College 2 – Financieel management
Maarten de Jong
Resultaten van uitgaven: meten, monitoren en sturen
Programma vanochtend
Vragen over lesstof college 1 & 2
Artikel over prestatie-afspraken misdaadbestrijding
Hoorcollege:
o Integratie overheidsuitgaven en prestaties
o Bestuurskundige nuances
o Gebruik van prestatie-informatie
Opdracht: Terugbrengen lerarentekort basisscholen
Vandaag gaan we het hebben over prestatiemeting. Dit is een heel leuk onderwerp. Het is constant in
de belangstelling. Hoe worden die prestatie-indicatoren gebruikt door de overheid?
Lesstof vandaag en vorige week: vragen?
College 1: Boek De Kam et al (2021):
o Hfd 1 Kennismaken met overheidsfinanciën
o Hfd 2 Economie van de collectieve sector
o Hfd 11 Politieke besluitvorming
J.L.M. Hakvoort, H.L. Klaassen (2013):
o Hfd 1 Bedrijfsvoeringstechnieken,: een eerste verkenning
o Hfd 2 Theoretische en methodische aspecten van bedrijfsvoeringstechnieken
Dit was de stof van vorige week over de publieke sector versus de markt.
Lesstof vandaag: vragen?
College 2
o Boek De Kam et al (2021): Hfd 7 Doeltreffend en doelmatig beleid
o Van Dooren, W., Bouckaert, G., & Halligan, J. (2015). Chapter 4 Performance
Measurement. Chapter 6 The use of performance information.
o Thiel, Sandra Van, Leeuw, Frans L. (2002). The Performance Paradox in the Public
Sector.
o Bandy, G. (2011). Measuring performance and value for money
,Artikel over prestatie-afspraken misdaadbestrijding
Vijf burgemeesters van grote steden in Oost-Nederland willen af
van de huidige prestatie-eisen voor afzonderlijke
veiligheidspartners en naar een nieuw sturingsmodel, waar
financiering gebaseerd is op het maatschappelijk effect van de
integrale aanpak van de gehele overheid. Dat schrijven zij in een
brandbrief aan minister Grapperhaus. ‘Een overheid die de outcome centraal stelt.’
De ondertekenaars erkennen het belang van transparantie over de besteding van
overheidsgelden en de effectiviteit van beleid. Ze wijzen op de invloed van New Public
Management vanaf de jaren ’80 en de daaruit voortvloeiende geboorte van kpi’s en
prestatiebekostiging. In het veiligheidsdomein heeft dat geleid tot meer bewustwording van
kosten en baten en een professionaliseringsslag. ‘Maar niet alle effecten zijn toe te juichen.
De ondertekenaars wijzen op de steeds sneller veranderende, complexe en diffuse
veiligheidsopgave en steeds professioneler opererende criminelen die de oproep om meer
geld te steken in politie en justitie rechtvaardigen.
Het antwoord op de complexe veiligheidsopgave moet komen van de professionals die
midden in de samenleving staan en het is niet eendimensionaal en in aantal kpi’s te vatten.
Horizontale samenwerking is juist nu zo noodzakelijk, maar verticale sturing en financiering
in de strafrechtketen draagt daar niet aan bij. Het is daarom tijd voor een
verantwoordingssystematiek en een bekostigingsmodel waarbij de impact op de samenleving
centraal staat, vinden de betrokkenen.
Artikel over prestatie-afspraken misdaadbestrijding
Wat voor afspraken gaat het om?
Heeft burgemeester Bruls een punt?
Hoe zou het wel moeten volgens hem?
Hoe haalbaar is dat idee?
Een artikel uit binnenlands bestuur van vorig jaar. Kortom, forse kritiek omdat kruimeldieven worden
bevooroordeeld en echte criminelen hebben baat bij dit systeem! De kritiek richt zich op de betaling
per output, preventie zit hier niet in. De keten is niet horizontaal met samenwerking, maar verticaal
waardoor het probleem van de een ook het probleem voor de ander is. Er wordt niet met de hele
keten een plan gemaakt. Kortom, netwerk versus NPM. Stel die hele keten werkt en de misdaadcijfers
gaan omlaag, zou je dat dan juist met meer geld kunnen rewarden? Maar dit is ook niet helemaal
optimaal. Hoe meet je preventie, hoe meet je impact? Anderzijds kan je wel bestaande criminaliteit
die daalt of stijgt meten. Het artikel noemt ook onderwijs als een van de oorzaken waardoor
criminaliteit vroeg begint. I het artikel wordt een oplossing niet heel duidelijk genoemd. Outcome is
maatschappelijk het belangrijkte.
