandeelhouder is er sprake van een verkapte dividenduitkering.

Hoge Raad 7 januari 1970, BNB 1970/62: Moedermaatschappij leent van een dochtermaatschappij geld en vergoedt
hierover geen rente. De dochter verschaft aan moeder een voordeel (namelijk de zakelijke rente). Beide partijen waren zich
bewust van deze bevoordeling, waardoor de bevoordeling een (verkapte) winstuitdeling vormt voor de dochter.




Master Fiscaal Recht
Semester 1

,Werkcollege Capita Selecta Belastingheffing Particulieren

Casus:
Adam besluit op kosten van de zaak een auto voor privédoeleinden te kopen. De koopprijs van de auto bedraagt € 25.000.
Wat zijn de fiscale gevolgen voor beiden partijen?
De DGA wordt bevoordeeld  Verkapte winstuitdeling
Het gevolg is dat het belast is in box 2 en voor de BV niet aftrekbaar.

Super BV ziet er financieel gezond uit. Martijn heeft 50% van de aandelen en Martijn heeft een relatie met Marieke. Martijn
en Marieke willen een woning kopen maar ze hebben onvoldoende financiële middelen. Martijn besluit om uit Super BV een
bedrag van € 100.00 te lenen zonder daarbij een rentebedrag in rekening te brengen. Deze lening heeft daarnaast ook geen
aflossingstermijn. Wat zijn de fiscale gevolgen?
De hoofdsom is geen dividenduitkering, het is echt de onzakelijke rente die mogelijk een dividenduitkering kan zijn. Deze
renteloosheid moet je verzakelijken. Het verschil tussen wat er is betaald en de zakelijkheid is een winstuitdeling. Het
verzakelijken heeft ook nog andere gevolgen. De BV dient dan ook een zakelijke rente aan te geven voor de VPB. De
aandeelhouder gebruikt het geld voor de eigen woning, het voldoet echter niet aan de voorwaarden van de
eigenwoningschuld waardoor het valt onder box 3. De rente is hier aftrekbaar, niet de werkelijke rente maar de schuld wordt
in aanmerking genomen.

 Box 2 is van belang voor de uitdeling, maar voor het verzakelijken moet je kijken waarop de transactie betrekking heeft.

De Hoge Raad heeft bepaald dat er een bepaald evenwicht moet zijn. Als het bij de aandeelhouder niet belast is, is het bij de
BV ook niet aftrekbaar. In dit geval is het andersom. Het is hier namelijk bij de aandeelhouder niet aftrekbaar. De vraag is dan
of het ook gevolgen heeft voor de BV waardoor het niet belast is. Bij een evenwichtig systeem zou je dat wel vermoeden. De
verzakelijking blijft dan achterwege.

Guus krijgt een salaris van € 3.000 per maand, daarvoor verdiende hij € 5.000 per maand. Wat zijn de fiscale gevolgen
hiervan?
Er moet gekeken worden of het wordt voldaan aan het gebruikelijk loon op basis van art. 12a LB. Hierin staat een ondergrens,
maar het kan hoger zijn indien het gebruikelijk is. Dit is te laag. Is het dan per definitie een correctie? Nee, er is sprake van
een tegenbewijsregeling. Als het zakelijk is wordt je als nog gered maar de bewijsplicht ligt bij de belastingplichtige.
Het gevolg hiervan is dat de loonkosten aftrekbaar zijn bij de BV en belast bij de DGA als loon in box 1.
De BV wordt bevoordeeld waardoor er sprake is van een informele kapitaalstorting. Het verschil tussen het werkelijke loon en
het gebruikelijke loon is een informele kapitaalstorting. Deze informele kapitaalstorting verhoogt de verkrijgingsprijs van de
aandeelhouder.

