Studievragen Tänssjö
Hoofdstuk 1.
1. Ethiek toepassen houdt in dat we morele principes toepassen in specifieke situaties. Dit
betekent, volgens Tännsjö: “The statement of the moral principle (1) and the account of the
relevant facts (2) shall render it possible to arrive at the practical conclusion (3)” Zo weten
we wat we moeten doen en waarom, legt hij uit. Vervolgens problematiseert Tännsjö deze
voorstelling van zaken. Waarom is moreel oordelen veel problematischer dan in de 1-2- 3-
voorstelling?
- Moreel oordelen is veel problematischer dan in de 1-2-3 voorstelling omdat het
aangeven wat wel een moreel principe is en wat niet kan leiden tot verschillende
antwoorden, het is niet volledig objectief. Ook is bepalen wat een relevant feit is en wat
geen relevant feit is heel lastig, dit kan voor iedereen verschillen. Een conclusie trekken
wordt hierdoor erg lastig en daarom is moreel oordelen in de praktijk veel
problematischer dan in de 1-2-3 voorstelling. Het staat er erg zwart-wit, terwijl dit
eigenlijk niet het geval is.
2. Wat is de reden dat Tännsjö aandacht besteedt aan “ethical relativism” in het inleidende
hoofdstuk?
- Hij wil dat het duidelijk is wat hiermee bedoeld wordt en hij wil het belang van ethisch
relativisme benadrukken door er bij stil te staan en voorbeelden te geven. Het is
belangrijk om te weten of moreel relativisme ethiek overbodig maakt, het is wel
belangrijk om te laten zien dat het nuttig is om ons bezig te houden met theorieën over
moreel relativisme en hoe deze beargumenteerd kunnen worden. Maar ook om te laten
zien dat we het niet heel serieus moeten nemen, moraal lijkt namelijk op een
persoonlijke voorkeur. De vraag is daarom of er nou wel een morele waarheid is, het is
goed om te beseffen dat dit voor iedereen verschillend kan zijn.
3. Wat is het verschil tussen normatieve ethiek en meta-ethiek?
- Normatieve ethiek heeft te maken met de vraag welk moreel beginsel waar en redelijk is.
Het gaat bij normatieve ethiek vooral om tot een antwoord op deze vraag te komen. De
normatieve ethiek denkt na over het moreel juiste, en geeft theorieën over hoe men juist
moet handelen terwijl de meta-ethiek zich bezighoudt met de vraag naar betekenis van
morele begrippen, de aard en de gronden van opvattigen.
4. Tännsjö beschrijft hoe we kennis krijgen over morele principes: “how do we gain knowledge,
or at least justified beliefs, about moral principles”?” Leg uit hoe het werkt aan de hand van
een eigen voorbeeld.
- Een vrouw wordt bijvoorbeeld bedreigd, omdat er een jongen vermoord is en zij heeft
gezien wie de dader was. De dader bedreigd de vrouw nu, omdat hij niet wil dat hij haar
verraad. De politie biedt aan haar in getuigenbescherming te nemen zodat ze niets hoeft
te vrezen van de dader en hem kan aangeven. De familie van de jongen is er kapot van,
dat ze niet weten wie hun zoon vermoord heeft. De vrouw vormt nu haar eigen morele
principes, gaat ze de familie helpen en zorgen dat de dader achter de tralies beland? Op
deze manier kan het van verdriet verscheurde gezin deze verschrikkelijkegebeurtenis
wellicht afsluiten en verwerken. Kiest ze voor zichzelf en zegt ze niets, of zullen haar
morele principes haar hiervan weerhouden en zal ze de familie (en de politie) helpen? Ze
weet dat ze liever wil helpen, maar heeft nog wel angst dus ze maakt een morele
afweging. Ze is aan het sparren met haar geweten.
