100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Deeltoets A Jeugdrecht Boek 'Jeugdstrafrecht in internationaal perspectief' €7,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Deeltoets A Jeugdrecht Boek 'Jeugdstrafrecht in internationaal perspectief'

 47 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit is een samenvatting van de hoofdstukken van het boek 'Jeugdstrafrecht in internationaal perspectief' voor deeltoets A van het vak 'Jeugdrecht' aan de Universiteit van Utrecht.

Voorbeeld 4 van de 51  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1 tm 8 + 10, 12, 14 & 15
  • 6 januari 2022
  • 51
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (8)
avatar-seller
MasterstudentYouthStudies22
Jeugdstrafrecht in internationaal perspectief – Ido Weijers (5 e druk)
Deeltoets A


Inhoud
Hoofdstuk 1 – Inleiding...........................................................................................................................1
Hoofdstuk 5 – Geschiedenis van het jeugdstrafrecht.............................................................................1
Hoofdstuk 6 – Grondslagen van jeugdstrafrecht....................................................................................5
Hoofstuk 7 – Het internationale kader.................................................................................................10
Hoofdstuk 2 – Minderjarigheid.............................................................................................................13
Hoofdstuk 3 – Jeugdhulp en jeugdbescherming...................................................................................17
Hoofdstuk 4 – De samenhang tussen het jeugdstrafrecht en het civiele jeugdrecht...........................24
Hoofdstuk 12 – De politie en de officier van justitie in jeugdstrafzaken...............................................29
Hoofdstuk 14 – Raad voor de Kinderbescherming, NIFP en jeugdreclassering.....................................33
Hoofdstuk 15 – De beslissing over de voorlopige hechtenis en de berechting in jeugdstrafzaken.......39
Hoofdstuk 8 – Straffen en maatregelen voor jongeren........................................................................42
Hoofdstuk 10 – De leeftijdsgrenzen......................................................................................................49

Hoofdstuk 1 – Inleiding
! Jeugdcriminaliteit was in Nederland al jaren stabiel en laat zelf sinds 2007 over de hele linie een
daling zien.

Hoofdstuk 5 – Geschiedenis van het jeugdstrafrecht
Inleiding.
De periode rond 1900 was uiterst verwarrend en tegelijk cruciaal voor de wetgeving met betrekking
tot de Nederlandse jeugd. Discussie over de verzuiling, de schoolstrijd en aan de andere kant het
sociaalliberalisme, geloof in de maakbaarheid van individu en maatschappij (elan). Dat elan
manifesteerde zich bij uitstek rond ‘de gevaarlijke jeugd’. In deze geest ontstond een apart strafrecht
voor jongeren. Opmerkelijk want Nederland beschikte net over een nieuw Wetboek van Strafrecht
(1886) met daarin een aantal duidelijke bepalingen betreffende minderjarigen.

Een apart jeugdstrafrecht vormde onderdeel van een veelomvattend en ingrijpend pakket wetgeving
 de Kinderwetten. De rechter moest vergaand kunnen ingrijpen als er een vermoeden was dat een
kind in de goot dreigde te belanden. Voor de strafrechtelijke kinderwet betekende dit dat niet het
delict de leidraad diende te zijn, maar de toekomst van het kind.

1. Burgerlijke kinderwet
 veranderde de vaderlijke macht in de gezamenlijke macht van beide ouders over het kind,
Staat kon ouders uit de ouderlijke macht zetten (merk op dat de schoolstrijd juist ging om de
zeggenschap van de ouders over het kind). Overheid als ‘parens patriae’ = nood-ouder als de
opvoeding ernstig te kort schoot (1901)
2. Strafrechtelijke kinderwet
 introductie van een apart jeugdstrafrecht, met eigen sancties, opgenomen in het
Wetboek van Strafrecht, en eigen procedures, opgenomen in het Wetboek van
Strafvordering.
Procedures zijn in hoofdlijnen onveranderd gebleven  deuren tijdens zitting dicht,
kind verplicht ter terechtzitting te verschijnen, ouders opgeroepen, inlichtingen



1

,Jeugdstrafrecht in internationaal perspectief – Ido Weijers (5 e druk)
Deeltoets A

persoonlijkheid kind, verschijnen voor één rechter (kinderrechter) en kind krijgt altijd
een raadsman toegewezen.
Sancties wel veranderd  1901 drie nieuwe straffen; berisping, (geringe) geldboete
en de tuchtschool en een terbeschikkingstelling; een aparte opvoedingsmaatregel,
die inhield dat het kind voor langere tijd naar een rijks- of particulier correctiehuis
kon worden gestuurd.
3. Kinderbeginselenwet
 de tenuitvoerlegging van maatregelen en sancties van de beide wetten zouden worden
afgestemd op de bescherming en heropvoeding van minderjarigen.

