H1, H2, H15, H16, H18, H19, H20, H21, H24, H25, H26, H28, H31, H32, H33, H35, H37, H38, H40, H43,
H45, H46, H47
De waarde van bewijs
Paradoxes of Proof and Punishment
Verstandelijke beperking en verhoor
Week 1
Grondlegger rechtspsychologie: William Stern: onderzoeksprogramma’s.
In Nederland: Simon van der Aa: hoogleraar. Van Koppen: rechtspsychologische reconstructie van de
Schiedammer Parkmoord: tunnelvisie bij de politie, OM en rechters PVOV, CEAS en ACAS.
Rechtspsychologie = empirische wetenschap. Studie van gedrag dat oiv het recht staat of zou
moeten staan, en studie van het recht als een gedragstechnologie. Het recht is een normatieve
wetenschap en de psychologie is descriptief. Pijlers:
- Waarnemen;
- Herinneren;
- Waarderen;
- Detecteren;
- Beslissen.
Onderzoek, onderzoek en nog eens onderzoek. Naar gedrag van:
o Rechtssubjecten in het algemeen;
o Plegers van misdrijven;
o Verdachten;
o Slachtoffers;
o Rechters;
o Officieren van justitie;
o Advocaten;
o Reclassering;
o Deskundigen (gedrags- & technisch):
Bijdragen: Functies deskundigen:
Inzicht geven in de stand van de wetenschap op een bepaald gebied.
Een bepaald aspect van een zaak voor de rechter duidelijk maken.
Meten is niet zo eenvoudig en dat geldt zeker als het om
psychologische problemen gaat en nog eens in versterkte mate als
men de precisie eist die nodig is in het forensische werk. Ze hebben
expertise op een bepaald gebied, dus ze kunnen een bepaalde
verslaglegging doen aan de rechter. Ze proberen objectief te zijn. Ze
interpreteren het bewijs, want ze weten er dus heel veel van;
Valkuilen: er bestaat een verwachtingseffect (bepaalde verwachting wat een
negatieve rol kan spelen) en een opdrachtgeverseffect/hired-guneffect.
Advocaten zijn bijvoorbeeld niet verplicht om een rapport van een
deskundige in het dossier te voegen, dus deskundigen moeten zich over de
, bekendmaking van zijn rapport houden aan de aanwijzingen van de
advocaat. Dingen kunnen wel verkeerd geïnterpreteerd worden
(tegenstrijdige expertise), bijvoorbeeld door jargon, of er is een gebrek aan
expertise, waardoor er chaos en onrust ontstaat. Ook kan er geen
gevalideerde meetapparatuur gebruikt worden.
Het wetenschapsbedrijf is er niet op gericht het soort zekerheid te
produceren waar de rechter om vraagt: een significant verschil kan
betekenen dat het om een te zwak bewijsmiddel gaat om een veroordeling
te dragen; de rechter wil iets met zoveel mogelijk zekerheid weten.
Nut van rechtspsychologie: laat met grote regelmaat zien dat met door juristen gebruikte middelen
de beoogde toestand niet of gedeeltelijk wordt bereikt. Levert aanwijzingen voor:
- Verbeteringen van procedures;
- Identificatie van valkuilen in juridisch denken en beslissen.
Klassiek experimenteel ontwerp (design):
- Voor- en nameting;
- Manipulatie bij experimentele groep, geen manipulatie bij controlegroep;
- Aselecte toewijzing aan een groep (at random).
Hoge interne validiteit, beperkte externe validiteit/generaliseerbaarheid: niet representatief
voor de populatie.
Zichtbaar in Alt-toets-experiment van Kassin en Kiechel naar valse bekentenissen:
onderzoeken…
Of mensen iets bekennen dat zij niet hebben gedaan ten gevolge van de confrontatie
met vals bewijs;
In welke mate valse bekenners die bekentenis internaliseren;
Of de valse bekenners zich details konden herinneren van hoe en waarom men de Alt-
toets had aangeraakt.
