1. “…ongeacht de hulpvraag van een cliënt kunnen er vier gemeenschappelijke
kenmerken worden onderscheiden…”. Omschrijf de vier kenmerken en voorzie van
een voorbeeld.
1. Een hulpvraag komt altijd voort uit een subjectieve beleving
Iedere cliënt zal de situatie anders beleven, er is ook niet één waarheid maar de werkelijkheid bestaat
uit de uiteenlopende belevingen van de cliënten. Vb. Een drugverslaafde zal meestal geen problemen
inzien met zijn verslaving terwijl mensen in zijn omgeving dat wel zien. Zolang de betrokkene zelf de
situatie niet als probleemvol beleeft (dit probleem-inzicht ontstaat na een tijd…), is er geen sprake van
een hulpvraag
Je ziet wat je geleerd hebt te zien
2. Een hulpvraag is altijd contextgebonden
een hulpvraag komt voort uit een context, d.w.z. wordt geïnterpreteerd vanuit een eigen visie op de
maatschappelijke werkelijkheid. Vb. Jan heeft een drugsprobleem, hij kan zich zorgen maken over zijn
kinderen die ook onder zijn problematiek lijden. Hij verwijt zijn ex-vriendin dat zij hem verlaten heeft
zonder boe of bah en daarmee bijgedragen heeft aan zijn verslaving. Hij verwijt het bestuur van zijn
land dat het niet genoeg doet om de drugproblematiek aan te kaarten.
3. Een hulpvraag is altijd procesgericht, d.w.z. vraagt om verandering
Een sociaal-agoog kan niet onmiddellijk oplossingen aanbieden. Het neemt tijd in beslag (een proces)
om samen met de cliënt een weg af te leggen van een uitgangssituatie (‘een probleem’) naar een
meerwaardesituatie (‘een oplossing’). Vb. Jan zal niet van vandaag op morgen van zijn verslaving af
geraken. Hij zal een lange weg moeten afleggen voor hij clean kan worden. Zoals o.a. veranderen van
omgeving, naar zelfhulpgroepen gaan, naar de ontwenningskliniek gaan,…
4. Een hulpvraag is vrijwel altijd méérdimensioneel
Een probleemsituatie is meestal méérdimensioneel en wordt ook op deze wijze beleefd en
geïnterpreteerd. Vb. Jan zal zowel op emotioneel vlak problemen ondervinden, maar ook op financieel
vlak en ook op familiaal vlak.
2. “Sociaal werk: op de brug tussen mens en samenleving (intermediair). Omschrijf drie
aangrijpingspunten voor interventies en voorzie van een voorbeeld.
Rechten (sociale grondrechten: recht op vrijheid, recht op onderwijs, …) zijn een aangrijpingspunt voor
sociale werkers, verantwoordelijkheden (een ouder heeft de verantwoordelijkheid om voor zijn of
haar kind te zorgen en correct op te voeden) en verwachtingen van individuen (iets dat men koestert,
men kan verwachten als men gaat solliciteren dat men vervolgens aangenomen zal worden en werk
zal hebben) Vb. Recht op onderwijs, vrije meningsuiting,…
Eisen en verwachtingen vanuit de samenleving (de samenleving verwacht van ons dat men als
autobestuurder steeds rechts zal rijden op de baan/werk zullen vinden of hebben/…)
Spanning/conflict tussen individu/groep en de sociale omgeving (onbekende situaties kunnen zorgen
voor spanningen in bepaalde situaties en dit is onbemind, zo kan men wanneer men in een zwembad
werkt en plotseling een groep vluchtelingen komen zwemmen er enige spanning zal ontstaan - de
sociaal werker zal de mensen in groepen samen zetten om samen te kunnen bespreken over de
situatie, er zijn steeds groepen in de maatschappij die pro of contra zijn omtrent politieke beslissingen)
, 3. Welke vier kerntaken ‘sociaal werk’ kunnen we onderscheiden? Omschrijf en voorzie
van een voorbeeld.