Ontwikkeling jeugdstrafrecht in Nederland in vier fasen, waarbij de aandacht vooral zal gaan naar de
vrijheidsbeneming; van een zwaar accent op ingrijpen in het gezin in de eerste decennia van de
vorige eeuw (1) naar een sterkt psychologiserende benadering van het gevaarlijke kind/ het kind in
gevaar in het midden van de eeuw (2), waarnaast vanaf midden jaren zestig een proces van
juridisering op gang komt (3). Ten slotte wordt sinds eind vorige eeuw een tendens tot verharding
zichtbaar, wat overigens niet betekent dat de eerder ingezette ontwikkelingen en verworvenheden
(geheel) aan de kant worden geschoven (4).

Eerst worden de achtergronden van de totstandkoming van de strafrechtelijke kinderwet
beschreven.

Heropvoeding.
Juvenile Court Act (1899, Illinois) vaak in verband gebracht met de introductie van een apart
jeugdstrafrecht. Dit was zeker een inspiratie, maar nog belangrijker was de oprichting van de
internationale kriminalistische vereinigung (IKV) (1889).
Haar koers werd aangeduid als de Moderne Richting in het strafrecht, zij zag het strafrecht als
instrument voor maatschappelijke doelen, reactie op misdadig gedrag moest vooral toekomstig
crimineel gedrag voorkomen. Zij zagen het delinquente kind als een product van erfelijkheid en
milieu, samengebald in de begrippen ‘degeneratie’ en ‘verwaarlozing’. De Klassieke Richting, die lang
de wetgeving had bepaald, ging uit van een terughoudende overheid, geheeld passend in de
nachtwakersstaat.

Het ontstaan van een ‘wereld van de heropvoeding’  in de praktijk van het inrichtingswerk in de
19e eeuw, vinden we de vroegste en krachtigste bron van het streven om kinderen die problemen
veroorzaakten of in de problemen zaten, weg te halen uit het gezin en over te brengen naar een
inrichting voor hun heropvoeding. Men streefde ernaar de kinderen ook zo lang mogelijk uit hun
verderfelijke omgeving weg te houden, daarom ook geen mogelijkheid tot vermindering van straftijd
op basis van goed gedrag.

Een apart jeugdstrafrecht betekende in ons land, met zijn relativering van de principes van
proportionaliteit en schuld, met zijn oriëntatie op verbetering en zijn combinatiemogelijkheden van
welzijn en straf, een belangrijke aantasting van het klassieke strafrechtelijke denken.

In 1901 wel een pakket van Kinderwetten, maar toen en evenmin later kwam er één Jeugdwet.
Het bleef onderdeel van het Strafrecht in plaats van onderdeel te worden van een algemeen
jeugdbeschermingsrecht.

Niet het delict maar de toekomst van het kind.
Het delict moest slechts worden beschouwd als aanleiding om in te grijpen. Ook de keuze tussen
straf en maatregel diende te worden bepaald door de inschatting van het gewenste effect bij het kind
en niet door schuld en verantwoordelijkheid (Cort van der Linden). Ook moest de rechter niet langer

2

,Jeugdstrafrecht in internationaal perspectief – Ido Weijers (5 e druk)
Deeltoets A

gebonden zijn aan leeftijdsgrenzen, ook peuters zouden een dwangopvoeding opgelegd moeten
kunnen krijgen. Maar er was verschil van mening en verwarring over de meest elementaire
beginselen van pedagogische bijsturing en heropvoeding. Illustratief zijn de discussies over de
schoolstaf en de lijfstraf.

