Week 1
HC1: College Inleiding methoden en Technieken & Probleemstelling
Toelichting
In dit inleidende HC worden vier onderwerpen besproken: 1) De organisatie van het vak
inleiding M&T. 2) Wat wetenschap en wetenschappelijke kennis is. 3) De onderzoek cyclus.
4) 4 typen probleemstellingen.
Leerdoelen
1. De student weet hoe het vak op hoofdlijnen georganiseerd is.
2. De student begrijpt de relatie tussen wetenschappelijke kennis en methoden en
technieken.
3. De student kan de onderzoekscyclus uitleggen.
4. De student kan de probleemstelling van een onderzoek typeren.
Wetenschap
• Wetenschap (science) = ‘Elke vorm van onderzoek, ongeacht academische discipline,
waarin gebruik wordt gemaakt van wetenschappelijke methoden.’ [Davey]
• Science= ‘a system of acquiring kwowlegde based on the scientific method, as well as
to the organized body of knowledge gained through such research’ [Wikipedia]
Wetenschappelijke kennis: Wat is het?
• Wetenschappelijke kennis is product van wetenschappelijk onderzoek.
- Als we dezelfde aanpak zouden doen, zouden we hetzelfde antwoord/kennis
moeten krijgen
• Kennis is wetenschappelijke kennis indien de kennis d.m.v. wetenschappelijk
onderzoek verkregen is.
Relevantie wetenschappelijke kennis (waarom)
• Kennis van werkelijkheid vergroten, dwz. Begrijpen hoe de wereld in elkaar zit.
→ Fundamenteel, basaal, theoretisch onderzoek (bv willen weten hoe Corona in
elkaar zit)
• Dmv. Wetenschappelijke kennis bijdragen aan oplossing van maatschappelijke
problemen.
→ Toegepast, praktijkgericht onderzoek (bv hoe kunnen wie iets het beste oplossen
zoals met het probleem over beddentekort bij Corona)
, • Vaak mix van fundamenteel en toegepast onderzoek.
Waarover gaat vak M&T? (hoe)
• Kennismaken met de eisen en spelregels (methoden) verbonden aan ‘goed’
wetenschappelijk onderzoek.
De empirische/onderzoekscyclus staat hierbij centraal.
Onderzoekscyclus
1. Probleemstelling/vraagstelling
2. Onderzoeksontwerp/design opzetten om antwoord te krijgen middels een plan
3. Dataverzameling
4. Data-analyse
5. Rapportage/interpretatie/reflectie
Hoe ziet het vak M&T eruit?
• Centraal: Empirische of onderzoekscyclus
,4 typen probleemstellingen
• Beschrijvend, inventariserend
- ‘Wat is’-vraag, gericht op kenmerken van verschijnsel
- Kenmerk: Geen oorzaak, geen interpretatie
o Bv: M in deze collegezaal zijn gemiddeld 1.84m lang
• Verklarend
- ‘Hoe komt het’-vraag
- Kenmerk: Gericht op oorzaken of verklarende factoren
o Bv: Toenemende lengte onder M komt door gezonde voeding
• Voorspellend
- ‘Wat is bepalend voor …’ (op termijn)
- Kenmerk: Tijdsafhankelijke oorzaak-gevolg relatie
o Bv: Dit kind (6jr) zal ongeveer 1.92m zijn als hij 19 jaar is
• Ontwerpvraag of evaluatie
- ‘Wat is er aan te doen’
- Kenmerk: Interventie (maatregel) hoe het beter kan; verandering
- Er moeten minsten 2 interventies/alternatieven zijn die je met elkaar vergelijkt!
o Bv: Helpt groeihormoon X of Y beter als kinderen achterblijven in groei?
De probleemstelling/vraagstelling is leidend voor mijn onderzoeksdesign. Het type vraag is
dus bepalend.
Antwoord casus 1: Beschrijvend
Antwoord casus 2: Ontwerpvraag
Goed formuleren
Stel: ‘Wat was de schuldpositie van autochtonen 18-65jr in de regio Rijnmond tussen 2010-
2019?’
Goede vraag heeft 3 kenmerken:
• Domein: Over wat/wie gaat het precies (tijd, plaats)?
‘…autochtonen 18-65jr in de regio Rijnmond tussen 2010-2019’
• Welke zijn te meten variabelen, ‘uitkomstmaten’ of eigenschappen?
‘Schuldpositie …’
• Formuleer altijd zakelijk en concreet
Hoezo exacte probleemstelling?
• Exacte probleemstelling = heldere gedachtegang, weten wat je wilt, waar je naar toe
moet werken (gids)
• Stimuleert gericht werken, voorkomt ronddwalen
• Stelt de precieze ‘opdracht’/ taak centraal
• Beperking, afbakening; uitsluiten wat je niet gaat onderzoeken (hoofdzaken/bijzaken)
• Sleutel tot efficiënt literatuur zoeken
• Basis voor onderzoeksdesign
• Basis voor verantwoording afleggen richting opdrachtgever
• Basis voor interpretatie van onderzoeksresultaten
,EBM: Goede probleemstelling
PICO= Trucje voor formuleren goede probleemstelling
• P (Patient group/Problem): Wat is precies de populatie of patiëntengroep?
