Samenvatting AFP F5 (Psychiatrie)
Inhoud
Les 1 - Informatie verzamelen psychiatrisch onderzoek, Het bio psychosociaal model en
ontwikkelingspsychologie...................................................................................................................2
Les 2 - Behandelvormen en farmacotherapie Eetstoornissen en kind en jeugdpsychiatrie.............14
Les 3 - Stress, Trauma, dissociatieve en hechtingsproblematiek. Angst en OCD..............................29
Les 4 - Psychotische stoornissen en stemmingsstoornissen.............................................................34
Les 5 – Verstandelijke beperking en psychiatrie, Autisme spectrum stoornissen en ADHD.............39
Les 6 – Ouderenpsychiatrie & Verslaving.........................................................................................45
Les 7 – Suïcidaliteit en Persoonlijkheidsstoornissen.........................................................................49
Les 8 – Forensische psychiatrie, Psychiatrie en recht.......................................................................55
Les 1 - Informatie verzamelen psychiatrisch onderzoek, Het bio psychosociaal model en
ontwikkelingspsychologie...................................................................................................................2
Les 2 - Behandelvormen en farmacotherapie Eetstoornissen en kind en jeugdpsychiatrie.............13
Les 3 - Stress, Trauma, dissociatieve en hechtingsproblematiek. Angst en OCD..............................29
Les 4 - Psychotische stoornissen en stemmingsstoornissen.............................................................33
Les 5 – Verstandelijke beperking en psychiatrie, Autisme spectrum stoornissen en ADHD.............39
Les 6 – Ouderenpsychiatrie & Verslaving.........................................................................................45
Les 7 – Suïcidaliteit en Persoonlijkheidsstoornissen.........................................................................48
Les 8 – Forensische psychiatrie, Psychiatrie en recht.......................................................................54
,Les 1 - Informatie verzamelen psychiatrisch onderzoek, Het bio
psychosociaal model en ontwikkelingspsychologie.
Inleiding;
Depressie, verslaving, angstklachten etc zijn de laatste 50 jaar steeds meer in beeld. Als verpleegkundige
ontmoet je patiënten in het algemeen ziekenhuis, thuiszorg, GGZ met allerlei psychische klachten. En op welke
manier kun je als verpleegkundige die klachten bevragen van patiënten, hoe kun je het psychisch functioneren?
Diagnostiek, psychiatrisch onderzoek en triage zijn belangrijke begrippen hierbij. Voor diagnostiek staan we stil
bij de DSM V, het classificatiesysteem in de GGZ en wat je hiermee kunt als verpleegkundige. Psychiatrisch
onderzoek is een methode om beter en gerichter het psychisch functioneren van een patiënt te beschrijven.
Hierdoor krijg je beter inzicht in de klachten van een patiënt waardoor je beter weet welke hulp een patiënt
nodig heeft. Triage gaat over het bepalen van de urgentie bij een hulpvraag. Je gaat kijken naar de ernst van de
klacht, wat prioriteit heeft en hoeveel tijd de zorg rondom deze vraag kost. Tenslotte ga je het psychisch
functioneren bekijken vanuit twee modellen, het ‘bio-psychosociaal’ model en het ‘draaglast-draagkracht’
model (Fontys opleiding, 2021).
Leerdoelen:
1. heeft kennis van de algemene psychiatrie zoals staat beschreven
in Clijsen e.a hoofdstuk 1 & 2 van leerboek psychiatrie (Koenen & Van Piere, 2015) en
kan ervaringen, voorkennis benoemen over psychiatrie binnen de werk-les.
Voordat de jaartelling bestond was er al sprake van de verpleegkundige beroepsuitoefening. Enkel
werd er pas door Florence Nightingale in 1859 voor het eerst opgeschreven wat verplegen nu
eigenlijk inhield. Zo schreef hij; ‘’Medicine, so far as we know, assist nature to remove the
obstruction, but does nothing more. And what nursing has to do is to put the patient in the best
condition for nature to act upon him’’.
