Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 1
Het effect van speciaal muziekonderwijs op de executive functioning bij kinderen
Naam: LP
Studentnummer:
Cursus: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek (PB0412)
Examinator: dr. R. Pat El
Inleverdatum: 15-11-2021
,Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 2
Samenvatting
In dit verslag is het onderzoek naar het effect van muziekonderwijs omschreven.
Muziekonderwijs zou een rol spelen bij de ontwikkeling van het executief functioneren bij
kinderen. In eerdere onderzoeken werd al een verband aangetoond tussen muziek en
executief functioneren. Om deze reden is onderzoek gedaan naar de rol die muziekonderwijs
kan hebben op de leerprestaties van kinderen. De onderzoeksvraag luidde: “Bestaat er een
verschil in het effect tussen speciaal muziekonderwijs en regulier muziekonderwijs op de
ontwikkeling van executieve functies van kinderen en welk effect heeft de frequentie van
muziekonderwijs daarop?” Aan dit onderzoek deden 700 leerlingen uit groep 4 van 50
verschillende basisscholen mee waaruit een steekproef van 446 is getrokken (228 jongens
en 218 meisjes). Er is onderscheid gemaakt tussen regulier muziekonderwijs (verder in dit
verslag omschreven als RMO) en speciaal muziekonderwijs (verder in dit verslag
omschreven als SMO). Daarnaast werd gekeken naar de verschillende frequenties van
muziekonderwijs (laag, middel en hoog). Het onderzoek is gedaan aan de hand van een
repeated measure ANOVA. Uit de resultaten is gebeleken dat muziekonderwijs en
muziekfrequentie niet invloed hebben op het executief functioneren van kinderen maar dat
de interactie tussen deze beide variabelen wel een klein effect toont. Er kan geconcludeerd
worden dat SMO gegeven in hoge frequentie wel degelijk een effect heeft op het executief
functioneren van kinderen. Longitudinaal vervolgonderzoek waarbij de beide typen
muziekonderwijs gegeven worden door de reguliere docent kan de betrouwbaarheid van dit
onderzoek een mooie toevoeging bieden.
, Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 3
Het effect van speciaal muziekonderwijs op de executive functioning bij kinderen
Training in muziek speelt een rol bij de ontwikkeling van de executieve functies bij
kinderen (Jaschke, Honing, & Scherder, 2018; Joret, Germeys & Gidron, 2017; Roden,
Kreutz, & Bongard, 2012). Executieve functies hebben betrekking op een palet aan
vaardigheden (zoals plannen en zelfmonitoren), gedragingen en emoties (Diamond & Lee,
2011). Hoewel er nog veel discussie is over de precieze conceptuele definitie van dit begrip,
is er consensus over het belang van dit begrip voor het leren en de ontwikkeling van
kinderen, wat zich uit in een verbeterd cognitief en sociaal functioneren (Blair & Raver, 2015;
Diamond, 2016; Miyake et al., 2000).
Er zijn sterke aanwijzingen dat actieve participatie, zoals bewegen, vragen stellen en
actieve klassendiscussies de leerprestaties bevorderen doordat deze actieve participatie de
executieve functies verbeteren (Cavanaugh, Clemence, Teale, Rule, & Montgomery, 2017).
Dit heeft de afgelopen jaren geleid tot lesvormen waar leerlingen aangemoedigd worden om
meer te bewegen in plaats van stil te zitten, of om actiever bij de les betrokken te worden. Zo
is langzaam de vraag ontstaan in hoeverre muziekonderwijs in het bijzonder geschikt is om
de theorie te toetsen dat actieve participatie de executieve functies verbeteren. De
veronderstelling dat muziekonderwijs veelbelovend is voor de ontwikkeling van executief
functioneren is gebaseerd op het feit dat muziek verschillende relevante gebieden in het
brein activeert, inclusief de prefrontale cortex, die gelinkt is met executief functioneren
(Särkämö et al., 2014). Hoewel veelbelovend, is empirische ondersteuning voor een causaal
verband tussen muziek en executief functioneren nog zeer beperkt. Tevens zijn
generalisaties moeilijk te maken vanwege de grote diversiteit in de eerdere studies. Zo werd
muziektraining bijvoorbeeld geconceptualiseerd als instrumentele lessen (Joret et al., 2017),
vocale training (Bialystok & Depape, 2009), gestructureerd muziekonderwijs in school
(Jaschke et al., 2018) en als luisteren naar muziek (Moreno et al., 2011).
Voor zover bekend is bij studies naar muziektraining en onderwijs niet eerder een
interventie gedaan die plaatsvond in het reguliere schoolcurriculum. Een interventie die in het