De zoon van Guus, Tim, woont boven de zaak die eigendom is van de BV. Hij betaald geen huur voor het appartement.
De BV heeft ten onrechte geen huur in rekening gebracht. Dit is gebeurd uit aandeelhoudersmotieven. Het gevolg is dat er
geacht wordt dat er een zakelijke huur in rekening is gebracht. Fictief moet Tim huur betalen en moet de BV dit in
aanmerking nemen. We doen alsof de BV huur ontvangt, de huur is dan belast bij de BV met VPB. De zoon van de
aandeelhouder wordt bevoordeeld dus er kan ook nog een schenking spelen.

Mevrouw heeft alle aandelen in Garage BV. De zoon van mevrouw laat de auto gratis repareren bij Garage BV. De totale
kosten zijn € 5.000. Wat zijn de fiscale gevolgen?
De DGA bevoordeelt de zoon, er is dus een schenking via een natuurlijke persoon.
Schenking:
- Vrijgevigheid
- Bevoordelingsbedoeling -
- Verarming/verrijking  De BV wordt minder waard als er gratis klussen worden gedaan. Het vermogen van de
zoon is toegenomen omdat hij nu een auto rijdt.

Het zijn dus twee lossen verhalen:
Winstuitdeling en schenking. Er wordt dus getoetst aan de Successiewet en aan de Inkomstenbelasting. Deze verkapte
dividenduitkering wordt geschonken. De dividenduitkering bedraagt WEV en niet de kostprijs. Kostprijs is alleen voor
makkelijk vervangende goederen.
De moeder wordt dus belast voor de winstuitdeling (€ 10.000). De schenking wordt belast bij de zoon, want zijn vermogen
loopt toe (mogelijk € 5.500).




Master Fiscaal Recht
Semester 1

,Werkcollege Capita Selecta Belastingheffing Particulieren

Alexander is 100% aandeelhouder van een transportbedrijf, namelijk Vrachtwagen BV. Vrachtwagen BV heeft een aantal
busjes. De werkelijke waarde van de busjes is € 50.000 per busje. Alexander koopt het busje voor € 20.000.
Er is een winstuitdeling van € 30.000. Deze is belast in box 2 bij Alexander.
Stel dat Alexander geen aandelen heeft, maar dat hij alleen maar werknemer is.
Hij kan alleen bevoordeeld worden als werknemer.
Stel Alexander heeft goed gewerkt en mag een busje kopen voor € 20.000 terwijl het € 50.000 waard is. Hoe weet je dat het
wordt ontvangen door de aandeelhouderrelatie of door de werknemersrelatie.
Is het gebruikelijk dat werknemers op deze manier beloond worden? Nee, dit is niet een normaal beloningsinstrument tenzij
er in dat bedrijf meer werknemers zijn die een goedkoop busje hebben gekregen. Een renteloze lening of een lage lening ligt
veel moeilijker, want bij financiële instellingen krijg je vaak korting op een lening. Als werknemers het ook krijgen krijgt de
aandeelhouder het ook. Je moet constant de gebruikelijkheidstoets doen.


Opgave 2
Geef aan wanneer er sprake is van een informele kapitaalstorting en wat de gevolgen daarvan zijn in de relatie BV-DGA.
Geef tevens een aan de jurisprudentie ontleend voorbeeld waarin er sprake is van een informele kapitaalstorting door de
aandeelhouder/natuurlijk persoon in diens BV.
Voorwaarden:
 De DGA bevoordeelt de BV
o In de hoedanigheid van DGA
 De BV wordt bevoordeeld zonder een juridische storting op aandelen.
 Bewustheidvereisten
 Zowel in de vermogenssfeer als in de kostensfeer
o Vermogenssfeer: Pand voor een te lage prijs verkocht aan de aandeelhouder.
o Kostensfeer: De aandeelhouder hoeft geen rente te betalen op de door BV verstrekte geldlening.