Pas in 1892 werd het eerste examen van de opleiding tot krankzinnigenverpleging afgelegd door de
Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. Voor 1892 weder psychische gestoorde en mensen met
een somatische aandoening ondergebracht in gast- en dolhuizen (die ook voor ouderen, wezen en
armen bedoeld waren). Stap voor stap komen er steeds meer nieuwe manieren van behandelen, dit
vraagt echter wel om meer deskundigheid en professionals.
Na WO2 heeft verpleegkunde zich verder ontwikkeld tot een zelfstandig georiënteerde discipline. Na
1950 veranderde de inkijk op de behandeling van psychiatrische aandoeningen. Er werden
inrichtingen geopend en er kan meer aandacht in de maatschappij. De opvolgers van Nightingale zijn
Hildegard Peplau en Virginia Henderson met een nieuwe visie van verplegen. Vanuit deze
visievorming zijn verschillende modellen ontwikkeld zoals het Neuman System Model (1995). Ook is
in deze periode het Biopsychosociaal model bedacht, vanuit holistisch denken (door George Engel,
1913-1999). Het biopsychosociaal model heeft dam ook aandacht voor de biomedische,
psychologische en sociale factoren die van invloed zijn op de ziekte en het herstel (patiënt=cliënt)
2
,In 1980 beschreef het American Nures Association verplegen als; ‘’ Diagnosis and treatment of
human respons to actual or potential health problems’’. Dit werd in het Nederlands vertaald door de
Nationale Raad voor de Volksgezondheid; ‘’beroepsmatig verplegen is het herkennen, analyseren,
alsmede advies en bijstand verlenen ten aanzien van feitelijke of dreigende gevolgen van lichamelijke
en of geestelijke ziekteprocessen, handicaps, ontwikkelingsstoornissen en hun behandeling voor
fundamentele levensverrichtingen van het individu. (1988).
Uiteindelijk werd het beroepsprofiel verpleegkundige erkend als beroep in de nieuwe wet Beroepen
Individuele Gezondheidszorg (BIG). Het beroep ontwikkelde steeds verder tot een zelfstandige
discipline met eigen kennis en deskundigheid.
De GGZ ziet er in 2019 heel ander uit. Dit komt mede door de bezuinigingsoverwegingen in 2013-
2014. Het doel hiervan is door vertegenwoordigers, patiënten, familieorganisaties,
beroepsverenigingen, zorgverzekeraars en de overheid de zorg doeltreffender, betaalbaarder en
dichterbij de patiënt georganiseerd moet worden. In 2008 zijn er praktijkondersteuners
huisartsenzorg ggz ontstaan (POZ-GGZ) om personen met lichte psychische klachten te kunnen
ondersteunen met een kort, laagfrequente contact. Sinds 1 januari 2014 bestaat de keten van de
GGZ uit drie dringen; 1 de huisartsen zorg waaronder de POZ-GGZ. 2, de generalistische basis-GGZ en
de 3de gespecialiseerde GGZ. In 2016 is hier Top-GGZ aan toegevoegd.
Ernst psychische klachten Echelon
Lichte psychische klachten Via huisartsenprakrijk en POZ-
GGZ
Lichte tot ernstige psychische Via generalistische basis-GGZ
klachten
Complexe ernstige Verwijzing naar een
psychiatrische stoornis gespecialiseerde GGZ
Afhankelijk van de zorgvraag wordt er voldoende, maar niet meer als nodig aangeboden. De huisarts
is de poortwachter voor de eerste 3 echelons. Voor opschalen of afschalen in altijd een verwijzing
nodig van de huisarts.
De invoering van de Wet Maatschappelijke ondersteuning in 2015 heeft veel invloed op het sociale
domein. De verantwoordelijkheid voor patiënten die aanspraak maakte op de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) is verplaatst van een zorgkantoor naar de gemeenten. De gemeente
regelt nu een indicatiesteling en hebben nu budgetten om langdurige woonvoorziening en
dagbesteding. Ook is de gemeente ne verantwoordelijk voor de regie over wie welke zorg mag
leveren aan kinderen en jongeren tot 18 jaar (max tot 23 jaar). Het doel van de WMO is
burgerparticipatie te verhogen.