Kritiek.
Rond de eeuwenwisseling werden invloedrijke verenigingen voor de bescherming van het kind
opgericht. Er ontstond een systeem van voogdijraden en er kwam een eigen forum voor publicaties.
Ze waren overtuigd van de successen die met de invoering van de Kinderwetten waren geboekt. Toch
klonken er ook tegendraadse geluiden; kritiek op de rechtspraak en kritiek op de behandeling in de
instellingen.
- Kritiek rechtspraak  de rechters hebben geen pedagogische opleiding gehad.  pleidooien voor
invoering van een gespecialiseerde kinderrechter en er werd invoering van een nieuwe, minder
verstrekkende gezinsmaatregel bepleit, de ondertoezichtstelling, waartoe ook de kinderstrafrechter
bevoegd diende te zijn. (wetsontwerp werd op 5 juli 1921 aangenomen)
- Kritiek behandelingen  het onderwijs stelde niks voor, gebrek aan liefde, kinderen werden te hard
en te grof aangepakt en het ontbrak de opvoeders zelf aan een geschikte opvoeding.  nieuwe wet
uit 1905 kon de kritieken niet stoppen.

Voor de Kinderbeginselenwet bestond er reeds een praktijk van opsluiting in eenzaamheid voor
kinderen. De invoering van de nieuwe wet betekende een bevestiging van deze praktijk. Afzondering
werd mogelijk onder twee verschillende titels; als onderdeel van het regime (indeling in klassen) en
als disciplinaire straf (opsluiting in een cachot (=een donkere, vochtige, oncomfortabele ruimte om
een arrestant tijdelijk in op te sluiten), sluiten in de boeien, water en brood en onthouding van
voorrechten).

Psychologisering van het criminele kind.
Soort tegenbeweging rond 1930  door de ‘gideonsbende’ binnen de Nederlandse
kinderbescherming. Voordat er een beslissing over een mogelijk verblijf in een inrichting kon worden
genomen, diende eerst een rapport over het kind te worden gemaakt, waarbij het kind enige tijd
werd geobserveerd en meermalen gesproken in een zogeheten ‘observatiehuis’. Het was vooral
vanuit deze hoek dat een nieuwe visie op het criminele kind op gang kwam. Sinds de jaren dertig
begon de wereld van de kinderbescherming geleidelijk aan vertrouwd te raken met een
psychologiserende visie op de jongere die met politie en justitie in aanraking was gekomen. De Bie en
Van Bemmelen pleitten als een van de eerste voor een leeftijdsgrens (toen 16 jaar), ook moesten er
toegewijde fulltime kinderrechters aan worden gesteld die kennis hadden van de kinderpsychologie.
‘Gebrek aan liefde van de ouders en de omgeving, bracht het kind tot zijn agressieve daden.’

De psychologiserende blik veranderde ook de ‘quarantaine-benadering’ (= kind dient te worden
weggehaald uit zijn verderfelijke omgeving). Ouders en kinderen moesten meer als één geheel gezien
worden. De relatie met de ouders moest meer aandacht krijgen.

1951  commissie moest advies uitbrengen over de richting van het kinderstrafrecht  ondergrens
12 jaar, pleidooi omvorming tuchtschool, meer aandacht op persoonlijkheid van de verdachte en het
milieu, voorzichtige erkenning schuldprincipe en toerekeningsvatbaarheid.
1 juli 1965  nieuwe wetgeving  ondergrens 12 jaar, invoering kortdurende arrestatiestraf,
nieuwe maatregel; plaatsing in een inrichting voor buitengewone behandeling (pibb) voor gestoorde
jongeren, naast de jeugd tbr voor moeilijk opvoedbare jeugdige delinquenten, meer bevoegdheden
kinderrechter.

Een veranderde gestichtspraktijk.

3

, Jeugdstrafrecht in internationaal perspectief – Ido Weijers (5 e druk)
Deeltoets A

Na de oorlog werd ook in de heropvoedingsgestichten de psychologiserende invalshoek doorgezet.
Geen verplichte hoofddeksels en uniformen meer, maar accent op het groepsproces, de ruimte
waarin de pupil verbleef, de vertrouwdheid van het groepsvertrek, waarin het kind moest kunnen
ervaren dat het geheel zichzelf mag zijn. En het verblijf moest zoveel mogelijk op lijken op het verblijf
in een gewoon gezin. Er kwam ook een opleiding voor deze sector. Maar de diploma’s van
inrichtingsopvoeders bleef een punt van zorg. Cachot werd op veel plaatsen vervangen door
isoleerkamers.