, Hoofdstuk 2
1. Stel, je hebt een dochter die besloten heeft om vegetariër te worden (geen vlees, geen vis).
Je geeft als ouders toestemming en ondersteuning, op voorwaarde dat ze genoeg
compenserende dingen eet (noten etc.). Ze is een groot liefhebber van kroepoek en ze eet
het nog steeds geregeld. Ze weet niet dat kroepoek van garnalen gemaakt is en dat ze het
dus eigenlijk niet mag eten van zichzelf. Jij weet het als ouder wel, maar hebt het haar nooit
gezegd, omdat je het kroepoek eten goed voor haar vond (vanwege de ingrediënten). Je
partner wist het niet en kwam er onlangs achter; deze persoon wil het jullie dochter wel
vertellen. Wat doe je: je beleid van niet-vertellen handhaven of toch wel vertellen?
a) Leg uit aan de hand van de casus wat het verschil is tussen de perfectionistische visie, de
preferentialistische visie en de gewoon hedonistische visie op welzijn.
- De perfectionistische visie: hier gaat het erom wat het objectief welzijn is, de
betrokkene hoeft het niet zelf plezierig te vinden, maar jij vindt dat dit het beste voor de
persoon is. Hier zou hij dus goed gehandeld hebben, hij vindt dat het het beste is voor
zijn dochter om deze voedingsstoffen binnen te krijgen en handelt dus in het belang van
haar, ook al is dit niet wat ze zelf wenste. De preferentialistische visie: het gaat het om
wat de betrokkene wil, jij luistert naar de zelfgekozen ideëen van het welzijn van de
betrokkene. In dit geval zou hij dus moeten hebben gezegd dat er vis in zat, omdat zijn
dochter wenst dat ze vegetarisch eet. Hedonistische visie: hier gaat het om het
bevorderen van plezier en over dat leed tegengegaan moet worden. Het gaat om het
subjectief welzijn en wat goed of slecht voelt. In dit geval zou dus het gelukbevordert
kunnen worden door naar haar wens te luisteren, maar ook door ervoor te zorgen dat ze
de goede voedingsstoffen binnenkrijgt. Dit kun je dus van twee kanten belichten.
b) Leg uit hoe één-en-dezelfde beslissing in deze casus (vertellen of niet vertellen)
gerechtvaardigd of verklaard kan worden in termen van zowel de perfectionistische, als de
preferentialistische visie, als ook de hedonistische visie.
- Het wel vertellen:
Perfectionistisch: omdat de vader denkt dat het het beste voor het welzijn van zijn dochter is
dat zij vegetarisch kan zijn en dat zij hem moet blijven vertrouwen, vertelt hij aan haar dat er
vis in zit.
Preferentialistisch: zijn dochter wenst vegetarisch te zijn, dus heeft hij respect voor deze
keuze en dit draagt bij aan haar welzijn.
Hedonistisch: Voor het bevorderen van het geluk van zijn dochter is het van belang dat zij
haar doelen kan nastreven en dus vegetarisch kan eten. Dit voelt goed omdat zij dit wenst en
dit tot haar welbehagen bijdraagt.
2. Utilisme wordt wel als “too demanding” gezien. Waarom?
- Utilisme wordt als too demanding gezien omdat omdat het lastig is om te bepalen van
wie het welzijn meeweegt en wat bevorderlijk is voor dat welzijn. Ook is het lastig om te
berekenen en vergelijken van het verschillend welzijn van verschillende mensen. Dit is
eigenlijk niet te doen en dus te veeleisend.
3. Utilisme wordt wel als “too permissive” gezien. Waarom?
- Het wordt als te toegeeflijk gezien omdat het utilisme een versie is van het idee dat het
doeleinde de middelen rechtvaardigt. Maar dit doel moet wel een goed doel zijn, anders
kan bijvoorbeeld wat er in de concentratiekampen gebeurde ook als rechtvaardig
beschouwd worden, wat uiteraard niet het geval is.
4. Hoewel in het utilisme het welzijn van iedereen even zwaar telt, staat utilisme toch op
gespannen voet met gelijkheid. Waardoor komt dat?