De activiteiten binnen het maatschappelijk werk worden uitgedrukt via kerntaken. Een kerntaak is een cluster
van samenhangende activiteiten. We kunnen hier 4 kerntaken onderscheiden: (niet zeker of de voorbeelden
juist zijn)
1) Een SW kan diensten verlenen van sociaal-juridische en/of sociaal-agogische aard aan personen,
groepen en organisaties (vb. Je ondersteunt personen die financiële problemen hebben door hun
bescherming en raad te geven, je kan ook werken binnen integrale jeugdhulp: CKG, CAW, of je werkt
op een sociale-dienst van de rechtbank, op school, in het leger, etc.)
2) Een SW kan meehelpen in het vormen van beleidstaken van organisaties (vb. beleidstaak opmaken in
het OCMW omtrent kansarmen. Hoe gaan organisaties te werk? Hoe geven ze vorm? Doelgroep?)
3) Een SW kan signaleren van maatschappelijke problemen (vb. een SW kan signaal geven dat er
problemen zijn in rusthuizen: verpleging die niet naar de ouderen luisteren, verpleging die misbruik
maken van de ouderen, …)
4) Een SW is een belangenbehartiger van personen en groepen (vb. Straathoekwerkers: spelen een rol bij
hangjongeren om hen weer op het rechte pad te krijgen én luistert naar de jongeren).
4. Welke vijf waarden en principes sturen ons professioneel handelen? Omschrijf en
voorzie van een voorbeeld.
Principes: je moet jezelf goed kennen, socialisatie, reflecteren.
Sociale rechtvaardigheid
Democratie (inspraak en participatie)
Respect eigenheid mens: uniciteit: uitstel van oordeel !
Anders te waarde geladen reageert.
o Stimulus-respons: bedenktijd hiertussen
o Alles wat je doet heeft effect/ erkennen paard met poot ervoor/ KRACHT VAN ERKENNING
Erkenning waardigheid en gelijkwaardigheid alle mensen= waarde, aarde en waardig = je blijft aardig
en houdt hem in zijn waarde en in waardigheid
Mensenrechten!
Wat wij doen is niet waardenvrij: interventie : eigenaar woning en huurder: jij steunt de huurder: toch kant
huurder kiezen ook al is hij fout, en verhuurder zal stap hoger gaan = juridisch, en zal ook nog moeilijker doen
tegen je huurder.
Partijdig, 2 tegen 1, en tegenover elkaar, huurder voelt zich kinderlijk. Dit doet je best niet zo.
ONPARTIJDIG!!! Intermediair opstellen = meerzijdige partijdigheid, je bent partijdig maar voor meer zijden,
huurder en verhuurder =
WAARDEN: afhankelijk van jouw positie zeg je eigenlijk al iets (plaats aan tafel) , je gedragingen, gevoel,
lichaam.
Netheid: wat is net en wat is proper?
Waardenvrij: letten op wat je zegt: is dit de living? Omdat dit afwijkt van jouw waarden.
, 5. Wat zijn de drie kerndoelstellingen van het maatschappelijk werk?
Mensen tot hun recht laten komen
o mensen moeten zich kunnen ontplooien en daarvoor alle kansen krijgen
Mensen aan hun recht(en) laten komen
o mensen moeten krijgen waar ze recht op hebben en worden daarvoor aangesproken op hun
burgerzin en verantwoordelijkheid= maatschappij dat ben jij,
Bouwen aan sociale systemen
o doelstelling is mensen opnieuw tot actieve en erkende deelnemers in het samenleven met
elkaar maken
Actief en erkend: de therapeutische kracht van de kleine goedheid: dit gaat over solidariteit
en goedheid tegenover elkaar bv, rechtstaan voor ouder persoon, je zegt niets maar je toont
respect
Je moet iedereen erkennen en actief laten deelnemen, je moet luisteren vertrouwensvermogend
6. Sociaal werkers hebben aandacht voor ‘multi-dimensionaliteit’ en ‘multi-
aspectualiteit’? Omschrijf en voorzie van een voorbeeld.
Multi-dim: de veelheid en verscheidenheid van de levensdomeinen cliëntsysteem (verschillende
levensdomeinen hebben dezelfde problemen = geldproblemen)
Multi-asp: veelheid en verscheidenheid aspecten elk van deze levensdomeinen in elk van de levensfasen
(dezelfde persoon heeft verschillende problemen)
Een probleemsituatie is meestal méérdimensioneel en wordt ook op deze wijze beleefd en
geïnterpreteerd
Wat wij doen of willen doen is een probleemhiërarchie op te stellen, men gaat de problemen in een
bepaalde volgorde gaan plaatsen
7. “Sociaal werkers handelen”. Omschrijf de drie samenstellende elementen en voorzie
van een voorbeeld.