Het uitgangspunt van een verhoor zou niet het verkrijgen van een bekentenis moeten zijn,
maar het achterhalen van de waarheid. Wel kritiek op de generaliseerbaarheid en het feit
dat het geïnternaliseerde bekentenissen waren. Mensen waren er echt van overtuigd dat ze
het gedaan hadden en het had niet zo veel invloed op de rest van het leven, wat een valse
bekentenis natuurlijk wel heeft.
Experiment naar suggestie en de invloed van post-hoc informatie met botsende auto’s van
Loftus:
De vorm van een vraag kan het antwoord van getuigen beïnvloeden;
Het geheugen van getuigen kunnen veranderen door achteraf, na de gebeurtenis die zij
zich herinneren, misleidende informatie te krijgen.
(Onbedoelde) suggestie in de vraagstelling heeft veel invloed op hoe getuigen zich iets
herinneren.
, Experimenten naar crashing memories en source monitoring error (een foutieve afweging
wordt gemaakt als wordt beslist of beelden zijn gebaseerd op een interne bron van
kennis/fantasie of op een externe bron/waarneming). Blz 41
Het Deese-Roediger-McDermott-paradigma/DRM-paradigma blz 42: simpele pseudo-
herinneringen:
Als je mensen na het laten lezen van een lijst woorden die sterk geassocieerd zijn met
één woord vraagt welke woorden ze zich nog kunnen herinneren, noemen ze ook de
critical lure (het lokwoord) op;
Mogelijkheid voor onderzoekers om onderzoek naar de grondslagen van
pseudoherinneringen te doen zonder tegen allerlei ethische grenzen aan te lopen;
Verklaring van accepteren van de lokwoorden:
o Activation/monitoring-theorie: sterke associatie van de woordenlijsten heeft ook
het lokwoord geactiveerd. Daarna source monitoring error;
o Fuzzy trace-theorie: van ervaringen blijven twee geheugensporen achter:
Verbatim-herinngering = letterlijk spoor met alle kenmerken. Verdwijnen
snel uit het geheugen;
Gist = algemeen geheugenspoor. Blijven langer bestaan.
Lokwoorden komen overeen met de gist van de woordenlijst, het letterlijke
geheugenspoor is verdwenen.
Experiment naar groepsconformiteit bij het schatten van lijnlengtes van Asch: blz 44
Compliance/groepsconformiteit/meegaandheid = veel mensen zijn geneigd zich aan een
meerderheidsstandpunt aan te passen, zelfs als het glashelder is dat dat standpunt
onjuist is. Onder groepsdruk zijn we geneigd ons maar aan te passen aan de groep;
Enorme druk die kan uitgaan van een unaniem groepsoordeel;
Meetbare verschillen tussen personen in geneigdheid tot groepsconform gedrag:
Gudjonsson Compliance Scale (GCS): sommige kenmerken en omstandigheden worden in
verband gebracht met een verhoogd risico voor het afleggen van valse bekentenissen,
zoals meegaandheid;
Een van de processen die het optreden van tunnelvisie in groepen kunnen versterken
organiseren van tegenspraak en bewustzijn van groepsdruk in het begin van de
opsporingsketen en mogelijkheid van dissenting opinions/afwijkende meningen tijdens
het beslissen over bewijs en straf door rechters in de raadkamer.
Belangrijk voor de rechtspraktijk: als mensen in groepsverband beslissingen nemen over de
waarheid, moeten we juist tegenspraak hebben, mensen die alternatieve scenario’s
opbrengen.
Deur-studie van Simons en Levin naar veranderingsblindheid:
Geen randomisering, controlegroep of voor- en nameting;
Veranderingsblindheid komt vooral voor als mensen informatie op een
oppervlakkige wijze encoderen.
Experiment Milgram met elektrische schokken blz 46:
Mensen zijn zeer beïnvloedbaar door autoriteiten en daarom in staat tegen hun
wil/verwachting andere mensen dodelijke schokken te geven;