Kwalitatief onderzoek burn-out
Naam studenten en studentnummers:
Klas: 24vdb2w1
Beoordelend docent: Fransje
Gelegenheid: 2e gelegenheid
,Samenvatting
Achtergrond
Volgens de cijfers van het Volksgezondheid blijkt dat 17% van de Nederlandse bevolking
burn-out klachten en symptomen ervaart. Bij deze mensen komen er vaak twee soorten
symptomen voor: lichamelijke en psychische symptomen. Uit onderzoek blijkt dat
lichamelijke beweging zorgt voor een positief effect op burn-out symptomen. Dit onderzoek
is uitgevoerd om te zien op welke wijze gedragsdeterminanten een rol spelen in het
beweeggedrag bij volwassenen die een burn-out hebben gehad.
Methode
Dit onderzoek is opgesteld door gebruik te maken van literatuuronderzoek in combinatie met
drie semi-gestructureerde interviews. Er is voornamelijk gebruik gemaakt van de databank
PubMed. Voor het kwalitatieve onderzoek is gebruik gemaakt van het ASE-model om een
topiclijst te maken. Verder is er gebruik gemaakt van audio-opnames, peer debriefing en
membercheck.
Resultaten
Uit het kwalitatieve onderzoek bleek dat 2 van de 3 respondenten weinig aan sport deden.
De gedragsdeterminanten barrière, sociale invloed en vaardigheden hebben met name
invloed op beweging. De respondenten verschilden veel op alle vlakken van het ASE-model,
hoewel de respondenten allemaal hetzelfde doel hadden om te herstellen van de burn-out.
Discussie
In dit kwalitatieve onderzoek zijn er sterke overeenkomsten gevonden tussen de literatuur en
het onderzoek met betrekking tot lichaamsbeweging en het hebben van een burn-out. Echter
is er slechts een beperkte hoeveelheid literatuur gevonden over de invloed van lichamelijke
beweging op burn-out onder volwassenen. Er zijn slechts drie interviews afgenomen
vanwege de beperkte tijd. Hierdoor zijn de leeftijden erg uitlopend en is het moeilijk om een
conclusie te trekken over het daadwerkelijke effect van lichamelijke beweging op burn-out
klachten.
Conclusie
De onderzoeksvraag luidt: “Op welke wijze spelen gedragsdeterminanten een rol bij
lichamelijke beweging onder volwassenen die een burn-out hebben gehad?’’. De
gedragsdeterminanten die van invloed zijn op lichamelijke beweging zijn met name
barrières, vaardigheden en sociale invloed. Vanwege het lage aantal deelnemers zijn de
resultaten te betwisten op betrouwbaarheid en vanwege dit zal verder onderzoek moeten
worden verricht voor meer nauwkeurige resultaten.
Aanbevelingen
De aanbevelingen zijn: bedrijven voorlichting geven hoe de gezondheid van werknemers
bevorderd of behouden kan worden, het goedkoper maken van sportscholen, ervoor zorgen
dat de sociale omgeving betrokken wordt en structureel laagdrempelig bewegen.
2
,Inhoud
Samenvatting 2
Inhoud 3
Inleiding 4
2. Methoden van onderzoek 11
2. 1 Populatie: werving deelnemers 11
2.2 De aard van het onderzoek 11
2.3 Wijze van dataverzameling 11
2.4 Analyse 12
2.5 Kwaliteit van het onderzoek 13
3. Resultaten 14
4. Discussie 17
5. Conclusie 19
6. Aanbevelingen 20
Bronnenlijst 21
Bijlagen 23
3
, Inleiding
Stress kan ontstaan door verschillende omstandigheden, onder andere door werk. Door te
veel stress kunnen verstoringen optreden, zowel lichamelijke als psychische. Als de stress
van werk zo veel effect heeft dat men op beide vlakken uitgeput raakt, spreken we van een
burn-out (Geestelijke Gezondheidszorg Groep, z.d.). Bij een burn-out voelt men zich
lichamelijk, psychisch en emotioneel volledig uitgeput, waardoor het functioneren in het
dagelijks leven en tijdens het werken verhinderd wordt (Instatera, z.d.). Bij een burn-out
komen er twee soorten symptomen voor: lichamelijke en psychische symptomen. De
lichamelijke symptomen van een burn-out zijn onder andere: extreme vermoeidheid,
hoofdpijn en maagpijn. De psychische symptomen kunnen zijn dat iemand zich somber of
opgejaagd voelt en dat kan gepaard gaan met angst en schuldgevoelens (MIND, z.d.).