Gevolgen:
De BV wordt bij een informele kapitaalstorting rijker en de DGA armer. Het gevolg is afhankelijk of er sprake is van
vermogenssfeer of kosten-batensfeer.
 Bij vermogenssfeer:
o De informele kapitaalstorting wordt bij de BV aangemerkt als een informele kapitaalstorting en de
gevolgen voor de DGA is afhankelijk van de box. In box 3 zijn er namelijk geen gevolgen en in box 2 mag
hij de informele kapitaalstorting niet aanmerken als verlies.
 Bij kosten-batensfeer:
o BNB 1986/295 en 296: De aftrekpost van de BV geld alleen als het voordeel ook belast is bij de DGA. Er
moet dus altijd een tegenovergestelde heffing plaatsvinden.
 Daarnaast verhoogt de informele kapitaalstorting de verkrijgingsprijs.

Jurisprudentie:
Hoge Raad 3 april 1957, BNB 1957/165: Een bevoordeling van de DGA aan de BV, anders dan door storting op aandelen, is
een informele kapitaalstorting. Een informele kapitaalstorting verhoogt de verkrijgingsprijs van de aandelen voor de
aandeelhouders.

Waarom verhogen we bij een informele kapitaalstorting de verkrijgingsprijs? Een normale storting verhoogt ook de
verkrijgingsprijs, dit omdat het niet bij de wist hoort. Als je zelf geld in de BV brengt is er geen reden om daarover te gaan
heffen. Je gaat alleen heffen over de meerwaarde/winst.


De BV moet gaan uitbreiden en heeft onvoldoende financiële middelen om uit te breiden. Truus besluit een lening aan de BV
te verstrekken voor € 1.000.000 zonder rente. Daarnaast betaald Truus de verbouwingskosten van € 100.000 uit eigen zak.
Truus is voor 50% aandeelhouder en Ans ook voor 50%.
Het kapitaal van de BV stijgt met € 100.000 waardoor haar verkrijgingsprijs stijgt met € 100.000. We spreken hier van een
informele kapitaalstorting omdat Truus de BV bevoordeelt, want de BV zou eigenlijk die kosten moeten betalen. Indirect
worden ook de andere aandeelhouders bevoordeelt

Truus doet een informele kapitaalstorting voor € 400.000. De BV stijgt dus direct in waarde voor € 400.000. Bij wie wordt de
verkrijgingsprijs dan verhoogt?
Alle aandelen stijgen in waarde waardoor de verkrijgingsprijs van zowel Truus en Ans omhoog gaat voor € 200.000 per
persoon. Truus heeft zich met € 400.000 verarmd. Het vermogen van Ans wat toeneemt met € 200.000 is een schenking.



Master Fiscaal Recht
Semester 1

, Werkcollege Capita Selecta Belastingheffing Particulieren

Thomas is DGA, hij is in dienst bij Klusjes BV. In de arbeidsovereenkomst staat dat hij een salaris voor € 40.000 ontvangt. De
inspecteur is van mening dat het bedrag gesteld moet worden op € 60.000 op grond van de gebruikelijkloonregeling. Stel dat
de inspecteur het aan het juiste eind heeft, wat zijn dan de fiscale gevolgen?
De DGA krijgt een loon van € 40.000 terwijl € 60.000 gebruikelijk is. Er is lager loon toegerekend dan gebruikelijk is. De BV
wordt hierdoor bevoordeeld. We spreken hierdoor van een informele kapitaalstorting. De € 60.000 zijn als loonkosten
aftrekbaar bij de BV en deze € 60.000 zijn belast bij de werknemer als loon. De € 20.000 is een informele kapitaalstorting. Dit
verhoogt de verkrijgingsprijs van de aandeelhouder.

Opgave 3
Pieter is directeur en enig aandeelhouder van Groen BV. Bij het vaststellen van de arbeidsbeloning wordt overeengekomen
dat Pieter, naast zijn reguliere salaris van € 100.000, renteloos een bedrag kan lenen van € 1.000.000 bij Groen BV. Pieter
zou bij de bank daarover een rente van 4% verschuldigd zijn.

a. Stel dat Pieter in diens hoedanigheid van aandeelhouder wordt bevoordeeld. Beschrijf dan zo volledig mogelijk de
gevolgen van de renteloze lening voor zowel Pieter als Groen BV.
Stap 1: Winstuitdeling
Er is sprake van een verkapte dividenduitkering. Het verschil tussen de betaalde rente ( €0) en de zakelijke rente
(4%) is een verkapte dividenduitkering. Ditgeen is belast bij de aandeelhouder in box 2 en niet aftrekbaar bij de BV.


