Deze samenvatting van veertig pagina's gaat in op de onderwerpen die in hoofdstuk 1 t/m hoofdstuk 6 van het boek Het palet van de psychologie van Jakop Rigter besproken worden.
Hoofdstuk 1 – Psychologie: een palet vol theorieën
1.2 Wat is psychologie?
Door interne en externe onduidelijkheden is er niet een goede betekenis aan ‘psychologie’ te geven.
Iedere agoog heeft een andere aanpak.
Definitie psychologie van dit boek: ‘Psychologie is een wetenschap waarbij zowel het gedrag van
mensen wordt bestudeerd als de gevoelens en gedachten die mensen hebben bij het ervaren van
hun gedrag en de omstandigheden waarin dat plaatsvindt’.
Verschil psychologie met andere wetenschappen: de beschrijving en verklaring van het object
(studieonderwerp) vindt vooral plaats op individueel niveau. In sociologie wordt meer gekeken naar
maatschappelijke of groepsverbanden. En in de biologische of medische wetenschappen meer naar
de biologische bepaaldheid van gedrag.
Psychologen kijken meer naar beleving en waardering van gedrag, zowel voor de persoon zelf als
voor zijn directe omgeving.
Een wetenschap kan getypeerd worden door:
a. De soorten vragen en problemen (het object)
b. De methoden en theorieën
c. Het maatschappelijk draagvlak van een wetenschap (is af te leiden uit hoe sterk persoonlijke
theorieën gekleurd worden door wetenschappelijke kennis)
Gepsychologiseerde wereld (ibidem): de manier waarop de doorsneeburger maatschappelijke
verschijnselen ervaart mede bepaald door psychologische theorieën.
1.3 Theorieën
Theorieën zijn te typeren als referentiekaders van waaruit psychologen te werk gaan. Ze bieden
interpretaties waarmee verschijnselen bekeken en verhelderd worden. Theorieën kunnen komen en
gaan.
Functies van wetenschappelijke theorieën:
1. Systematiserende- of ordende functie
1e stap is systematische weergave van wat er wordt waargenomen. De procedures van
verwerving moeten duidelijk en controleerbaar zijn. Ze moeten herhaalbaar (repliceerbaar)
zijn: wat in het ene onderzoek wordt aangetroffen, moet in een ander onderzoek opnieuw
aangetroffen worden.
Waarneming van wetenschappers is ‘theoriegeladen’: hun referentiekader bepaalt wat ze
zien, waar ze de nadruk op leggen en wat ze verwaarlozen.
2. Verklarende en voorspellende functie
Resultaten kunnen verklaard worden door aan te geven dat ze in specifieke omstandigheden
bereikt worden. Vanuit de verklaring kan voorspeld worden.
3. Heuristische functie
Op grond van het inzicht dat de theorie heeft opgeleverd kunnen nieuwe voorspellingen
gedaan worden.
1.4 Kenmerken van psychologische stromingen
1.4.1 Geschiedenis van theoretische stromingen
Historische ontwikkelingen
Start van wetenschappelijke psychologie ongeveer 130 jaar geleden. Filosofische theorieën waaruit
zij voortkwamen zijn nog veel ouder tot de ‘oude Grieken’.
1889: Eerste Internationale Congres voor de Psychologie – men geloofde dat psychologie de
mens zou helpen bij het vinden van zijn bestemming. Binnen psychologie ontstonden al snel
stromingen. Daarnaast ontstond schoolvorming, te vergelijken met politieke partijen: ze bestreden
,elkaar, vonden andere bevindingen irrelevant of gevaarlijk en sloten zich af door eigen taalgebruik.
Deze periode is nu grotendeels achter de rug. Dit is te zien aan het gegeven dat binnen de scholen
weer verschillende accenten gelegd worden. Vrijheid binnen de scholen en samenwerking tussen
scholen.
Cultuurhistorische bepaaldheid
Psychologische stromingen zijn een product van de tijd.
Op elkaar reageren
Als bestaande theorieën een belangrijk maatschappelijk probleem verwaarlozen, wordt er dikwijls een
nieuwe theorie opgericht die zich juist daarmee gaat bezighouden. Denk bijv. aan behaviorisme die
cognitieve eigenschappen van mensen verwaarloosde. Gevolg: opkomst cognitieve psychologie.