Vertrekpunt van handelen: Persoonlijke en sociale belevingswerelden betekenisgeving van het
cliëntsysteem: je ziet wat je geleerd hebt te zien en je hoort wat je geleerd hebt te horen: selectieve
perceptie als je wil handelen dan moet je afstemmen op de belevingswereld op een empathische
manier
Empowerment: de cliënt helpen ontplooien
Evenwicht in afstand en nabijheid: koude nabijheid en warme afstandelijkheid: afstand houden om
objectief te blijven, de grote emoties is niet vreemd aan ons. Puur juridsche problemen à zakelijk zijn
en afstand houden
, 8. “Sociaal werkers reflecteren”. Omschrijf de twee samenstellende elementen en
voorzie van een voorbeeld.
- Voortdurende kritische reflectie met het oog op een kwaliteitsvolle aanpak
- Reflectie op:
- de cliëntsituatie
- Inzoomen op de cliënt, verbeterd of niet?
- het beroepsmatig optreden van de hulpverlener
- heb ik goed opgetreden? Waar kan het beter?
- de bredere maatschappelijke context
9. “Sociaal werkers werken methodisch”. Omschrijf de vier samenstellende elementen en
voorzie van een voorbeeld.
Systematisch handelen: Via een bepaald systeem
Procesmatig handelen: (Agogisch proces): het gebeurt stap per stap (Vb. bij drugsgebruiker: eerst
stoppen met dealen en alleen nog kopen voor eigen gebruik)
Doelgericht handelen: Het kompas, je moet weten waar je naartoe gaat en wat je wil oplossen,
SAMEN met je cliënt bepaal je waarom je samen zit en wat je wil bereiken.
o SMART: Specifiek-Meetbaar-Aanwijsbaar-Realistisch-Tijdsgebonden
Zorgvuldig handelen: Het is ook een misvatting dat een sociaal werker zorgt voor cliënteel, maar
handelt wel zorgvuldig. Wij nemen de problemen niet over van de cliënt maar ondersteunen het
probleem. Handel zorgvuldig met respect: tempo, pijn (emotioneel), keuzes, falen
Sidenote: Being kind is harder than being smart: wij gaan vaak meer weten dan de mensen waarmee we
moeten samen werken, het is makkelijker voor ons om dan de slimmerik uit te hangen. Terwijl dat we
vriendelijker moeten zijn. We mogen niet de wijsneus uithangen, maar we moeten juist vriendelijk zijn, dit is
een beginnersfout. Als je slim doet dan ga je vaak een schaduwwerpen op de cliënt ipv hem verder te helpen.
Je streeft beter naar de gelijkheid. Beide zijn nodig, maar wees je bewust van het effect dat je teweegbrengt.
Dit kan omgekeerd ook zijn, cliënt kan jou ook in een bepaalde positie duwen.
VOORBEELD: Een laaggeschoolde cliënt heeft hulp nodig in verband met financiën, maar ook heeft die persoon
geen werk en komt hij/zij nooit buiten. Er is dus ook geen sociale kring.
Systematisch: je denkt eerst na voor je er aan begint. Je zoekt een soort van pad/systeem om uiteindelijk het
einddoel te behalen.
Procesmatig handelen: het is een heel proces, als je de cliënt helpt om werk te vinden, komen de financiële
problemen misschien vanzelf in orde. Na het oplossen van de financiële problemen kan er gekeken worden om
een sociaal vangnet op te bouwen voor de cliënt. Dit is dus allemaal stap voor stap.
Doelgericht handelen: je gaat er niet los voor, maar denkt eerst wat het doel is. Je bekijkt dit samen met de
cliënt en pakt de doelen aan. Je gaat niet at random aan de slag.
Zorgvuldig handelen: je hebt respect voor de cliënt. Zelf ben je misschien niet laaggeschoold en heb je geen
idee hoe het is om in financiële problemen te zitten, maar je gaat met respect om met de cliënt. Je denkt ook
na over welke gevolgen er kunnen vasthangen aan de bepaalde dingen die je doet.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper yumistevens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.