De gevolgen van een burn-out hebben niet alleen impact op kwaliteit van leven, maar ook op
de maatschappij. De gevolgen hebben vooral invloed op de gezondheid, het ziekteverzuim
en de inzetbaarheid van de werknemers met een burn-out. Uit onderzoek blijkt dat
werknemers die veel en vaker burn-out klachten hebben een grote kans hebben op hart- en
vaatziekten, Diabetes type 2 en problemen aan het bewegingsapparaat. Als gevolg van
deze burn-out klachten ontstaat er langdurig verzuim bij werknemers en daardoor ook een
grotere kans om arbeidsongeschikt te worden (Volksgezondheidszorg, 2019). Het langdurige
verzuim brengt kosten met zich mee voor zowel de werkgever als de maatschappij. Voor de
werkgever worden de kosten geschat op 11,7 miljard euro per jaar als gevolg van
loondoorbetaling bij ziekte. Voor de maatschappij worden de kosten voor de
arbeidsongeschiktheidsuitkeringen op 1,3 miljard per jaar geschat als gevolg van
psychosociale risicofactoren op het werk door de Arbobalans (Volksgezondheidszorg, 2019).
Werknemers met burn-out symptomen overwegen vaker om ontslag te nemen en zich niet
ziek te melden, wat voorheen wel vaker werd gedaan. Ook geven werknemers met burn-out
klachten aan dat ze minder uren willen werken, maar dat is vaak lastig. Verder is bekend dat
werkgevers risicomijdend zijn. Het hebben van gezondheidsklachten en verzuim zijn de
voornaamste redenen om werknemers niet te behouden voor het bedrijf (Houtman, Kraan &
Venema, 2019).
Onder de huidige werkzame bevolking hebben circa 1,2 miljoen mensen te maken met
burn-out gerelateerde klachten (Volksgezondheidszorg, 2019). Burn-out klachten laten al
een aantal jaren een constante stijging zien, waarbij de stijging de laatste paar jaar enorm
versnelt (Houtman et al., 2019). Onder de mannelijke werknemers blijkt dat 16,4% in 2019
last had van burn-out klachten en onder de vrouwelijke werknemers 18,1%
(Volksgezondheid, 2019). Het burn-out syndroom komt vaker voor bij vrouwen dan bij
mannen en de piek (20,1%) zit hierin tussen de leeftijd 25 en 35 jaar in beide groepen
(Houtman et al., 2019, p. 8). Desondanks raakt het ook steeds meer mensen van jongere en
oudere leeftijd (Zorgwijzer, 2020).
In dit onderzoek worden de gedragsdeterminanten onderzocht aan de hand van het
ASE-model. Dit model beschrijft hoe gedrag ontstaat door middel van vijf factoren: attitude,
barrières, sociale invloed, vaardigheden en eigen effectiviteit. Attitude gaat over de houding
tegenover een bepaald doel of idee. Als dit een positieve houding is kan dit idee of doel
eerder bereikt worden. Als de houding negatief is zal het doel of idee minder snel tot stand
komen. Barrières zijn belemmerende factoren die mensen ervan weerhoudt bepaald gedrag
te veranderen. Afstand of tijd kunnen belemmerende factoren zijn bij het kunnen veranderen
4