Mensen met een psychiatrische aandoening kunnen ondersteuning krijgen vanuit de GGZ, dit wordt
gedaan door het inzetten van Flexibele-ACT-team(Flexibele Assterive Community Treatment) , de
werkwijze verschilt nog per gemeente.
De kern van het verpleegkundig beroep bestond tot 2012 voornamelijk uit het verminderen van
zelfzorgtekorten. Met het beroepsprofiel in 2020 is hierin verandering gekomen, hierbij is het als
kern het bevorderen van zelfmanagement. Belangrijke aanwijzingen voor beperkte
gezondheidsvaardigheden gelden ook voor mensen met een psychiatrische stoornis zijn;
- laag opleidingsniveau (tot MBO-1)
- Minder dan 10 jaar onderwijs in het land van herkomst
3
, - Hoge leeftijd
- Moeite met het vertellen van een chronologisch verhaal
- Neiging tot het vermijden van lees- en schrijfsituaties
- Ongemakkelijk of boos worden als er te veel vragen worden gesteld
- Te laat of op een verkeerde dag komen
- Ongezonde leefstijl
- Onverschilligheid
- Gebrekkige motivatie
Beperkte gezondheidsvaardigheden maken het lastig om zelfmanagement te ontwikkelen.
Van het totaal aantal BIG geregisteerde verpleegkundige zijn er maar 10% werkzaam binnen de GGZ.
Het beroep van een GGZ-verpleegkundige is divers en kan zeer verschillen van plaats en context waar
de zorg geleverd wordt, zo zijn er;
- Verpleegkundige specialiseren
- GGZ-verpleegkundige op diverse klinische afdelingen
- FACT-team (Functional Asstervice Community Treatment Teams)
- woonbegeleiders in herstel ondersteunde zorg
- sociaalpsychiatrisch verpleegkundige in wijkteams
- Praktijk ondersteuners huisarts (POH’S)
- Consultatief psychiatrisch verpleegkundigen in de ziekenhuispsychiatrie
- Casemanagers in de ambulante GGZ
Werkzaamheden en interventies van een ggz-verpleegkundige kunnen zijn:
- Van interventies gericht op herstel tot het bieden van structuur;
- Van motiveren tot therapietrouw tot het uitvoeren van een risicotaxatie en het maken van
een veiligheids- of crisissignaleringsplan
- Van medicatie uitdelen tot medicatie voorschrijven.
Voordat een verpleegkundige aan het werk wil binnen de GGZ is het belangrijk om een goede
vertrouwelijke werkrelatie aan te kunnen gaan en deze te kunnen onderhouden. Daarnaast is het
belangrijk kennis te hebben van;
- Wat er in zijn algemeenheid nodig is om te komen tot een goede samenwerkingsrelatie;
- De psychopathologie van de zorgvrager, omdat deze zeer bepalend is voor de manier waarop
de zorgvrager in staat is samen te werken en voor de somatische gevaren waaraan hij
blootstaat;
- De meest voorkomende problemen in de samenwerking tussen zorgvragers die lijden aan
een bepaalde psychiatrische aandoening en de verpleegkundige.
Voor een goede werkrelatie en uiteindelijk optimale bijdrage aan het behandelresultaat is een
passende bejegening noodzakelijk. Passend bejegenen betekend dat de verpleegkundige flexibel
varieert, optimaal afstemt op de hulpvraag, de coping strategie, de fase van motivatie en het stadium
van herstel van de zorgvrager.
Goede samenwerkingsrelatie
…> De werkrelatie is de belangrijkste voorspeller van het therapieresultaat, ongeacht de
achtergrondkenmerken van de zorgvrager of hulpverlener. De samenhang tussen de werkrelatie en
het therapieresultaat is zowel bij aanvang als einde van de behandeling even sterk. Een goede
werkrelatie is aantoonbaar de belangrijkste therapeutische factor en voorwaarde voor een goed
verloop van een behandeling.
Bejegening
…> De manier waarop we ons naar iemand gedragen en de wijze waarop we uitingen van gevoelens
beantwoorden.
4