Kinderrechten.
Nieuwe Beginselenwet voor de Kinderbescherming (1965) waarin een eerste, voorzichtig begin werd
gemaakt met de regeling van de rechtspositie van jeugdigen in rijksinrichtingen, maar nog niet voor
de particuliere instellingen. Er kwamen richtlijnen voor het disciplinair straffen. Kort na de intreding
van de Beginselenwet kwam er een herbezinning op de juridische grondslag van het jeugdstrafrecht
op gang. Maar hier kwam in Nederland kritiek op. Meer nadrukkelijk accent op de kinderrechten.
Zoals adolescentenstrafrecht (18 tot 23/25 jaar).
1982  mogelijkheid tot oplegging van afzondering als disciplinaire straf in rijksinrichtingen voor
kinderbescherming volledig opgeheven. Ook beklagregeling ingevoerd (= elke rijksjeugdinrichting
moest een commissie van toezicht hebben).
1989  Wet op de jeugdhulpverlening (WJHV) = klachtrecht
1990  Besluit regels inrichtingen voor justitiële kinderbescherming

Verharding, maar ook nieuwe mogelijkheden.
Ingrijpende aanpassing jeugdstrafrecht in 1995, directe aanleiding was verlaging van de leeftijd van
meerderjarigheid. De voorstellen van de commissie (Anneveldt) blijken niet eenduidig, er zijn 3
accenten te onderkennen;
 Jeugdstrafrecht zou moeten worden beheerst door dezelfde algemene rechtsregels en met
dezelfde rechtswaarborgen moeten zijn omgeven als het strafrecht voor volwassenen.
 Streven naar efficiency (hoofdstraffen beperken tot geldboete en jeugddetentie)
 Uitgangspunt van de onvoltooide psychische en maatschappelijke ontwikkeling van
jeugdigen, waardoor invoering van speciale preventie nodig is  apart
adolescentenstrafrecht voor 18- tot 21-jarigen.
 wetsvoorstel = verdubbeling maximumstraffen, beslissing rechtvaardigen door te verwijzen naar
een van de drie motieven; de ernst van het misdrijf, de persoonlijkheid van de dader of de
omstandigheden waaronder het misdrijf is begaan (met name voor misdrijven in groepsverband) 
eerst waren het alleen de eerste twee. 1995 deed het vernieuwde jeugdstrafrecht zijn intrede. Maar
het beeld van het strafrecht is niet eenduidiger geworden, zo is van vele kanten gewezen op een
toenemende en uitdrukkelijke beoogde punitiviteit (=straf die tot doel heeft het gepleegde onrecht
bij de dader te doen voelen).
De alternatieve sanctiemogelijkheden (denk aan Halt) zijn langzaam uitgebreid en in 2001 zelfs
verheven tot hoofdstraf. Maar dit heeft niet geleid tot een afname; er is over de hele breedte meer
en meer gestraft. En daarom een sterk toegenomen punitiviteit. Maar sinds 2007 lijkt dit net als de
jeugdcriminaliteit af te nemen.
Opvallend is ten slotte dat de verbeteringen op het gebied van de rechtspositie die vanaf de jaren
tachtig zijn gerealiseerd, sinds 1995 nog sterker zijn doorgezet. 2001  Beginselenwet justitiële
inrichtingen (Bjj), doel was rechtspositie van jongeren hierin versterken. Beschrijft tot in detail op
welke gronden en door wie een kind mag worden beperkt in het uitoefenen van zijn grondrechten.
Heeft een aparte beklagregeling, beroepsprocedure en bemiddelingsprocedure. Ordemaatregelen;
uitsluiting, afzondering en tijdelijke overplaatsing)
Disciplinaire straffen; opsluiting (elders), uitsluiting van deelname aan activiteiten, ontzegging van
bezoek, beperking, weigering of intrekking van verlof, en geldboete.



4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MasterstudentYouthStudies22. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd