Jeugdrecht in de praktijk
Hoofdstuk 1; familierecht
Inleiding
Familierecht -> heeft betrekking op rechtsverhouding tussen personen op het terrein van families en
relaties, zowel verticale als horizontale relaties.
Verticale relaties -> afstamming en ouderlijk gezag.
Horizontale relaties -> huwelijk en geregistreerd partnerschap.
Juridisch ouderschap
Afstammingsrecht -> regelt afstamming tussen ouders en kinderen. Geeft antwoord op de vraag wie
volgens de wet familie van elkaar zijn. Dit recht geeft het kind een rechtsbetrekking tot zijn familie.
Afstammingsrecht is ‘dwingend recht’ -> er is geen ruimte om dingen op dit gebied zelf alternatief,
naar eigen inzicht te regelen.
Afstammingsrecht is hevig in beweging. Principes waarop het tot voor kort was gebaseerd zijn
minder prominent en vanzelfsprekend.
Bij ontwikkeling van Nederlandse afstammingsrecht speelt internationale recht een belangrijke rol.
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) heeft in Nederland een rechtstreekse
werking -> rechterlijke macht alle wetgeving en bestuur direct aan het EVRM moet toetsen en dat
personen in Nederland bij de rechter tegen beslissingen van de overheid bepalingen uit het EVRM
kunnen inroepen.
Ook zijn er belangrijke richtinggevende uitspraken van het Europese Hof voor de rechten van de
mens (EHRM) en het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK) die ontwikkeling
van Nederlandse afstemmingsrecht beïnvloeden.
Moeder door geboorte -> de vrouw uit wie het kind is geboren is voor de Nederlandse wet de
juridische moeder met alle rechten en plichten die daarbij horen.
Ook van toepassing als bij bevruchting genetisch materiaal van anderen is ingebracht, zoals eicel van
een andere vrouw. Wet maakt geen onderscheid wat betreft de procedure die aan de geboorte is
voorafgegaan.
Evenmin maakt de Nederlandse wet onderscheid wat betreft de relationele situatie van de
geboortemoeder, d.w.z. de vraag of zij op het moment van de geboorte getrouwd is.
‘Wensmoederschap’ wordt door Nederlandse wet niet erkend. Draagmoeder wordt beschouwd als
juridische moeder. Wensmoeder kan alleen een juridische moeder worden via adoptie.
Ouder van rechtswege -> Nederlandse wet kent ‘huwelijksvaderschap’ -> de vader van een kind is de
man die op het moment van de geboorte van het kind gehuwd is met de vrouw uit wie het kind is
geboren. Sinds april 2014 geldt dit ook voor de man die geregistreerd partnerschap heeft met
geboortemoeder. De man die met de moeder van het kind is getrouwd of geregistreerd partnerschap
heeft is ook de biologische vader van het kind. Of er feitelijk een andere man of (anonieme) donor
aan de conceptie van het kind te pas is gekomen, doet voor de wet niet ter zake. De man die formele
relatie heeft met moeder op moment van geboorte is van rechtswege altijd de vader.
Wanneer kind wordt geboren voordat beide partners getrouwd zij of geregistreerd partnerschap
hebben gesloten, ontstaat geen vaderschap van rechtswege maar zal de man het kind moeten
erkennen.
Sinds april 2014 is ‘moederschap van rechtswege’ voor tweede moeder mogelijk gemaakt, onder
twee voorwaarden.
1. Er moet sprake zijn van formele relatie (huwelijk/geregistreerd partnerschap) van de
‘meemoeder’ of ‘duomoeder’ met de geboortemoeder op het moment van de geboorte van
kind.
, 2. Het kind moet zijn verwekt door kunstmatige inseminatie met behulp van een onbekende
donor.
Ouder door erkenning -> erkenning staat los van biologisch ouderschap. Erkenning schept een
juridische relatie tussen de man die het kind erkent en het kind. Erkenning komt tot stand wanneer
de man bij de burgerlijke stand van de gemeente verklaart dat hij het kind erkent. Dit kan voor de
geboorte, meteen na de geboorte en (veel) later.
Cruciaal verschil met ouderschap van rechtswege is dat voor erkenning toestemming van moeder is
vereist. Een man die kan aantonen dat hij de verwekker is van het kind, kan de rechter om
vervangende toestemming voor de erkenning vragen. Rechter wijst dit verzoek in de regel toe;
daarbij is het criterium dat het belang van het kind door de erkenning niet zal worden geschaad en
dat erkenning het belang van de moeder bij een ongestoorde verhouding met haar kind niet zal
schaden. Geldt ook voor een spermadonor.
Erkenning is niet mogelijk, als;
Moeder of kind (vanaf 12 jaar) geen toestemming geeft,
Jeugdige al twee ouders heeft,
Een man vanwege te nauwe verwantschap geen huwelijk met de moeder mag sluiten.
Een man nog geen 16 jaar oud is.
Met wetswijziging van april 2014 is een vergelijkbare mogelijkheid gecreëerd voor vrouwenparen om
samen een kind te krijgen via erkenning. Erkenning van het kind door de duomoeder vereist de
toestemming van geboortemoeder. In dit geval kan de rechter het verzoek van erkenning toewijzen
als hij van oordeel is dat dit in het belang van het kind is. Route van erkenning van een kind is voor
vrouwenparen die ouderschap van een kind willen delen met name in twee gevallen van belang;
Als ze samen een kind krijgen met een bekende donor die geen ouderschap claimt,
Als er sprake is van een onbekende donor, maar beide vrouwen (nog) geen formele relatie
hadden op moment van geboorte kind.