Stap 2: Verzakelijken
Vervolgens ga je het zakelijk maken. Dit gaat over de renteopbrengsten. Er zijn geen renteopbrengsten want hij
betaald geen rente. Je doet dus alsof de BV een rente ontvangt van 4%, dit is een zakelijke rente. Deze zakelijke
rente is bij de BV belast. Voor de DGA is deze zakelijke rente belast in box 3.
b. Stel dat Pieter in diens hoedanigheid van werknemer wordt bevoordeeld. Beschrijf dan zo volledig mogelijk de
gevolgen van de renteloze lening voor zowel Pieter als Groen BV.
Het rentevoordeel is loon. Kom je hier aan de verzakelijking toe? Nee, want een bevoordeling van een werknemer
is zakelijk voor de BV. Dat doet hij om werknemers te binden. Je verzakelijkt alleen als je de DGA als
aandeelhouder bevoordeelt, ,hier wordt de werknemer bevoordeelt. Het probleem is dat de rentekosten niet
belast zouden zijn bij de BV, maar wel aftrekbaar. De HR heeft hier een uitspraak over gedaan.
BNB 2010/174: Het standpunt komt erop neer dat de winst niet wordt verhoogd met een zakelijke rente maar wel
wordt verlaagt met het rentevoordeel van de DGA. Tegenover de fiscale last staat geen fiscale baat. Het als
arbeidsvergoeding in aanmerking nemen van een rentevoordeel leidt ter halve per saldo niet tot een lagere winst,
daarom is het niet aftrekbaar voor de BV.
c. Onzakelijke elementen mogen de fiscale winst niet beïnvloeden. In hoeverre speelt dit leerstuk in de onder a en b
beschreven standpunten?
A: Onzakelijke elementen moeten worden geëlimineerd, dit heb je in de aandeelhoudersrelatie.
B: In de werknemersrelatie heb je geen onzakelijke elementen. Dit hoeft dus niet te worden verzakelijkt.

Opgave 4
Beschrijf zo volledig mogelijk de fiscale gevolgen voor alle betrokken personen van onderstaande transacties:

1. Houdster van DGA draagt aandelen in werk-BV ad € 1.500.000 over aan DGA zonder vergoeding
 De aandeelhouder wordt bevoordeeld voor € 1.500.000. De winstuitdeling valt in box 2 en is dus bij de
aandeelhouder belast, deze winstuitdeling is bij de BV niet aftrekbaar.
Winstuitdeling
Aan kostprijs deelneming
2. Idem maar u worden de aandelen om niet overgedragen aan zoon DGA
 Ook dit vindt zijn oorzaak in de aandeelhoudersrelatie. Eerst vindt hier een verkapte winstuitdeling
plaats aan de DGA die wordt bevoordeelt, en vervolgens schenkt de DGA dit voordeel aan zijn zoon.
Deze schenking is belast met schenkbelasting als wordt voldaan aan de vereisten van de successiewet.
We bevinden ons dus in de inkomstenbelasting voor de vader en de successiewet voor de zoon. Het is
namelijk verkapt dividend bij de DGA, dit is belast in box 2 en niet aftrekbaar voor de BV.
3. Idem maar nu worden de aandelen om niet overgedragen aan houdster van de zoon
 Wederom vindt dit zijn oorzaak in de aandeelhoudersrelatie. Eerst vindt hier een verkapte winstuitdeling
plaats aan de DGA die wordt bevoordeelt, dit is belast in box 2 en niet aftrekbaar van de winst bij de BV.
Vervolgens schenkt de DGA dit voordeel aan zijn zoon, die op zijn beurt een informele kapitaalstorting in
de houdstervennootschap doet. Dit verhoogt weer de verkrijgingsprijs.




Master Fiscaal Recht
Semester 1

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper moniekvandeven. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  16x  verkocht
  • (1)
  Kopen