Slingerbeweging
Denk bijv. aan dat er veel directieve theorieën waren en dat Rogers kwam met non-directieve theorie.
Gebruikmaken van elkaar
Theorieën nemen elkaars standpunten over, waarbij deze naar eigen inzicht worden aangepast. Denk
aan samengaan van behavioristische en cognitieve opvattingen binnen de gedragstherapie.
Samenwerking is historisch en cultureel bepaald.
Nadruk op effectiviteit
Er is minder nadruk op de theoretische uitgangspunten en meer op praktisch nut.
1.4.2 Mensbeelden bij theoretische stromingen
De opvattingen over wat typisch menselijk is zijn historisch, cultureel en religieus bepaald.
Aspecten van mensbeeld:
1. Een beschrijving van de kenmerkende eigenschappen (de bodem van het menselijk bestaan)
gaat o.a. over het verschil tussen mensen en dieren en tussen kinderen en volwassenen
2. Een verwijzing hoe mensen behoren te zijn (het zogenaamde doelbeeld) is meer een
morele visie waarin centraal staat hoe een mens zich hoort te gedragen
In het Westen:
Tijdens middeleeuwen: religieuze centraal
Tijdens renaissance: aandacht voor de individuele verantwoordelijkheid (werd versterkt door de
splitsing van kerken – katholieken versus protestanten).
1.5 Indelingen van theoretische stromingen
1.5.1 Mensbeelden in de psychologie
3 niveaus van menselijk gedrag:
1. Mechanisme (minst complex)
2. Organisme
3. Persoon (meest complex)
Alle drie niveaus aanwezig in menselijk gedrag. Persoonlijke bevat mechanische en organische, maar
organische en mechanische bevatten niet persoonlijke.
Het mechanistische mensbeeld
Mens is samengesteld uit afzonderlijke delen. Onderdelen bewaren hun afzonderlijke eigenschappen.
Mensen worden beschreven als mechanieken die door externe krachten worden voortbewogen.
Deze visie houdt in dat delen van mensen zelfstandig bestudeerd kunnen worden. Dit betekent ook
dat mensen bestudeerd kunnen worden los van de sociale of materiële omgeving waarin ze
functioneren. Denk aan behaviorisme. Ook onderdelen uit de biologische en cognitieve psychologie
passen in dit mensbeeld.
Implicaties mechanische mensbeeld:
1. Geen principieel onderscheid tussen dier en mens.
2. Het verklaringsmodel is lineair causaal.
, Er wordt een oorzaak voor gedrag gezocht (causaal) en het verband tussen oorzaak en
gedrag is rechtlijnig (lineair). A veroorzaakt B. Bijv. ‘Er zit een draadje bij jou los’.
3. Er wordt van uitgegaan dat als alle onderdelen bekend zijn, we het geheel kennen.
4. Mensen en onderdelen van mensen kunnen zelfstandig bestudeerd worden zonder
daarbij rekening te houden met de omgeving waarin zij verkeren.
Het organische mensbeeld
Mensen zijn groeiende organismen, als één geheel. Er vindt geen opdeling plaats.
Interne dynamiek: de onderdelen beïnvloeden elkaar en zijn niet los van elkaar te zien.
Externe dynamiek: het organisme staat in wisselwerking met zijn omgeving.
Organische opvattingen vooral terug te vinden bij: gezinsinteractiesysteem en de
omgevingspsychologie. Maar maakt ook onderdeel uit van cognitieve en biologische psychologie.
Implicaties organisch mensbeeld:
1. Er worden vergelijkingen getrokken tussen mensen en dieren. Verschil: mensen hebben
een sociale of culturele omgeving, dit ontbreekt bij dieren.
2. Circulair causaal
Er is sprake van een wisselwerking: A veroorzaakt mede B en B veroorzaakt mede A. Bijv.
kind is ongehoorzaam, ouders worden boos, kind nog ongehoorzamer, ouders nog bozer.
3. Geheel is meer dan de som der delen
4. Mensen zijn niet los van hun omgeving te bestuderen
Het personalistische mensbeeld
Unieke karakter van mensen binnen de levende natuur wordt benadrukt. Mensen leiden niet alleen
een biologisch maar ook een cultureel leven. Ze scheppen zelf ook cultuur. Mens verleent zin of
betekenis aan de wereld. Mens staat niet alleen in wisselwerking met omgeving maar geeft ook vorm
aan omgeving.