Integratie overheidsuitgaven en prestaties
, Dominant frame in financieel management afgelopen 20 jaar
Resultaten van overheidsuitgaven en beleid wil je qua transparantie graag melden aan de kamer en
de burger. Al 20/30 jaar koppelen landen dat systematisch aan hun begroting. De belastinggeven
geeft geld aan de overheid waarmee bepaalde dingen gerealiseerd moeten worden. De regering
maakt daar plannen mee en vervolgens krijgt de burger gerapporteerd of de plannen gelukt zijn.
Rond 2000 kwam een poging om de Nederlandse Rijksbegroting te veranderen van een ouderwetse
begroting, zoals bij verenigingen, naar een programma begroting. Dit houdt in dat waar je vroeger
een soort telefoonlijst had met zoveel geld naar personeel en zoveel geld naar dat, werd de
overheidstaak centraal gesteld. Er kwam een begrotingsartikel voor onderwijs, een voor politie, een
voor huisvesting en daar werd al dat geld ondergebracht. We gingen van een begroting van 800
bedragen die goedgekeurd moesten worden naar 50 bedragen die gekoppeld waren aan een
overheidstaak. De ministeries en regering hadden meer flexibiliteit om in die bedragen te schuiven.
Als je binnen het programma geld van misdaadbestrijding naar allocatie wilde, dan kon dat zonder
dat daarvoor een wetswijziging en een akkoord van de tweede kamer voor nodig was. De filosofie
erachter was dat je al de doelstelling van het programma had afgesproken, wat de output waren,
wat ervoor gedaan moest worden en wat de resultaten moesten worden. Als de politiek de output
leverde en het ging goed met het doel, dan was dat prima. Dit was dus een grote omwenteling. Deze
denkwijze domineert nog steeds de wijze hoe we naar prestaties kijken. Na een jaar worden er
jaarverslagen getoond als spiegel van die begroting, is gedaan wat van plan was en zijn de outputs
geleverd en de outcomes? Het was volgens Gerrit Zalm het recht van de belastingbetaler om te weten
wat met hun geld is gebeurt.
Dit was dus het moment dat alle ministeries zich moesten schikken aan de vraag welk
maatschappelijk doel ze moesten nastreven en welke outputs geleverd moesten worden. In week 1
zagen we wie daarin allemaal acteren, de lines of defence met de manager, control en audit. Voor
deze mensen was dit een prachtige speeltuin want als je geplaatst werd bij de inspectie en iemand
vroeg om geld, dan hoefde je alleen maar te vragen wat ermee gedaan zou worden en wat met die
extra 50 miljoen voor resultaat zou worden behaald. Door systematisch deze vragen aan geld te
koppelen hebben we veel discussies gehad over of geld helpt of niet.
Het idee was ook bij deze systematiek, waarmee het ministerie van financiën ook blij was, dat die
vragelijke antwoorden op dit soort antwoorden gebruikt konden worden om geld op te halen of
beleid te verbeteren. Wat is er aan de hand als het geld, bijvoorbeeld 100 miljoen gereserveerd voor
filebestrijding, terwijl er ook plannen waren om verkeersknooppunten te bouwen. Is dit gebeurt en
heeft het de files verminderd? Stel het geld is uitgegeven, de verkeersknooppunten zijn aangepakt,
maar de files zijn niet verminderd. Je moet dan het gesprek aan gaan dat als we geld goed willen
besteden, dan was het beleid misschien niet goed doordacht en moet je te rade gaan bij het ontwerp
van het beleid. Als het geld is uitgegeven, maar de output is niet geleverd zoals bij infrastructuur vaak
gebeurt, dan is er een implementatie probleem. Je kijkt dan of je volgend jaar weer de kans krijgt om
het geld uit te geven, of dat de plannen moeten worden gewijzigd. Wat ook kan is dat de plannen
niet zijn uitgevoerd, maar de outcome wel is bereikt. Wat is er dan aan de hand en wat stel je dan
voor een vraag aan de minister van financiën? Hier heb je te maken aan overbodig beleid. Je stopt
ergens geld is wat zonder dat beleid ook tot stand kwam.
Bij de Rijksbegroting, dus 20 jaar later, zie je min of meer dezelfde structuur nog terug. Deze structuur
zie je ook in andere landen zoals Duitsland.
Integratie overheidsuitgaven en prestaties