(het domein)
• I (Intervention/Index test): Wat is precies de experimentele interventie?
• C (Comparison): Wat is precies de controle-interventie of vergelijkingsgroep?
• O (Outcome): Vergelijking in termen van welke uitkomstmaten?
Casus
Geen bewijs voor positieve invloed gezonde leefstijl op dementie
Onderzoekers van het Amsterdamse ziekenhuis AMC hebben geen bewijs kunnen vinden dat een gezonde leefstijl een
positieve invloed zou hebben op de kans op dementie. Ouderen die extra goed zorgen voor hun hart- en bloedvaten
worden later net zo vaak dement. Het AMC zette tien jaar geleden een grootschalig onderzoek op waarbij ruim 35,000
ouderen werden gevolgd. De helft van de deelnemers kreeg een praktijkondersteuner toegewezen die iedere 4
maanden de bloeddruk en cholesterol van de ouderen controleerde, hen aanspoorde om te bewegen, dieettips gaf en
hulp bood bij het stoppen met roken. De andere helft werd op de standaard manier verzorgd door de huisarts. De
onderzoekers sluiten niet uit dat dergelijke maatregelen in landen waar de gezondheidszorg minder goed is als in
Nederland wel baat kunnen hebben [
PICO:
P: Ouderen
I: Een praktijkondersteuner die iedere 4 maanden de bloeddruk en cholesterol van de
ouderen controleerde, hen aanspoorde om te bewegen, dieettips gaf en hulp bood bij het
stoppen met roken
C: Standaard manier verzorgd door de huisarts
O: De kans op dementie
Onderzoeksvraag:
Hebben ouderen een lagere kans op dementie als zij ipv op de standaard manier verzorgd
worden door de huisarts, een praktijkondersteuner toegewezen krijgen die hen iedere 4
maanden de bloeddruk en cholesterol controleert, hen aanspoort om te bewegen, dieettips
geeft en hulp biedt bij het stoppen met roken?
Samenvatting HC1
• Waarom M&T belangrijk is
• Organisatie M&T vak
• Wetenschap en wetenschappelijke kennis
• Introductie onderzoekscyclus
o Probleemstelling
- 4 verschillende typen
- Formuleren goede probleemstelling
- PICO
,Week 2
HC2: College onderzoeksdesign I: Experimenteel onderzoek
Toelichting
Kwantitatief en kwalitatief onderzoek verschillen op een aantal belangrijke punten, en
kennen daarom een eigen onderzoeksmethodologie. In HC2 en HC3 wordt ingegaan op de
vraag wat kwantitatief en kwalitatief onderzoek is en welke de belangrijkste designs van
kwantitatief en kwalitatief onderzoek zijn. Concreet zullen de 5 basale vormen (designtypen)
van kwantitatief onderzoek behandeld worden en wordt daarnaast ingegaan op de
belangrijkste designs van kwalitatief onderzoek.
HC2 gaat vooral in op kwantitatief onderzoek en dan specifiek over experimenteel
onderzoek. Ofwel het experiment en quasi-experiment en hoe deze beiden kwantitatieve
designtypen zijn opgezet. Daarnaast kom aan bod waarom een experiment de voorkeur
geniet boven een quasi-experiment. Beide experimenten worden geïllustreerd aan de hand
van voorbeelden.
Leerdoelen
1. De student kan in eigen woorden uitleggen wat kwantitatief en kwalitatief onderzoek
is, en wat de kenmerken van kwantitatief en kwalitatief onderzoek zijn.
2. De student kan de verschillen tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek in eigen
woorden uitleggen.
3. De student kent de vijf hoofdvormen (‘designtypen’) van kwantitatief onderzoek.
4. De student kan in eigen woorden uitleggen wat de kenmerken zijn van een
experiment en een quasi-experiment.
5. De student kan in eigen woorden uitleggen wat de voordelen/nadelen zijn van een
experiment dan wel quasi-experiment.
6. De student kan de kennis over de experimentele en quasi-experimentele
onderzoeksvormen toepassen op een aangereikte casus.
Onderzoeksdesign
• Design= Structuur van onderzoek (plan van aanpak)
Om te voorkomen dat we tijdens het onderzoek dingen gaan bijschuiven/aanpassen.
• Omvat:
- Welke doelgroep
- Conceptueel model: zie HC4
- Onderzoekshypothese: H0 en Ha (niet in inleiding M&T)
- Type design: zie HC2+3
- Type steekproef: zie HC6
- Meetprocedure; meetinstrumenten: deels HC4
, - Analysemethoden: (niet in inleiding M&T)
De probleemstelling is leidend → Je gaat kijken past hier kwalitatief of kwantitatief
onderzoek bij.
Kwalitatief onderzoek is niet slechter.
Verschil kwalitatief en kwantitatief
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mandydaniels1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.