Mensbeeld terug te vinden in sommige vormen van psychoanalyse, maar vooral in het humanistische
denken.
Implicaties personalistische mensbeeld:
1. Mensen moeten als mens bestudeerd worden.
2. Mensen moeten als één geheel bestudeerd worden.
3. Mensen handelen doelgericht, hun gedrag heeft ‘zin’ en juist die zingeving moet
bestudeerd worden. Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun gedrag.
Methoden in de psychologie
Benaderingen in kennisverwerving:
1. Eerste benadering
De objectiviteit en controleerbaarheid van de kennisverwerving wordt centraal gesteld.
Correspondeert vooral met het mechanistische en soms het organistische mensbeeld.
Objectiviteit, reductionisme en verklaren
Kennis moet verkregen worden door objectieve verbanden aan te tonen en door algemeen
geldende wetten te formuleren. Deze benadering wordt toegepast op observeerbaar gedrag.
Gedachten van mensen zijn subjectief en daarom niet geschikt voor wetenschappelijke
studie. Deze benadering wordt ook wel de ‘harde’ kant van de psychologie genoemd: vooral
harde cijfers en verbanden. Vragenlijst is met deze methode verbonden. Bekend binnen
behaviorisme het bewijzen van effectiviteit van hulpverlenings- en opvoedingsmethoden past
hierin.
2. Tweede benadering – ‘Verstehende’ methode
Subjectiviteit, complexiteit en verstehen (begrijpen)
Benadering waaruit mens als compleet geheel wordt gezien. Iemand die deze methode
hanteert kruipt in de huid van een uniek persoon om te proberen te begrijpen wat hem
motiveert of emotioneert. Dit wordt wel de ‘zachte’ kan van de psychologie genoemd. Vooral
binnen psychotherapie en binnen algemeen hulpverlening wordt deze methode toegepast.
, Methode die uitgaat van ‘theoriegeladen’ waarneming in de hulpverlening wordt hermeneutisch
genoemd. Niet zozeer het waarnemen maar het interpreteren wordt centraal gesteld. Dit interpreteren
geschiedt vanuit eerder opgedane kennis. Methode niet zo zeer op zoek naar wetten maar meer naar
wat gebeurtenissen, situaties, etc. betekenen voor mensen. Sluit aan op personalistische mensbeeld.
Toepassen is het gebruikmaken van de verschillende methodieken die deze stromingen hebben
opgeleverd. Argumenten voor dit standpunt:
1. Pragmatische argument
Stringent vasthouden aan één zienswijze, los van de resultaten die het oplevert, leidt tot
blikvernauwing. De enige manier om ‘blinde vlekken’ te voorkomen is het besef dat elke
stroming een deel van de werkelijkheid benadrukt en een ander deel bewust ‘tussen haakjes’
zet.
2. Argument dat voortkomt uit hersenonderzoek
Lagen in hersenen:
Laag 1 – ‘reptielenbrein’ – hier worden vooral de automatismen van ons gedrag
geregeld, zoals instincten, reflexen en ander ‘vanzelfsprekend’ gedrag als slapen en
ademhalen.
Laag 2: limbische systeem dat onder meer emoties regelt. ‘zoogdierenbrein’.
Laag 3: de nieuwe hersenschors (neocortex – buitenste laag) – ‘mensenbrein’:
typisch menselijke mogelijkheden worden hier geregeld zoals taal, denken,
persoonlijkheid en levensbeschouwingen.
Gedrag van mensen wordt door verschillende hersenlagen bestuurd en elke laag vraagt om
een eigen benadering. Ten tweede impliceert dit model dat het functioneren van de ‘bovenste’
laag afhankelijk is van de lagen eronder.
1.5.2 De algemene systeemtheorie
Deze theorie biedt overkoepelend kader waarbinnen zowel verschillende wetenschappen als de
uiteenlopende inzichten uit al deze wetenschappen hun plaats krijgen.
AST is een metatheorie: een theorie over theorieën.
Uitgangspunten:
1. Hiërarchische niveaus (toenemende complexiteit van onder naar boven)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evaschouten2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.