Ouder via gerechtelijke vaststelling -> hierbij gaat het (met name) om partners die geen juridisch
ouder willen zijn. Bij vaderschap gaat het hier behalve om mannen die geen juridisch vader willen
worden ook een enkele keer om een man die overlijdt voordat hij het kind heeft erkend.
Sinds april 2014 is een procedure ontwikkeld t.a.v. een vrouw die meemoederschap ontkent. Het
gaat hierbij niet om verwekkerschap en kan deze beslissing dus niet worden gebaseerd op een
biologisch gegeven. De grond hiervoor is in de wet als volgt geformuleerd: ‘het ouderschap van een
persoon kan, ook indien deze is overleden, op de grond dat deze de verwekker is van het kind of op
de grond dat deze als levensgezel van de moeder ingestemd heeft met een daad die de verwekking
van het kind tot gevolg kan hebben gehad, door de rechtbank worden vastgesteld op verzoek van de
moeder, tenzij het kind de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt.’ Net als bij verwekker kan
geboortemoeder dus in principe tegen de wil van degene die het betreft via de rechter het juridisch
ouderschap afdwingen.
Ouderschap via adoptie -> Nederlandse wet kent als mogelijkheid om via adoptie juridisch ouder te
worden. Er ontstaan niet alleen familierechtelijke relaties tussen het adoptiekind en de
adoptiefouders, maar ook tussen het kind en de familie van adoptiefouders.
Gevolgen van het ouderschap -> afstammingsrecht leidt tot ontstaan van familierechtelijke
betrekking tussen kind, zijn ouders en bloedverwanten. Juridisch ouderschap heeft nog andere
rechtsgevolgen. Juridische ouders hebben meestal het gezag over hun kind of kunnen om dit gezag
vragen. Zij mogen hun kind opvoeden en verzorgen en hebben zeggenschap over hem. Juridisch
ouderschap garandeert ook recht op (en plicht tot) omgang met het kind. Juridisch ouderschap
brengt onderhoudsplicht jegens het kind met zich mee. Ouders zijn verplicht kosten te dragen van de
, verzorging en opvoeding van hun kind tot het einde van diens minderjarigheid. Wat onderwijs betreft
strekt deze verplichting zich uit tot het 21 e jaar. Kinderen zijn erfgenaam van juridische ouders en
kunnen omgekeerd ouders ook van kinderen erven. Verder zijn er rechtsgevolgen wat betreft
familienaam, nationaliteit, in fiscaal opzicht (erf- en schenkbelasting), op gebied van sociale
zekerheid en op diverse procesrechtelijke gebieden.
Adoptie
Mogelijk om via adoptie juridische ouders te worden. Soorten adoptie;
1. Adoptie van kinderen binnen de Nederlandse grenzen,
2. Adoptie waarbij een kind uit het buitenland door de ouders uit Nederland geadopteerd
wordt.
Voorwaarden Nederlandse adopties:
Adoptie moet in kennelijk belang van jeugdige zijn,
Op moment van adoptieverzoek moet vaststaan dat het kind niets meer van zijn biologische
ouders in de rol van de ouder te verwachten heeft,
Kind moet onder de 18 jaar zijn,
Mening van kind speelt een rol -> vanaf 12 jaar moet de rechter onderzoeken hoe het kind
zelf over de adoptie denkt (kan evt. onder 12 jaar als kind uitdrukkelijk bezwaar heeft tegen
toewijzing adoptieverzoek),
Niet toegestaan dat grootouders hun kleinkind adopteren,
Biologische ouders en beoogde adoptiefouders moeten aan eisen voldoen.
Eisen biologische ouders:
Adoptie gaat niet door als biologische ouders afwijzend staan tegenover de adoptie (behalve
bij mishandeling, verwaarlozing of wanneer er niet/nauwelijks in gezinsverband is
samengeleefd kan de rechter tegen deze wens beslissen),
Biologische moeder dient op moment van adoptie ten minste 16 jaar te zijn,
Biologische moeder dient op moment van adoptie niet meer het gezag over haar kind uit te
oefenen.
Eisen adoptiefouders:
Adoptiefouders moeten ten minste 18 jaar ouder zijn dan het kind dat ze willen adopteren,
Aanstaande ouders moeten al minsten drie jaar samenwonen (en daarmee dus enige
indicatie hebben gegeven van stabiele relatie),
Kind moet voordat tot adoptie kan worden overgegaan al tenminste een jaar bij hen thuis
wonen en door hen worden verzorgd en opgevoed.
Adoptie over landsgrenzen heen is gebonden aan omslachtige procedure, waarvan belangrijkste
regels zijn vastgelegd in Haags Adoptieverdrag voor interlandelijke adoptie.
Kandidaat-adoptiefouders dienen verzoek in bij ministerie van Justitie en Veiligheid dat als
Centrale Autoriteit voor interlandelijke adoptie is aangewezen.
Volgt onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming naar geschiktheid van de ouders
voor adoptie.
Als onderzoek goed uitpakt en ouders aan bovengenoemde voorwaarden voldoen, moeten
zij verplichte voorlichtingscursus over gevolgen van adoptie volgen.
Minister verleent beginseltoestemming.
Via een door de overheid erkend bemiddelingsbureau kunnen ze op zoek gaan naar
adoptiekind in buiteland.
Bemiddelingsbureau dient volgens het Haags Adoptieverdrag gegevens over de afkomst en
achtergrond van het buitenlandse adoptiekind te vergaren. De vergunninghouder dient de
bevoegde autoriteiten van land van herkomst van kind op de hoogte te houden van